vrijdag 29 februari 2008

Ogo ogo en nyepi




Typefouten? Nee. Dit zijn belangrijke (de belangrijkste) dagen van het jaar voor Balinezen. Ze vinden binnenkort in de eerste week van maart plaats, de voorbereidingen zijn in volle gang – en wij gaan ze helaas missen want we gaan zondag terug naar Europa.

Waar gaat het om?

Ogo ogo (waarbij de uitspraak van de o’s klinkt zoals in “lotto”) lijkt het Balinese carnaval. Grote optochten zijn onderdeel van de upacara; in die optochten worden enorme beelden meegetorst – sommige hebben een mens in zich die voor de aandrijving zorgt, andere staan op wagens. De ene voorstelling is nog prachtiger dan de andere; de foto’s die je hierbij ziet heb ik genomen bij balé banjars in Ubud en Sanur. Daar stonden de beelden van vorig jaar; de banjars zijn nog bezig de beelden voor dit jaar te maken. Dat gebeurt met papier maché en verf; over een paar dagen is alles klaar.

Tijdens ogo ogo is het een lawaai van jewelste; het hele gebeuren is gericht op het verjagen van de boze geesten van het eiland. Die geesten schrikken zich natuurlijk een ongeluk van de poppen: boze geesten zijn niet zo heel erg slim gelukkig en denken dat die poppen leven. Ze zijn groot en gevaarlijk! Een beetje geest maakt zich dus zo snel mogelijk uit de voeten en gaat kijken of hij/zij een bestaan op kan bouwen op Java, Lombok of nog verder. Rot voor de mensen daar, maar fijn voor de Balinezen.

Maarrrrrrr...... omdat boze geesten niet alleen vrij dom zijn maar ook een slecht geheugen hebben, is die vlucht van korte duur. Op Bali is het leven mooi, denkt de geest – waarom zou ik daar niet terug naartoe gaan? Na ogo ogo keren de boze geesten dus om en gaan op zoek naar Bali en de mensen die hun daar hebben verjaagd.

En dan is het Nyepi (zoals: “jippie”). Om twaalf uur ’s nachts is het stil en donker op Bali. Vierentwintig uur lang is er geen licht of geluid: alle winkels zijn dicht, alle straatverlichting is uit. Niemand is op straat; alle verkeer is stilgelegd. Er landen geen vliegtuigen op Ngurah Rai airport; opstijgen doet er ook geen één. Geen televisie uitzendingen, geen radio. Geen telefoon. Het is stil. Doodstil. De terugkerende geesten zien dus Bali niet en vliegen er overheen; voorgoed verdwenen.

Angstig kijkt hier en daar een Balinees omhoog, maar wordt gelukkig niet door de boze geesten gezien. En heel Bali is stil. Heel Bali? Nee. Een klein dorpje in het zuiden biedt hardnekkig weerstand.....Nusa Dua, waar de grote resorts voor toeristen liggen, heeft een aangepast programma maar totale stilte en verduistering vinden daar niet plaats. Ook in Kuta en Sanur is het niet helemaal stil en donker. Want het toerisme, waar de economie grotendeels op draait, staat haaks op Nyepi. Maar ja: als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.

Gisteren hebben wij in dat kader nog eens rondgekeken – onder andere in een paar winkels waar alles voor de inrichting van huizen hier te vinden is. Daar ga ik met Steffie naar terug; in één ervan kreeg ik totale sensory overload, het gevoel dat je krijgt tijdens een wandeling in las Vegas: te veel, te veel, te veel. Maar in dit geval ook: te mooi. Jeetje, wat kreeg ik pijn in mijn credit card bij de gedachte dat Steffie hier zou zijn – maar dat komt nog!

Verder de laatste loodjes met Citra; nu is het alleen nog een kwestie van afwachten en dan is Lef Indonesia een feit. Lef Gawronski goes Asia.

Daarna ev en met Jos een biertje gepakt bij Batujimbar Café. Waar Nederlanders zaten, net aangekomen. En ja hoor: “Hé, heet jij geen Jos?”. Na dertig jaar elkaar niet gezien te hebben, ontmoette onze held uit Oers hier een plaatsgenoot – waarvoor hij ook had gewerkt. Ergens op dit weblog staat iets over een kleine wereld. Quod erat demonstrandum.

En gisteravond Kobe biefstuk gegeten – heerlijk. Ik kan niet anders zeggen. Of het de hoge prijs waard is, is weer een ander verhaal – zoals met alles treedt hier ook de afnemende meerwaarde op. Wijn die tien keer duurder is dan een andere, is meestal niet tien keer zo lekker; als je audio installatie twee keer zo goed moet klinken dan je vorige, is-ie tien keer duurder. Zoiets.

Wel merk ik, dat andersom ook werkt: als je twee keer zoveel drinkt als anders, is je kater tien keer groter. Één kruikje saké kan ik aan – twee duidelijk niet. Poosing is indonesisch voor duizelig en hoofdpijn. Ik weet nu wat dat is.

Verder een spreuk meegekregen die ik zo mooi vind, dat ik je die niet wil onthouden.

Work like you don’t need the money.
Love like you have never been hurt.
Dance as if nobody is watching.

Happiness.

woensdag 27 februari 2008

Het leven van een Balinees: deel 3 (slot)




Madé loopt op zijn gemakje in de schaduw van de palmbomen langs zijn sawah. Het is zonnig en er staat een zacht briesje; niets wijst er op dat Madé binnen enkele ogenblikken het slachtoffer zal zijn van één van de gevaarlijkste sluipmoordenaars van de tropen. Deze wacht tot Madé direct onder hem staat en maakt zich dan los om zich uiteindelijk met grote snelheid op hem te storten. Een voltreffer! En Madé valt dood neer – want een kokosnoot die vanaf dertig meter op je hoofd valt (Indonesisch: een kelapa op je kepala) overleef je niet.

Waar jaarlijks slechts 15 mensen door aanvallen van een haai worden gedood, treft een tienvoud daarvan het lot van onze Madé: 150 mensen per jaar sterven aan een vallende kokosnoot. Ze lijken wel lief en klein, maar het zijn dus gewoon brute killers!

Nadat Madé door de buurman wordt gevonden, moet hij naar Hindoeïstisch gebruik zo snel mogelijk worden gecremeerd. Omdat er voldoende geld in de familie is, kan dat ook: anders had men hem eerst begraven om hem op te graven zodra het geld voor de ceremonie er is.

De ceremonie wordt uiteraard voorbereid door ieder lid van Madé’s banjar, onder andere door het maken van een badah, de draagbaar van de overledene waarop hij/zij naar de crematieplaats gebracht wordt. Afhankelijk van het aantal verdiepingen van de toren kun je de kaste afleiden: Madé krijgt vijf verdiepingen, maar één of drie had ook gekund. Lage adel krijgt er zeven, hoge adel negen en brahmanen elf.

Als de zon op de dag van de crematie op het hoogste punt staat, barst de ceremonie los. Letterlijk – want het gaat er een stuk minder ingetogen aan toe dan bij ons.

De begrafenisstoet wordt geleid door de vrouwen, die de offers voor de ceremonie op hun hoofd dragen. Dan volgt de familie met een wit lint met aan het eind de badah, die door zoveel mogelijk mannen van de banjar (eventueel om beurten) wordt gedragen. Dat gaat op een wilde manier: van links naar rechts over straat, cirkels maken op kruispunten – want het is de bedoeling dat de ziel van de overledene de weg naar huis niet meer weet te vinden om daar te komen spoken. Daarom wordt er tijdens de weg naar de crematieplaats ook niet getreurd of gehuild: als de ziel dat merkt, wil die misschien blijven en dat is niet gewenst.

Op de crematieplaats wordt het lichaam van de badah afgehaald en in een kist gestopt; in deze kist (in de vorm van een dier) wordt eerste heilig water over de overledene gegoten en er worden brieven voor de goden en geld in gelegd. Ook worden er twee vogels losgelaten: deze symboliseren het vrijlaten van de ziel. Da’s toch een stuk prettiger dan in India, waar de schedel van de overledene wordt kapotgeslagen om de ziel vrij te krijgen. (In het geval van Madé was dat natuurlijk niet nodig geweest, maar dat terzijde.)

Na het verbranden van de overledene wordt de as in een pot gedaan; periodiek zijn er vervolgens ceremonies (ik zag ze in de Purah Goa Lawah of “vleermuistempel” bij Klungkung) waarna de as in zee wordt uitgestort.

En dan volgt er nog een laatste ceremonie, soms jaren later, waarbij de ziel van de overledene in de familietempel wordt bijgezet.


En wij? Wij leven nog. Inmiddels terug in Sanur, na een tocht via Bedugul en Ubud: in de laatste plaats hebben we babi guling gegeten, geroosterd speenvarken. Bij Bu Oka, naar verluid de beste plek om dit origineel Balinese gerecht te eten.

Nou: het was lekker. Maar die van mijn zwager Michiel, die hij klaarmaakte met kerstmis, was echt (veel) beter. Vonden wij unaniem. Vandaar een foto van de laatste, met Robrecht en miss Piggie. Hulde Michiel!



O, Sanne: als je wil, hebben we een uitstekende chauffeur voor jullie. Laat maar weten als je daar iets mee wil!

dinsdag 26 februari 2008

toeristisch intermezzo

Uiteraard kwam Dolf weer ongeschonden uit de strijd die Balinees verkeer heet. ’s Avonds hebben we Chinees (jawel!) gegeten in het ernstig luxe gebeuren tegenover Bali Hyatt- het wàs dan ook van Bali Hyatt. Inclusief vervelende Russiche gasten.

Gisteren was een dag hard werken. De spullen die Steffie heeft opgestuurd met FedEx zijn eindelijk aangekomen (abusievelijk lag alles in Jakarta te wachten; uiteindelijk door ingrijpen van Stef toch in Sanur aangekomen met een paar dagen vertraging) zodat ik met Citra (ja, heel mooi en heel slim – het bestaat!) aan de slag kon. Lef Indonesia PMA is een bedrijf, waarvan ik het één en ander op papier moest zetten om het te mogen oprichten. Citra is mijn Indonesische sponsor; als het bedrijf over twee tot drie maanden officieel van start is, wordt het mijn en Steffies persoonlijke sponsor zodat wij een permanente verblijfs- en werkvergunning (KITAS) kunnen aanvragen. En: het bedrijf mag grond in eigendom hebben, ook nog.

Verder naar een paar huizen in Sanur wezen kijken; van bouwval tot supermooi.

En het was maandag, dus: Hoek van Holland. En japanner. Daar gaan we vrijdag weer heen (japanner dus) want dan hebben ze sirloin steaks van Kobe rund voor ons klaarliggen. Dat hebben ze hier! In Japan kost dit vlees, de beste biefstuk ter wereld, in een restaurant vele honderden euro’s, hier twee tientjes. Die kans laten we natuurlijk niet voorbij gaan.

Vandaag zijn we met Wayan naar het noorden gereden. Prachtige route door de bergen, langs die wereldberoemde Balinese rijstterrassen. Sateh Kambing gegeten in een echt weerzinwekkend gore warung. Een stationstoilet in Nowosibirsk is schoner - zie foto. Het boeddhistische klooster bij Seririt bezocht. De warmwaterbronnen, waar we heerlijk hebben gezwommen. Naar Dencarik; ik had Ton in Dencarik (zie foto) gebeld en hij heeft voor ons een villa geregeld aan het strand. Daar zitten we nu te genieten van de avond en de zee.

Bij aankomst wel eerst even gezellig bij Ton op de boot (finisi schoener, staat in zijn tuin) gezeten, biertjes gedronken en bijgepraat. Het gaat hard hier bij Lovina met de villa’s van buitenlanders - en goed te begrijpen, het is hier prachtig. Maar: geen internationale school in de buurt en dan houdt het voor ons dus op.

Rijst met verse vis gegeten bij de chinese warung in Lovina – beste restaurant van de omgeving, bleek ook nu weer.

Morgen via Bedugul en Ubud terug naar Sanur.....

zondag 24 februari 2008

Heb je sateh voor mij?

Gisteren met Jos nog even op jacht geweest naar grond. Een op zich aardig stuk gezien, niet zo heel groot maar rustig gelegen. Vanmorgen van de verkoper gehoord dat een Amerikaan er een aanbetaling op heeft gedaan. Grappig: het ligt al eeuwen te koop en als er iemand belangstelling toont is het (bijna) weg.

Daarna met Dolf en hans naar Denpasar; we hebben daar het Bajra Sandi vrijheids-monument bezocht. Een aanrader; vooral het diorama binnen waar de geschiedenis van Bali wordt getoond vanaf de vroege steentijd tot na de bevrijding van de Nederlanders is erg de moeite waard.

Gisteravond wezen eten op een kumpulan voor belanda’s, georganiseerd door Bert en Anneke. Best leuk, maar ik ben allergisch voor line dancing en toen één van de optredende artiesten op de melodie van “Heb je even voor mij” van Frans B. de tekst zong “heb je sateh voor mij / met wat kroepoek erbij” ging bij zowel Jos, Hans, Dolf als mij het licht uit. Tijd om op te krassen – maar het was wel mooi om te zien hoe de afwachtende menigte aan het begin van de avond veranderde in een feest. Goed gedaan, al was het dan aan ons niet zo besteed. Smaken verschillen, zo zie je maar weer.

Vervolgens dus tijd voor een kroegentocht; dwz dat we naar en nieuwe tent waarvan ik de naam niet weet zijn geweest (weinig sfeer, slechte live muziek), naar Batujimbar Café (wereldband en gezellig) en naar Double Dutch (band minder en speelde keihard) waar we er een punt achter hebben gezet. Nog even op het terras vanHans nagepraat en naar bedje – want vanmorgen moesten we al weer vroeg aantreden voor het zondag-ontbijt bij Batujimbar Café.

En dat is leuk! Ze verkopen er buiten van alles, van verse broodjes tot groente tot verse verpakte kruiden – de laatste stand zal zich vrees ik in bovengemiddelde belangstelling van Steffie mogen verheugen. Erg druk ook; gezellig.

Dolf is nu naar Kuta (ca. 15 kilometer verderop) om en paar foto’s te maken van de grote beelden uit de Mahabharata die op de grotere rotondes staan. Hij is op de fiets. In de zon. Over de bypass, een vierbaans weg waar ze 8 rijen dik langsscheuren: auto’s, die links en rechts worden ingehaald door kamikaze piloten op motorscooters. Ik zou het niet durven, achterin een taxi is het al spannend genoeg ;-) .

zaterdag 23 februari 2008

Het leven van een Balinees: deel 2

Zodra onze Balinees de puberteit bereikt (en dat wordt vastgesteld aan de hand van de eerste menstruatie of het zakken van de stem) is het uit met de pret. Want dan, o gruwel, volgt een ceremonie waarbij de tanden worden gevijld. Wat? Gevijld. De tanden. Doen ze echt. Had ik al verteld dat ik zo bang ben voor de tandarts dat het enige dat zonder verdoving in mijn mond mag gebeuren het rondkijken met dat spiegeltje is? En deze mensen blijken dus elkaars en zelfs hun eigen tanden zonder verdoving te vijlen. Brrrrr.

De reden daarvoor is, dat Balinezen de puntige hoektanden teveel vinden lijken op die van demonen (die inderdaad op Bali behoorlijke bijtspijkers hebben - hun beelden in ieder geval wel). En gelijkvormige tanden, een net rijtje boven en onder, spreekt ze meer aan.

Omdat het wel een beetje duur is om te laten doen, stellen sommige Balinezen het uit tot na hun dood (kijk, dat lijkt er meer op). In ieder geval worden de tanden dan nog wel voor de crematie gevijld; anders komen ze de portiers van het hiernamaals niet voorbij: “sorry, demonen worden hier geweigerd”.

Maar zover is het nog niet, het ging over de puberteit. En puberteit klinkt als: verkering. Dat gaat hier behoorlijk vlot; ga ervan uit dat zo vanaf 11 of 12 jaar de verliefdheden elkaar in hoog tempo afwisselen en dat er snel wordt getrouwd: zo vanaf 16, 17 jaar. Dit geldt overigens niet (=NIET) voor Elise-achtige levensvormen; daarbij komt er voor het veertigste levensjaar natuurlijk geen kusje aan te pas. Is wettelijk vastgelegd.

Veel meisjes trouwen hier overigens omdat ze zwanger zijn, want je moet als aanstaande echtgenoot natuurlijk eerst wel even een proefrit maken om te zien of ze het wel doet. Ander zit je zonder kinderen later. Als alles naar behoren werkt, wordt er getrouwd. Mannen die steriel zijn komen hier blijkbaar niet voor......

Dat trouwen kan op Bali op twee manieren. De eerste is het bekende aanzoek, dat hier mapedik heet. Daarbij gaan de ouders van de jongen op bezoek bij de ouders van het meisje, ze geven die een stapel geschenken en er kan worden getrouwd. Simpel en een beetje suf.

Daarnaast is er ngorod. Die is, vind ik dan, veel leuker. Niks geschenken van de ouders: de bruidegom in spé ontvoert zijn bruid gewoon, gaat met haar op de vlucht en begint vast aan de huwelijksnacht. Dat is tenminste mannenwerk, je laat het hele verhaal toch niet aan je ouders over, watje?

Overigens is het hele ngorod-verhaal niet altijd zo spannend als het lijkt: vaak zitten alle betrokkenen in het complot, dat tot in detail is voorbereid. De bruid heeft haar koffer dan al klaarstaan en die roodgloeiend kwade vader van haar is toch wel heel snel weer afgekoeld. Maar het blijft natuurlijk mooi, dat jatten van een dochter!

Hoe dan ook: in beide gevallen wordt de huwelijksceremonie voorbereid, waarbij de datum van groot belang is. Niet zoals in Nederland (vrijdag altijd vol, maandag is trouwen gratis) maar omdat er gunstige en minder gunstige en heel ongunstige dagen zijn om te trouwen. (Bij-)geloof, weet u wel? Op Balinese kalenders (Balinezen hebben een andere jaartelling) staan deze dagen aangegeven.

Op ongunstige dagen trouwt er echt helemaal niemand; toeristen die met het fototoestel in de aanslag bij een tempel in hinderlaag liggen, kunnen dan echt wachten tot ze een ons wegen.

Maar op gunstige dagen kom je geen dorp voorbij zonder dat er bordjes “Awas! Upacara” op de weg staan: Voorzichtig! Ceremonie. Overal lange stoeten mensen in ceremoniële kledij op weg naar de tempel, voorafgegaan door twee mensen onder gouden parasolletjes: het bruidspaar.


Het wordt trouwens op Bali als vreemd gezien als mensen niet trouwen; een niet met name te noemen vriend van ons die Jos heet, heeft dat in de kampong ondervonden. Als ik het goed begrijp, bleven ze daar dames langs brengen in de hoop dat deze arme man toch ook eens een keer verkering zou krijgen. Tja.....

Want; pas na het huwelijk kan een man volwaardig lid worden van de banjar; zijn vrouw verlaat de banjar waarin ze is opgegroeid en wordt opgenomen in die van hem. Ze wordt lid van zijn familie (hij niet van die van haar), dus ook van zijn kaste en van zijn banjar. Waarmee het goed Nederlandse spreekwoord “aangetrouwd wordt nooit eigen” en het begrip “de koude kant” voor schoonfamilie hier geen waarde hebben.

Scheiden is op Bali dus ook geen usance; daarnaast kijkt men niet echt positief naar een libertijnse huwelijksopvatting. Ander gezegd: getrouwd is getrouwd en verder niet mauwen. Punt aan de lijn, volgende regel. Wie toch uit de bocht vliegt en wordt betrapt, vliegt meteen uit de banjar en is sociaal dood.

Over dood gesproken: eens komt Kille Kobus ook onze Balinees halen natuurlijk. En, het zal jullie niet verbazen: dat kost een paar centen. Niet zozeer het sterven zelf, maar wel de crematie en bijbehorende ceremonie – when you’re dead, you can find yourself in the Styx, als het ware. Waar deel 3 uit deze serie over zal gaan.

En wij? Wij hebben vanmorgen koffie gedronken bij Anneke en Bert, twee heel leuke mensen die we hier op het feest van Jos tegen zijn gekomen – en waar Dolf’s zuster voor heeft gewerkt. Hoe klein kan de wereld worden?

Verder is Dolf zijn pak gaan passen (perfect natuurlijk, laatste afwerking er op en morgen klaar – fotoos volgen!) en heb ik het huurcontract definitief geregeld. We hebben nog meer foto’s gemaakt van het huis, beetje gefilmd voor Stef en de kinderen. Leuk huis, gelukkig nog steeds. Wel een raar gevoel dat we daar over ruim vier maanden dus gaan wonen.

‘s Avonds gegeten bij de japanner. Wie schoof er aan het tafeltje naast ons, met zijn vrouw? Juist, Andrew. Andrew? Ja, de man die ik ’s middags de hand schudde omdat hij de baas is van het bureau dat bemiddelde bij het huis. En die me meldde dat onze buurman op Bali.......in Oud-Turnhout woont. Nogmaals: hoe klein kan de wereld worden?

En voor het eerst in dagen en dagen is het ’s avonds niet gaan stortregenen (en dat gaat dan dus de hele nacht door; de natte moesson duurt dit jaar veel langer dan anders). Dat zou kunnen betekenen dat we de zon gaan zien! Dat is mooi, wan we willen nog naar de Gunung Agung, de belangrijkste en natuurlijk heilige vulkaan hier. En daar zie je in de mist van bewolking niets van; de zon moet wel schijnen. Duimen dus!

vrijdag 22 februari 2008

No mans land

Vol goede moed togen we op weg: we zouden eens gaan kijken naar de plek waar, als alles mee zat, ons droomhuis zou verrijzen. Aan zee, tussen de sawa’s en palmbomen: wat wil een mens nog meer.

De papieren waren zo was ons verteld in orde, over de vraagprijs was gesproken en die was behoorlijk omlaag. Mooi!

Dat was dus te mooi om waar te zijn: mooie verhalen zijn zelden waar, ware verhalen zijn zelden mooi. Of zoiets.

Want toen het puntje bij het paaltje kwam, bleek dat er toch een best grote kink in de kabel zat. Bij nader inzien wilde de eigenaar toch maar niet verkopen, had trouwens al een stuk van het land verkocht aan iemand anders......en toen hebben we de handdoek in de ring gegooid. Naar later bleek maar goed ook: luisterend naar de mensen daar hoorde Dolf dat de eigenaar alleen de stukken wilde verkopen die onder (zee)water hadden gestaan en dus wel weer onder zouden lopen bij de volgende springvloed. En de toegangsweg was niet publiek, het recht van overpad (kost altijd veel geld elk jaar opnieuw) was niet geregeld en vastgelegd. Enzovoort. Daar waren we allemaal wel op tijd achter gekomen, maar dit scheelt een boel ergernis.

En er zijn natuurlijk nog heel, heel veel meer stukken grond – waarbij ik nu wel heel blij ben dat we daar ruim de tijd voor hebben. Want het blijft wel het land van de onbegrensde (on)mogelijkheden.

Vervolgens, na deze kleine desillusie te hebben afgeschud, hebben we eens rondgetoerd: eerst naar Candi Dasa, waar we heel erg lekker hebben gelunched. Bijgaand filmpje en foto’s spreken denk ik wel voor zich maar toch: we kregen vissenkoppensoep met vis (vis met ballen in meerdere opzichten: ze stoppen hier nog pepers in babyvoeding), daarna (vrij hete) vissateh en andere (o, het kan nog heter) vissateh met rijst en....en pepesan (=vis, maar dan voor de verandering eens met pepers) en en flesje fris (niet nodig hoor mevrouw, ik kan na vissateh altijd roken zonder sigaret). Voor een euro p.p. voor de financieel geïnteresseerden. De zoon van de kok en kokkin staat hier trouwens ook op de foto; eigenlijk durfde hij niet zo goed naar me toe te komen. Zou het aan mijn bloeddoorlopen ogen liggen?


Daarna sight seeiing richting Amlapura; dwz dat Dolf, Hans en ik keken naar de groene wonderen der natuur en Jos en de chauffeur (Wayan) naar de bruine: elke leuke meid op een brommer (en die zie hier je om de 20 meter wel) kon rekenen op luidkeelse waardering door het open autoraam van beide heren. Waar ze overigens allemaal wel, eerlijk is eerlijk, behoorlijk vrolijk op reageerden. Blijf nou toch op de weg letten Wayan!

In Amlapura eerst op verzoek van Dolf gezocht naar het woonhuis van de laatste bupati (=koning) van het Balinese rijk Karangasem; een in meerdere opzichten ver familielid. Hij was echter al overleden en bovendien niet thuis; dus zijn we dan maar doorgereden naar het waterpaleis van Tirtagangga (zie foto). Dat was de plek waar bupatis van Karangasem zich konden terugtrekken om even bij te komen. Met hun echtgenotes. Wij dus ook, maar dan zonder. Toch: het is daar echt fantastisch mooi.

Terug in Sanur zijn we bij Jos de was gaat halen die Yathi voor ons heeft gedaan, we hebben zijn echt kei-leuke huis nog eens bewonderd - en het blijft genieten, midden in de kampong.

’s Avonds eten in een echt fan-tas-tisch origineel (=asli) Balinees restaurant. Met op de kaart onder andere: patatje oorlog, stamppot, hutspot met een bal gehakt. En origineel Indonesische muziek: het lijkt best wel op Nederlands, ik meende zelfs “Tulpen uit Amsterdam” te herkennen. En de up tempo BZN-versie van “Sajang é”. Veel van de andere gasten herkenden het zeker in ieder geval en waren daar dolblij mee.

Hebben ze in Nepal nog grond te koop?

donderdag 21 februari 2008

Chinezen die niet zo nauw kijken




Laat ik voorop stellen: Singapore is een prachtige, schone en moderne stad waar je absoluut veilig ’s avonds over straat kunt, waar het serviceniveau op een heel hoog peil staat en waar en hele hoop te zien valt.

Maar let op: in de vele winkelcentra die de stat rijk is, vooral in de omgeving van Orchard Road, vind je hier en daar ook van die kleine elektronicawinkeltjes waar je, als je even staat te kijken, meteen door een paar jongens wordt aangeklampt die “ just for your education” of dat soort onzin je meeslepen en daar kunstjes proberen uit te halen die hard selling ver voorbij gaan.

Wat mij dus overkwam, was het volgende. Ze wilden me graag een cameraatje laten zin: klein, maakt foto’s en video’s, volledig HD, MP4 , 10 megapixel etc. etc. die bovendien nog kon fimen in een kartonnen doos, zo weining lichtsterkte had-ie nodig.
Ik kreeg een demo met een JVC cameraatje; de spec’s op de kartonnen stand waar ze ‘m afpakten waren overdonderend.

Alleen: daar stond nergens JVC op, al pretendeerden ze dat de informatie over deze camera ging. Ik keek even onderop het karton en daar stonden kleine lettertjes. Geen JVC, maar een ander merk. Ze lieten me testen lezen; alleen hield onze verkoper zijn duim op de naam van de camera waar de test over ging (en dat was een Panasonic. Ik zag dat, terwijl zijn druk pratende maatje mijn aandacht probeerde af te leiden). De camera zou op het vliegveld 1200 Singapore dollar kosten, zeg maar 600 Euro. Ik mocht ‘m hebben voor 900. Inclusief tas, extra batterij, geheugenkaartje etc. En omdat het chinees nieuwjaar was geweest, voor 780.

Ik wou niet. Baas erbij. Oké, jij bent onze eerste klant vandaag (om half twee ’s middags!) en omdat de eerste klant geluk brengt krijg je korting. 450 dollar. Ja, maar ik wil helemaal geen camera. Oké, 350 dollar. Wat een stuk minder is dan 1200. En toen zag ik, dat de camera die hij al voor me aan het inpakken was, ook geen JVC was maar een heel ander merk: het leek er veel op, maar was duidelijk niet de camera met de (toch al niet zo geloofwaardige) spec’s die ze me hadden gedemonstreerd. Ik ben dus maar weggelopen.

Die camera ligt hier op het vliegveld voor 250 dollar....

Echt, ze staan met drie man van alle kanten op je in te praten en als je dus niet scherp blijft opletten wordt je geript waar je bijstaat. Ik heb de wisseltruc met de camera’s eerlijk niet gezien – maar als Hans Klok nog een assistent zoekt: in Singapore weet ik er wel een paar.

Verder houden we het kort - Wayan staat met de bus te wachten want we gaan en rondje bergen doen. en daarvor nog wat fotoos en filmpje maken van de plek waar, als alles goed gaat, ons definitieve his gebouwd gaat woren.

Sampai besok!


(tot morgen, inderdaad)

dinsdag 19 februari 2008

En.......we hebben een huis!




Jawel, de kogel is door de kerk. We hebben er een klap op gegeven. We zijn er uit. Het is een deal. Rond. Voor elkaar. Voor ze in België “we hebben een nieuw kabinet” kunnen zeggen, is hier een historische doorbraak bereikt. Een grote stap voor ons, een verwaarloosbaar kleine voor de mensheid. Nu is er geen houden meer aan, de teerling is geworpen en de Rubicon overgestoken. Alle weerstand is zinloos en alles wat u verder zegt kan en zal tegen u worden gebruikt. Tweede kopje koffie gratis en als u nù bestelt krijgt u er een gratis instructievideo en navulflacon bij.

Kortom: als je het nog niet begrepen had, vandaag zijn Yanthi en ik het telefonisch eens geworden. Vanaf 1 juli hebben we een huis ter beschikking met een slaapkamer. Of eigenlijk: zeven slaapkamers. Zeven? Ja. 7. Ik wist niet dat het bestond hier, Yanthi ook niet maar na even goed op het bureau te hebben gezocht vond ze er één in een hoekje; het stond tussen de perforator en de nietmachine. Vandaar.

Had ik al verteld dat het ook zeven badkamers heeft?

En een aparte televisiekamer?

En dat de woonkamer glazen draai-puien heeft zodat deze normaal open ruimte kan worden afgesloten en gekoeld in de echt heel warme periode? Net zoals alle slaapkamers AC hebben?

Het zwembad en de bale benong (=luie mensen opslagplaats: platform met kussens en matrassen onder een afdak, lekker voor de siësta) zijn natuurlijk wel aanwezig maar niet de moeite van het vermelden waard (decadente gaap).


Maar de jacuzzi is dan wel weer leuk.
Enig nadeel: het staat op een villacomplex waar expats zitten, daarom wel met security en zo – niet echt Bali dus. Maar als uitvalsbasis voor het eerste jaar perfect, niet ver van Elise’s school en vlak bij het strand.

Ik ben tevreden. Op naar Singapore.

Het leven van een Balinees: deel 1




Omdat reïncarnatie een belangrijk element in het geloofsleven op Bali is, zien Balinezen dit leven als een fase in hun eeuwige bestaan. In die fase zijn nog een aantal belangrijke overgangen te onderscheiden, die allemaal met de benodigde ceremonies worden gevierd. Om je een idee te geven:
- 6 maanden na de conceptie
- bij de geboorte
- 12 dagen na de geboorte
- 42 dagen erna
- na 105 dagen nog maar eens; dan verlaat het kind de spirituele wereld en wordt de ziel aan het lichaam gebonden
- en met 210 dagen. Dan mag het kind de grond aanraken; daarvoor niet omdat het kind nèt uit de spirituele wereld is gekomen en tegen de onzuivere aarde beschermd moet worden.
- als de tandjes doorkomen
- als de tandjes gaan wisselen: dan pas wordt het kind als “mens” erkend. (hoewel ons dat voor Elise trouwens nog behoorlijk vroeg lijkt.)
- bij het begin van de puberteit
- bij het huwelijk
- bij de dood
van iemand gaat de hele gemeenschap vol aan de gang in de purah, de tempel. En omdat er altijd wel iemand van die gemeenschap in zo’n overgang zit en er daarnaast nog een stel andere, vaak meerdaagse en altijd geld en tijdrovende algemene ceremonies zijn, heeft men het behoorlijk druk met het geloof. 40-50% van tijd en geld van iemand gaat er aan op, we zeiden het al eerder. Deelname is verplicht.

Die hele levensloop met alle bijbehorende ceremonies speelt zich af binnen een interessant sociaal kader. Een Balinees wordt namelijk geboren als lid van een banjar, zeg maar een wijk en blijft dat zijn/haar hele leven lang: Balinezen zijn gemeenschapsmensen. Die banjar, gevormd door verschillende gezinnen, is een verband van buren die samenwerken bij feesten en ceremonies maar elkaar ook helpen in tijden van crisis. Iedere getrouwde man is verplicht lid van de banjar en daarmee dus ook de leden van zijn gezin. De mannen kiezen een leider, de kelian, die ervoor zorgt dat de zaken binnen de banjar harmonieus verlopen. De banjar is trouwens ook eigenaar van de zaken die de gemeenschap gezamenlijk gebruikt, zoals kookgerei voor feesten, gamelan-instrumenten en de gemeenschappelijke ontmoetingsplaats.

De banjar is het belangrijkste element in de Balinese samenleving; als iemand uit de banjar wordt verstoten (bijvoorbeeld een overspelige man of vrouw – vrouwen zien na hun huwelijk overigens hun eigen familie en banjar nooit meer terug maar worden lid van de banjar van hun man) is dat rampzalig voor die persoon. Want alle sociale contacten, hulp en zelfs een ceremoniële crematie zijn daarmee vervallen. Net zoals bij Gooische Vrouwen.

Verschillende banjars tezamen vormen een dorp (desa) of zelfs een stad. De kepala desa, het dorpshoofd (die trouwens ook wel kelian wordt genoemd) is de voorzitter van de dorpsraad waar alle getrouwde mannen die land bezitten deel van uitmaken.

En tenslotte is er nog de subak, een vereniging van mensen die dezelfde irrigatiekanalen gebruiken en beheren. Deze kan bestaan uit mensen van verschillende banjars en desa’s en loopt dus weer lekker door alle structuren heen. Terwijl je het net dacht te snappen.

Zodra een nieuw klein lid van de banjar kan lopen (kruipen zie je dus niet zo veel, dat wordt ook niet aangemoedigd) kan het vrij zijn/haar gang gaan binnen de desa. Dat wil zeggen: ze leren van de voorbeelden van oudere kinderen en volwassenen, dankzij hun grote mobiliteit binnen de gemeenschap (en soms wel heel erg groot: niet te geloven hoe snel die korte beentjes kunnen gaan. Gelukkig zit er altijd wel ergens een volwassen man zogenaamd niets te doen, maar eigenlijk dus goed op die kleintjes te passen. Zodat de vrouwen op het land kunnen doorwerken) . Zo leren ze al heel snel zelfstandig verantwoordelijkheid te nemen en respect te tonen – ze zijn in hun gedrag vroeg volwassen. Een kind van vier dat een babytje in een slendang draagt (want dat babytje mag de grond niet raken, weet je nog?) is een normale verschijning. Huilen, vechten, pesten en een grote mond opzetten zie je kinderen hier niet doen. Je zou Nederland bijna gaan missen. Kinderen worden op Bali trouwens ook nooit geslagen (en waarom zou je?), omdat dat hun ziel zou kunnen beschadigen.

Tot hun puberteit leven ze dus behoorlijk paradijselijk in een net zo paradijselijke omgeving. Wat er dan volgt, bewaar ik nog even (ja, dit is wel een hele spannende cliff hanger – be sure to tune in next week.......).

Gisteren en vandaag hebben wij het overigens ook vrij paradijselijk maar wel heel erg drukkend – het zweet loopt al van de rug door de inspanning van ademhalen. Bewolkt, af en toe een spatje regen...maar wel 28 graden. Gisteren niet zo’n punt, we waren toch al aan het sloom rondhangen na het feest van Jos – hoewel Dolf lopend naar het postkantoor van Sanur is gegaan. 8 kilometer ver, ik vind het met een taxi al een roteind. Hulde voor deze krasse knar! Hans is ook ver weg, maar dan in een boek: Eindeloos Bewustzijn van Pim van Lommel – aanrader trouwens en goed passend in deze omgeving vind ik. Verder is het allemaal perlahan perlahan, pas donderdag gaan we er weer tegenaan.

Jos heeft zijn nieuwe rol als ophaaldienst van Wasserij Bersih Merci (=Yathi) gisteren vervuld; we laten onze kleren door haar wassen en strijken tegen een (uiteraard riante) vergoeding. Zo weten we tenminste dat dat allemaal goed terecht komt – Ik ben wel benieuwd of ik nu weer allemaal roze t-shirts terugkrijg, zoals wel vaker in dit land.

O, en deze mag je niet missen. Gisteravond gingen we ergens eten – ik zal maar niet vertellen waar. Er stond op de kaart ook Hatten, Balinese wijn en wij dachten: kom, doe eens gek en laten we met zijn drieën een flesje rosé bij het eten bestellen.

Na 10 minuten kwam het eten. En na 20 minuten hadden we drie wijnglazen. En na een half uur, toen ons eten vrijwel op was en ons ook al was opgevallen dat het gehele personeel was verdwenen (mensen die na ons binnen waren gekomen waren al weer opgestaan en vertrokken omdat er na een kwartier nog niemand was komen opnemen) – na dat half uur kwam er een beschaamde, zenuwachtige en hulpeloze serveerster met de fles. En de vraag of ik die dan maar zelf wilde openen. Met de blikopener, die ze me hoopvol overhandigde.

Kun je dan boos worden?

Wij hebben haar bedankt, gezegd dat het allemaal oké was en de fles meegenomen. Gekoeld en ’s avonds leeggemaakt. En we houden steeds meer van dit eiland.

Zometeen ga ik naar Singapore, morgen terug. Eens zien hoe het dáár is. En ik mis Steffie. En Robrecht. En Elise. En Chica. En zelfs Laika. Maar de files dan weer niet.

maandag 18 februari 2008

Het feestje van Jos




....was, hoe kan het ook anders, heel gezellig. Zoals dat heet een “gemeleerd gezelschap”, ongeveer 50 personen en daarvoor is door Yathi , geholpen door haar zus en de pembantu van Leo, verschrikkelijk lekker en veel gekookt. Ergens hierboven zie je de moegestreden koks – ze kunnen nog steeds lachen!

We hebben heel wat mensen leren kennen; daar zitten er trouwens een aantal bij die ons buitengewoon van pas kunnen (en willen) komen bij de opstart hier. Ik ga ze deze weken nog eens opzoeken.

Een paar foto’s nog van ons feestvarken: let op, deze man is 57 jaar oud geworden. Hij gaat nog als een trein, wat denk ik wel te zien is. Overigens ook de enige die ik ken die in 1,5 jaar tijd voor het eerst vader is geworden èn grootvader – denk daar maar eens over na.

Mogelijk later vandaag nog wat nieuws over het huis..(duim, duim).

Elise, pasfotoos en meer

Zo, zover ben ik al,ik zit voor de computer. Het is zondagavond een uur of 10 en de oudste is net naar boven om te gaan slapen.
In Sanur zijn de mannen nu ongeveer hun roes aan het uitslapen (hoop ik) na een wild feest nog ter ere van de verjaardag van Jos.

Vrijdagmiddag is Elise weer thuis gekomen na een weekje Durbuy met school.Zie foto.

Uiteraard met een ogenschijnlijk lege schoolbus met alleen een juffrouw die zei dat niemand mee naar huis wilde.
Toch fijn die kleine weer lekker te kunnen knuffelen. Zo moe en vies (ze mochten maar één keer douchen in een hele week!)als ze was toch nog vol verhalen vertellend zijn we naar huis gereden.
Ik had voor ons 3 kleine taartjes gekocht (ze was tenslotte jarig)en met 11 kaarsjes op een piepklein taartje was het toch feest. Die avond zouden we pannenkoeken gaan eten in Eersel dus heb ik Elise lekker in de douche gestopt en schone kleren aangedaan.
Ze heeft nog geprobeerd even te slapen op de bank maar met 2 honden die ook heel blij waren dat ze er weer was ging dat niet echt en veel tijd hadden we ook niet meer.





In het restaurant heeft ze het nog verbazend goed en fris volgehouden. Met (bijna)de hele familie was het weer erg gezellig.


Waar Elise op dit moment ook erg vol van is is dat ze op Valentijnsdag een "aanzoek" heeft gekregen van een jongetje uit haar klas. Ik ga hier niet meer over vertellen want dat zal ze niet leuk vinden, maar ik vond het wel iets voor Peter om te weten.
Hij weet nu meteen wat mee te nemen uit Indonesië voor haar. Elise gaat vanaf dat Peter terug is verder door het leven met een burka.
Voor de hockeywedstrijd de volgende ochtend (1ste van het seizoen)heb haar ik maar even afgemeld want ik hoef eigenlijk niet te vertellen dat ze een gat in de dag heeft geslapen. Mag deze keer.

Gisteren wilde ik al beginnen met schrijven, maar je weet hoe dat gaat; "eerst even de honden uit laten", "eerst even de was", "eerst even die paar boodschappen", en dan was het "o ja, pasfotoos!".....
Voor het aanvragen van allerlei vergunningen, zijnde verblijfs-en werkvergunning, hebben we pasfotoos nodig, veel pasfotoos......heel veel pasfotoos.....mét rode achtergrond. En wel 21 van 4x6 cm, 8 van 3x4 cm en 6 van 2x3 cm, dit alleen nog maar voor mij. Voor de kinderen 12, 4, en 4 van elk formaat.
Eerst maar even rond gebeld. De fotograaf in Oud-Turnhout bleek niet bereikbaar dan houdt het voor mij meteen op. De volgende was er een in Reusel NL waar we al eerder met het gezin fotoos hebben laten maken.
"Pasfotoos?, natuurlijk, geen probleem. Verschillende formaten? Kan ook maar dan zult u er even op moeten wachten. Rode achtergrond? Stilte........Róde achtergrond??? Euh ja, euheuh ik denk dat ik hier wel een rood scherm heb liggen, euh ja euh gaat ook wel lukken denk ik."
Kinderen meteen van hun bezigheden afgehaald en in de auto geduwd. Elise kwam gelukkig net onder de douche uit dus ik had nog 5 minuten om in Reusel te komen om te voorkomen dat ze ietwat smoezelig op de foto kwam te staan.

Bij de fotograaf aangekomen vertelde hij ons dat dat rode scherm helaas niet bij hem stond maar bij een collega in Gilze Rijen ofzo. Shi...ps. Andere keer terugkomen was voor mij geen optie. Maandag, uiterlijk dinsdag wil ik alles versturen. Ondertussen maar even van de gelegenheid gebruik gemaakt om wat "hollandse" boodschapjes te gaan halen, dan kon ik ook even nadenken (doe ik wel eens).
En zie je dat het helpt dat nadenken! Ik kwam op het geniale idee om even bij de Action te gaan kijken voor iets roods. Een groot vel papier, zoiets dergelijks. Een paar rollen rood kaftpapier zag ik al liggen, oke, oke, nog even verder kijken. Yes! Een knalrood plaid! Veel beter! Als, inmiddels zeer geoefend fotografe (dúh!)wist ik dat dat kaftpapier wel eens zou kunnen reflecteren op de foto. Oke, wel 3 hele euro's moeten betalen voor dat plaid maar goed, het is belangrijk.
Uiterst tevreden over mezelf liep ik terug naar de auto waar de kinderen in waren blijven wachten. Zij weer mee met mij naar de fotograaf die het gelukkig ook een goed idee vond. Klikklakklik, voor de bakker. Nu nog even wachten op het resultaat.

Wij zijn maar even om de hoek wat gaan drinken, en als je Robrecht vraagt of hij honger heeft is dat hetzelfde als aan een slager vragen of hij vlees heeft, dus ook maar wat gegeten. (trouwens als je die vraag aan Elise stelt is het diezelfde slager vragen of hij tapijten verkoopt)
De man zou mij bellen als het klaar was dus wachten maar. Na 3 lege glaasjes en 2 lege bordjes toch nog maar even een ijsje gaan halen bij de buurman van de fotograaf.
Het heeft niet eens zo gek lang geduurd voor we uiteindelijk de fotoos (alle 75!) konden halen. Helemaal geweldig. Een rib uit m'n lijf maar helemaal goed! Althans...vinden wij hier. Nu nog afwachten wat de autoriteiten in Indonesië ervan vinden. Voor hetzelfde geldt gaan ze straks zeggen dat blauw eigenlijk veel mooier was. Je weet het niet.

Diezelfde namiddag had ik met wat vrienden afgesproken iets te gaan drinken in een beregezellig cafe in centrum Turnhout. Daar waren en kwamen nog meer bekenden en toen was het ineens zo gezellig dat ik eerst de kinderen thuis even heb gebeld of ze het goed vonden dat ik even wat ging eten met deze lieve mensen. De kids hadden (achteraf mislukte)lasagna dus dat vonden ze oke, ook omdat Elise van Robrecht voor haar verjaardag de DVD "Simpsons the movie" had gekregen en ik vind de Simpsons verschrikkelijk, dus met mij erbij hebben ze nooit de gelegenheid die te kijken.
Na een zeer gezellig en lekker etentje bij een Italiaan was ik toch nog nog ruim vóór 12 uur thuis dus zag ik Robrecht nog even voor hij ging slapen, dat vind ik altijd gezellig.
Overigens met de eigenaar van die Italiaan afgesproken dat mocht het allemaal niet lukken op Bali en we komen terug dan ga ik samen met hem een Indonesisch restaurant beginnen in Turnhout.

Vanmorgen naar de manege geweest. Robrecht en Elise wilde niet mee. Ik had de buurman belooft eens te gaan kijken naar zijn rijkunsten en uiteraard wordt er daarna dan wat gedronken. Met mijn inmiddels onafscheidelijke camera steeds in de aanslag hebben we nog (in februari!!)heerlijk buiten in het zonnetje gezeten.
Er werd alweer wijn geschonken dus het werd voor mij tijd om naar huis te gaan anders zat ik daar nu nog. Het verlossende telefoontje van Denise kwam dan ook mooi op tijd waarin ze vertelde dat ze langs wilde komen om te helpen met formulieren scannen en mailen. VOlgens mij is dat goed gelukt. Het laatste officiele document regel ik morgen en dan kan alles naar Bali. Op 2 manieren verstuurd, beter over dan te kort, toch?




Heb ik het al over de hondjes gehad?
Die vermaken zich prima! De fotoos spreken voor zich dacht ik zo. Met dit prachtige weer vinden ze het geweldig achter elkaar aan te rennen in de tuin en vindt vooral Laika het geweldig om met een aanloop ín Chica te springen. Ze zijn helemaal gek op elkaar. Af en toe kun je wel aan Chica merken dat die kleine haar irriteerd maar een flinke grom en het is gedaan, voor even....
En verder is Chica, ach ja, gewoon Chica, onze lieve alles goedvindende lobbes.

De komende week wordt relatief rustig, gelukkig.
Dinsdag weer vergadering feestcommissie en donderdag de maandelijkse Ladysnight.
O nee, niet zo rustig. Ik zou toch bijna het verjaardags (disco)feestje van Elise vergeten a.s. vrijdag. Gelukkig gaat Robrecht helpen met de technische (muziek en licht)kant van het verhaal en blijven die avond een paar dames mij mentaal ondersteunen.
Ooit, ooit komt het er weer van dat ik rustig een echt boek kan lezen. Ik stel me dat zo voor ergens op een tropisch eiland....

zondag 17 februari 2008

Hindoeïsme op z’ Balinees

Omdat Balinezen tussen de 40 en 50% van hun tijd en inkomen besteden aan hun religie, van het brengen van dagelijkse offers tot het deelnemen aan upacara’s (tempelceremonies) die veel tijd en geld kosten, is het misschien de moeite waard om even stil te staan bij waar dat allemaal vandaan komt.

Het Hindoeïsme is op Bali geïntroduceerd in de 8e eeuw, en kreeg in de 15e eeuw een flinke impuls toen een groot aantal hindoepriesters (brahmanen) Java ontvluchtte voor de oprukkende Islam. Deze laatsten introduceerden ook het kastenstelsel en plaatsten zichzelf voor het gemak maar meteen bovenaan.

Daarbij zijn nogal wat elementen van de oudere Balinese godsdienst overgenomen, zodat een unieke, eigen religie is ontstaan: de Agama Hindu Dharma of Agama Tirtha. Tirtha is het heilige water dat veel gebruikt wordt in ceremonies.

Typisch is, dat de goede goden en geesten in Bali in de bergen (de 3 heilige vulkanen) wonen en de kwade demonen in zee. De mensen zitten daar tussen en moeten zorgen voor de balans. Het zal duidelijk zijn, dat Balinezen de zee vrezen – een aparte eigenschap voor een volk dat op een eiland woont en waarvan velen toch leven van de visserij.

Hoewel het Balinese pantheon heel veel goden kent, geloven zij maar in één god: Sanghyang Widi Wasa, de alles overstijgende spirituele energie. Deze kent vele gedaanten, die de vorm aannemen van goden. De belangrijkste zijn Brahma, de schepper; Vishnu, de beschermer; en Shiva, de vernietiger. Deze laatste zie je vooral in zijn gedaante van Surya, de zonnegod.

Samen met nog eens zes belangrijke Balinese goden vormen zij de 9-eenheid, waar de belangrijkste negen tempels op Bali aan zijn gewijd. Maar hoe dan ook: uiteindelijk zijn ze allemaal onderdeel van die éne god, Sanghyang Widi Wasa.

Daarnaast geloven Balinezen in atman, de permanent voortlevende ziel die steeds reïncarneert (samsara) en in het kunnen bereiken van een staat van pure verlichting: moksa. Daarin is de ziel vrij van begeerte en wordt één met Sanghyang Widi Wasa.

Daarbij horen ook de plicht om te streven naar harmonie (dharma) en de invloed van het gedrag van iedere persoon op de vorm van zijn/har volgend leven: karma.

Maar natuurlijk is er ook een wijdverbreid geloof in witte en zwarte magie, waarbij leyak het meest angstaanjagend is: mensen die uit hun lichaam kunnen treden en in één of andere angstaanjagende vorm anderen kwaad kunnen doen. Omdat kleine kinderen het meest kwetsbaar zijn voor zwarte magie, worden zij beschermd door ze in hun eerste levensjaar niet met de grond in aanraking te laten komen.

Zo, als iemand tijd heeft om dit uit te zoeken.........klopt. Vandaag is onze eerste dag lamballen, lui aan het zwembad met een boekje en verder niets doen. Yanthi heeft vrij, dus van het huizenfront geen nieuws. En ik heb alleen een half uurtje met Upeke aan de telefoon gehangen; hij belde vanuit Mexico en loopt dus 10 uur achter. O ja, voor de gastronomen onder jullie (en om Steffie, Robrecht en Elise te pesten want die kennen het): als je lekker Italiaans wilt eten, zoals wij gisteravond gedaan hebben: Kayu Manis in Sanur. Osso Buco die bijna zo goed is als die van Stef, bijvoorbeeld.

Fijne zondag!

zaterdag 16 februari 2008

Siapa namanya?

Of: “ hoe heet jij?” is één van de meest gestelde vragen die je in Indonesië en dus ook op Bali hoort. ...en als je de vraag zelf stelt, krijg je maar enkele mogelijke antwoorden.

97% van de Balinezen behoort namelijk tot de kaste van de sudra (of ook wel jaba). Het is een eiland waar het Hindoeïsme de grootste religie is, en er zijn vier kasten: de Brahmanen, de hogere adel, de lagere adel.....en de rest, die 97% dus.

En daar hanteert men niet het grote namenboek, met bijbehorende discussies, lijstjes en twijfels, zodra er een kleine op komst is zoals bij ons in Nederland en België. En hoeft men dat ook niet twee keer te doen (“stel nou dat het geen meisje wordt maar een jongetje dan moeten we toch ook een naam hebben?”). Of te vernoemen naar opa’s en oma’s omdat het anders in de relationele sfeer wel heel koel wordt. Of worden in een vlaag van verstandverbijstering kinderen Bruce en Whitney genoemd. Of Rolls en Royce (lach maar, Emile Ratelband heeft het gedaan).

Nee, dat gaat op Bali veel simpeler. Het verschil tussen jongens- en meisjesnamen bestaat niet en het eerste kind heet altijd Wayan. De tweede krijgt de naam Made (spreek uit: Madé, het is geen vliegenlarfje), de derde heet Nyoman en de vierde Ketut. En toen waren de namen op, dus heet de vijfde weer Wayan. Enzovoort.

Krijg je (zeldzaam) te maken met een Raha, Putu of Kompian(g), dan is dat de oudste van één van de drie hogere kasten. Nummer twee heet Raj, de derde Aka, de vierde Alit. Nummer vijf dus ook weer Raha etc.

Namen die je ook hoort als Ngurah, Ida, Agung en Gusti zijn in feite de adellijke titels van deze mensen – zodat Ida Raha een Brahmaan is, en wel de oudste van het gezin. Handig, niet?

Het zal de aandachtige lezertjes daarmee wel duidelijk zijn, dat er hier geen sprake is van een meritocratie: je kunt niet omhoog of omlaag in de maatschappij door je prestaties of het gebrek daaraan. De klasse waarin je geboren bent, is de jouwe. Je leven lang.

Alle mensen met een andere naam zijn dus niet Balinees. Zoals Yanthi, wat een Javaanse naam is. Die toebehoort aan de (beeldschone, had ik dat al vermeld?) mevrouw waarmee ik onderhandel over ons huis. Ons? Ja, want inmiddels is de verhuurder al wat opgeschoven en lijkt het er enigszins op dat we er uit gaan komen – het gaat nu nog over kleinere verschillen. Morgen hoop ik er definitief een klap op te kunnen geven (maar ja: dat weet je natuurlijk nooit....) en dan komen er foto’s en nadere informatie.

Vandaag hebben Dolf, Hans en ik een bezoek gebracht aan het winkelcentrum achter de tax free Bali Galeria. Dit andere winkelcentrum is echt heel mooi, ruim en rustig en verbonden met Matahari, een warenhuis. Daar hebben we batik overhemden gekocht, boeken, CD’c en DVD’s en verschrikkelijk lekker en veel gegeten in een superluxe warung – even anders als die van gisteren.

En Dolf heeft zich een pak aan laten meten bij Anika, de beste kleermaker van Kuta, waar de onderhandelingen weer behoorlijk scherp waren. Net zoals Dolf straks, want het is prachtige stof en hij heeft een mooi model uitgezocht. Zodra het klaar is, laten we hem poseren.

De rest van de dag doen we het heel kalm aan, want morgen gaan we bij Leo de verjaardag van Jos vieren. Riemen vast, want ik vrees dat het daar helemaal los gaat: de koks zijn al dagen aan het koken in enorme hoeveelheden, als ik het mag geloven passen overmorgen mijn kleren niet meer. Een Selamatan Besar!

vrijdag 15 februari 2008

Gefeliciteerd Elise!

Elise gefeliciteerd!

Van harte gefeliciteerd door opa, opa, Jos en papa met je elfde verjaardag natuurlijk; we hopen dat je het naar je zin hebt gehad op de bosweek – de fotoos die we hebben gezien duiden daar wel op. We hebben onze felicitaties ook op film gezet – alleen kon ik die niet goed op de computer krijgen, dus ontbreekt Jos in de tweede versie – want die lukte weer wel, dankzij de ingebouwde camera van de Apple.

Nog heel veel plezier vandaag – en als we terug zijn, ben je gewoon nog een keer jarig.

een rondje touristique





Vandaag begon zoals gisteren eindigde: met regen, afgewisseld met stortbuien en onweer. Het was zo erg, dat we serieus hebben overwogen om de trip naar Klungkung en Ubud af te blazen – maar we hebben toch maar doorgezet. En zie: het werd meteen droog.

Het bezoek aan de vleermuistempel in Klungkung was een beetje een teleurstelling: vandaag was de ceremonie besloten, zodat we niet verder mochten dan het tempelplein waar de angklung-spelers zitten. De feitelijke tempel hield de deuren dicht, zodat we geen vleermuizen, slangen (en heel veel Balinezen) hebben gezien. Maar goed, zoals de Duitsers in ’45 zeiden: Wir kommen zurück!

Op naar Klungkung stad; de oude man die de ramadan uitlegt in het waterpaleis (ongevraagd in slecht Nederlands en daar achteraf veel geld voor vragen: iedereen kent’m en zijn handelsgeest waar in mijn petje voor afneem) was er niet – hij zal toch niet dood zijn?

Daarna naar de pasar, waar een groot deel wordt ingenomen door de handelaars die uitsluitend zaken verkopen die je nodig kunt hebben bij een tempelceremonie, een upacara. Mooie spullen, waar je als toerist natuurlijk geen bal aan hebt – maar de bling bling wakkert de hebzucht (althans: de mijne) wel aan. O, wat was ik achteraf blij dat Steffie er niet was.

Op weg naar Ubud vroeg ik Wayan, onze chauffeur, om aan te leggen bij een warung voor Balinezen: we wilden sateh kambing maar dan niet in zo’n toeristenfuik. En dat hebben we geweten. De fotoos zitten hierbij (alleen had ik het meeste al op voor ik dacht aan een foto): het was heerlijk, maar je moet ff niet letten op de omgeving. Ik denk dat de Nederlandse Keuringsdienst van Waren er beestjes zou aantreffen die officieel nog niet eens bestaan maar wat dondert het: het was heel lekker en niet duur. Denk aan 3 euro in totaal voor drie maaltijden (rijst, hele hete sambal, guleh en 8 stokjes sateh per persoon) en 5 flesjes frisdrank. Met een prima service van de Madurese kokkin, dus het was allemaal nog halal ook.

In Ubud hebben Hans en ik kleren gekocht. Ik heb met veel plezier onderhandeld en heb het idee dat ik erg veel van de prijs heb afgekregen. Ongetwijfeld ben ik zwaar geript, maar wat maakt het uit – het was heel gezellig en 5 euro voor een perfecte lange korte broek, 3 euro voor een katoenen overhemd en 2 euro voor nog een broek blijkt natuurlijk minder dan wat je betaalt bij de Society Shop. Of de Zeeman. Dolf heeft zich aan het inkoopfront rustig gehouden – maar had een hoop lol in zijn rol als toeschouwer.

O, en aan het huizenfront zijn de onderhandelingen nu geopend. Het ziet er naar uit, dat we het huis kunnen krijgen wat ik graag wil – en omdat de eerste vraagprijs boven, maar niet zo heel ver van mijn walk away point ligt en de tussenpersoon aangaf dat er ruimte was en niet schrok van mijn bod ( mijn streefprijs) zou het kunnen lukken... wordt vervolgd.

donderdag 14 februari 2008

Bureaucrazy

Het toppunt van geduld? Sinds vandaag krijg ik daar een beeld van. Heeft iets te maken met het opzetten van een BV, of zoals dat hier heet: een PMA, waaraan een verblijfs- en werkvergunning (KITAS) hangt. Dat kost eventjes iets meer tijd dan in het -dacht ik tot vandaag - toch al niet zo supersnelle Nederland en de dingen die men wil zijn, eufemistisch gezegd: apart. Wat dacht je van:
pasfotoos van yours truly, genomen tegen een rode achtergrond en wel:21 stuks van 4 x 6 cm, 4 stuks van 3 x 4 cm en 4 stuks van 2 x 3 cm - wat doet iemand in 's hemelsnaam met die dingen? Eten? maar daarmee zijn we er nog niet, want ook de gezinsleden van deze misdadiger in spé moeten we in de gaten houden. Dus, per persoon, nog eens 12 stuks van 4 x 6 cm, 4 stuks van 3 x 4 cm en 4 stuks van 2 x 3 cm. Rode achtergrond deze keer niet verplicht.


Enzovoort, enzovoort, enzovoort. Maar het gaat lukken!

Vandaag is dus een dag waar niet veel over te vertellen valt; na de ervaringen van vanochtend hebben Dolf, Hans en ik een bezoekje gebracht aan de Discovery shopping mall in Kuta. The place to be als je graag kijkt naar vrouwen van 40+ met meer tattoos dan de Hells Angels. Alle Hells Angels van een chapter tezamen, bedoel ik. Ze zien er trouwens ook gevaarlijker uit en hebben dikkere armen. Ik hb dus geen foto durven nemen, sorry.

Verder verkopen ze in deze mall meuk, heel veel meuk. Van origineel egytisch antiek tot de nieuwste DVD's (kost 1,50 euro), auto's en Ralph Lauren kleding. En, niet te vergeten: voor de beste spaghetti aglio e olio met peperoncini moet je niet naar Italië. Die haal je bij Bali Copacabana, met uitzicht op zee. Echt waar - het is even omrijden maar de moeite waard. Enige nadeel is dat taxichauffeurs met de ramen open gaan rijden als je instapt en iedereen zich omdraait als je "hallo" zegt. Heus, de knoflookwalm zou je kunnen snijden als-ie niet zo terugsneed. Maar goed; ik ga Hans en Dolf gezelschap houden aan een tafeltje bij Batujimbar, waar omheen het vast erg rustig is. Want zij hadden hetzelfde besteld.

woensdag 13 februari 2008

over saké, scholen en huizen...



Na de siësta, die ik heb gebruikt om het weblog bij te werken en Steffie te bellen, zijn we dus naar de beruchte Hoek van Holland gegaan. Daar waren Chris, Jos en ook Ton, Gijs, Alex en Bob. Laat ik volstaan met: het was heel erg gezellig en er was ook bier bij. Helaas deze keer geen foto van Hans en Dolf in de voor hun inmiddels zo karakteristieke pose (zie de eerste dag) maar het hàd gekund.

Het was toen zomaar ineens avond en dus zijn we met Jos wat gaan eten bij de Japanner. Sushi (heerlijk) en saké om het weg te spoelen. En bier om de saké weg te spoelen. Die steeds weer werd aangevuld trouwens, misschien omdat het personeel hoopte dat we met volle mond wat stiller zouden zijn. Een ijdele hoop natuurlijk; daarvoor was het gesprek veel te leuk. Lichtelijk scheel zijn we uiteindelijk vertrokken (hé! Net als bij Hoek van Holland zijn we de laatsten!) en hebben vervolgens op het terras van Hans gedrieën nog een halve fles Jack Daniels geslacht.

De volgende ochtend om 8 uur ontbijt – ik moet zeggen: dat viel niet echt mee. En daarna naar de Bali International School, waar de beveiliging weer zwaarder is. Ik ga er hier niet veel over zeggen, maar ga er van uit dat je er zonder afspraak niet op komt en met afspraak heel moeilijk. Ook als je per tank komt (en dat is geen grapje). En dat het niet bij één checkpoint blijft. Maar: eenmaal binnen is het hartelijkheid troef, de opa’s hebben een rondleiding gehad die er niet om loog. Een fotootje zit hierbij.

Daarna een drankje bij Batujimbar, war ze non-alcoholische specialiteiten hebben als Liver Cleanser etc. waar bijvoorbeeld gember in zit – en dat hadden we nou net nodig.

Vervolgens hebben we maar eens serieus de huizenjacht geopend; dat valt helemaal niet mee. Huizen met vier slaapkamers (of meer) zijn hier zeldzaam, maar we hebben er toch twee gevonden. Één met vier slaapkamers, perfect onderhouden en daarmee in alle opzichten voldoend aan onze wensen. (zie hiernaast). En één die nog wat groter is, maar waarvan we nog moeten horen of men voor en jaar wil verhuren en zo ja: voor welke prijs. Morgen krijg ik daarvan uitsluitsel; als dat goed gaat heeft dat huis de voorkeur. Spannend.....

dinsdag 12 februari 2008

Gas erop!

Zo. Vandaag zijn we begonnen met productieve zaken. Dat wil zeggen: we zijn naar Denpasar geweest om mijn telefoonblokkade op te heffen, maar dat was een kansloze actie. Het nummer is geblokkeerd omdat ik er enkele maanden niet mee heb gebeld – beltegoed foetsie, maar erger nog: ik moet een ander nummer aanvragen. Lekker, als je een nu vervallen nummer hebt doorgegeven aan je contactpersonen. Dat wordt straks één telefoon waarop ik gebeld kan worden (oude nummer) en een andere waarmee ik kan bellen (nieuwe nummer). En een Nederlandse GSM erbij om het plaatje compleet te maken.

Dolf heeft de film Tjoet Nja Dien op VCD gekocht; de film van de eeuw in Indonesië, gaat over de weduwe van vrijheidsstrijder Tuku Umar. Indonesiës grootste ster Christine Hakim speelt de hoofdrol en onze inmiddels helaas overleden vriend Huib speelt de slechterik: generaal van Heutz. Toen de film uitkwam logeerde ik bij Huib; hij werd in heel Jakarta herkend – en iedereen bleef blij. Zou dat een acteur die Hitler speelt in Nederland ook overkomen?

Verder heb ik mijn retourtje Singapore geboekt (dinsdag heen, woensdag terug), een afspraak gemaakt voor morgenochtend op de internationale school van Bali, mijn makelaar/ritselaar Liz gesproken over de grond, contact gehad met Iis, de mevrouw die een huis voor het eerste jaar te huur heeft – en lijkt het er op dat we nog een ander, prachtig huis kunnen krijgen via een andere vriendin – maar dat hoor ik vanmiddag. Om vijf uur hebben we afgesproken bij Hoek van Holland met Chris, andere Dolf, Leo etc.

Onze Dolf en Hans liggen gestrekt siesta te houden; het gekkenhuis van het verkeer in Denpasar en een groot bord nasi campur zijn daar denk ik verantwoordelijk voor.

maandag 11 februari 2008

Het thuisfront

Zaterdagochtend vroeg de heren naar Schiphol gebracht. De koffers paste niet in de kofferbak van onze "nieuwe" tijdelijke auto dus zijn we genoodzaakt geweest om met de auto van Hans te gaan. Ook goed.



Wat was dat vroeg (06.45 weggereden), wat had ik slecht (niet!) geslapen en wat een enorme emotionele (bij mij zit dat vooral van binnen) toestand.
Gelukkig heb ik in de auto nog wat kunnen slapen.
Op dat moment hadden we ook even 3 honden in huis, de kleinste werd die dag weer terug opgehaald en het hondje van Hans (Laika) blijft bij ons thuis voor de tijd dat hij ook op Bali zit.
Robrecht en Elise hebben voor een keer 3 hondjes mogen uitlaten.
Laika een paar weken samen met onze Chica is wel heel gezellig.
In alle stress ook nog de kaas en makreel die we voor Jos hadden gekocht vergeten mee te geven.
Sorry Jos!!
De kinderen krijgen nu alleen nog maar boterhammen met kaas!

Ja, emotionele toestand zei ik he?
Om te beginnen ben ik stikjaloers dat ik niet meekan.
Maar het is vooral omdat ik ozo graag van dichtbij had willen zien hoe Hans en papa dit allemaal meemaken. Het is voor hun denk ik ook niet zomaar een vakantietripje.
En dan nog Peter 3 weken moeten missen is ook niet niks voor mij.
Hij is wel altijd veel weg geweest w.b. werk maar dit is toch anders. Alhoewel het qua manier waarop we communiceren niet veel anders is: toen hij thuis was spraken we elkaar ook via e-mail of telefoon. (grapje schat!)
Tenslotte heb ik vanmorgen Elise ook uit moeten zwaaien. Zij is met school een week naar de Ardennen (Durbuy). Zij komt terug op haar verjaardag vrijdag notabene.
Kortom, emotionele toestand dus maar ik ben een bikkel en gelukkig is Robrecht er nog om zonodig zijn moeder op te vangen!!

2 Dagen voor het vertrek van Peter ben ik ook begonnen met de voorbereidingen van een etentje die ik had georganiseerd thuis zaterdag (jazeker, die zaterdag).
Een indonesisch avondje compleet met krontjong en ik gekleed in sarong kebaya natuurlijk.

Een avondje in een indonesisch sfeertje om een stel van mijn vriendinnen een klein beetje te laten proeven (letterlijk en figuurlijk)van waar we naar toe gaan.
Erg blij was ik met de hulp van mijn zus, Denise, die sambal goreng (snij)buncis en haar beroemde sambal goreng telor had gemaakt.
Ik zou geen indo zijn als ik niet ook even de andere gerechten zou noemen, dus verder had ik:
- nasi kuning
- rendang
- ayam pedis
- semoor
-koeloeban (een heerlijk groentegerecht met spinazie, andijvie, boontjes, tauge en kokos)
- en natuurlijk eigen gebakken krupuk
Ik mag wel zeggen dat het, ook dankzij Denise, een zeer geslaagde en vooral gezellige avond was. (Zie fotoos)



Ongelooflijk dat ik zoiets organiseer en ze kómen gewoon, en dan ook nog met een geweldig fantastisch Italiaans kookboek waar ik al maanden naar kijk in de boekwinkel maaar nooit kocht. Supermeiden!
Inderdaad niet echt een avond voor Peter met 8 van die kakelende vrouwen (kiekenkot!!).
De volgende dag was uitslapen wel nodig en gelukkig zijn de hondjes erg geduldig geweest.
's Middags al weer weg voor een verlate nieuwjaarsreceptie in Antwerpen. Ook gezellig!
(Peter, ik heb géén hoedje gekocht!! Denise wel.)

Misschien is het maar goed ook dat ik veel te doen heb dan ga ik ook niet te veel piekeren.
O ja, vanavond weer vergadering van de feestcommissie.
Kortom ik kom mijn tijd wel door maar vanbinnen hebben mijn gevoelens een beetje ruzie.


Tot zover het thuisfront.
Deze week nog even "genieten" van een huis zonder stuiterend, giechelend, kwebbelend meisje van nog net 10 jaar oud.
Woensdag gezellig shoppen met Robrecht.

Steffie

De eerste dag



Ook de rest van de reis is goed verlopen. Zoals ik als verwachtte trof ik mijn koffer bij de bagageband aan met het gevreesde krijt-teken op de boven- en zijkant: aangemerkt voor controle bij de douane. Stiekem afvegen was geen optie, er liep douanepersoneel in zicht-afstand rond. Bluffen dus maar. De 12 lampen riepen vragen op, ondanks mijn “samples without value” bon moest er toch een prijs komen. Een “Elf dollar per stuk” deed ’t hem wel – ik bleef onder de limiet van invoerrechten. De 100% overschrijding van toegestane drank werd door Hans opgelost: hij was al door de controle heen en gebaarde breed glimlachend dat ik zijn duty free aandeel voor hem droeg, zodat ik nèt aan de goede kant van de streep bleef. Wat weer grijnzende waardering van de douanier tot gevolg had.

Bij aankomst in het hotel wachtte Jos; bier drinken met uitzicht over en bijpraten was het gevolg. Daarna toch wat slapen, eten in Sanur, nog één borreltje en snurken. Hans dacht dat hij een korte weg had gevonden over het gras de trap op – maar die trap bleek een vijver. Tot zijn knieén in de prut gezakt, kwam hij wat verwaterd aan.....

De volgende dag zijn we rustig aan begonnen: Café Batujimbar voor een cappuccino, rondje supermarkt voor ansichtkaarten en eens bespreken wat en hoe nu verder. Mijn Indonesische telefoon blijkt geblokkeerd, ik kan er niet mee bellen maar wel gesprekken ontvangen dus ik moet naar Indosat in Denpasar. En morgen beginnen met de formaliteiten voor mijn Kitas, de verblijfs- en werkvergunning. Hans en Dolf vermaken zich intussen prima (zie de foto hiernaast. Nee, ze zitten hier niet in Singapore, maar kijken uit over zee in Sanur); de eerste zei het gevoel te hebben hier al een week te zijn –acht uur na aankomst. En Dolf poetst in hoog tempo zijn Bahasa Indonesia bij, zegt-ie. Ik hoor het niet, in mijn oren spreekt hij het gewoon vloeiend.

zondag 10 februari 2008

Changi, Singapore. We hebben de eeste etappe er zonder kleerscheuren op zitten- en hebben dat met een biertje gevierd. Het is tenslotte al zeven uur lokale tijd, dus dat kan best. Weinig meegemaakt, in tegenstelling tot de vorige Bali-reis ;-S . De zenuwen gierden me bij het inchecken wel door de keel, maar deze keer geen gedonder met paspoorten, expedities naar consulaten in exotische oorden etc.


Over een uurtje inchecken naar Den Pasar. En dan begint het. Wel mis ik Steffie en de kinderen nu al.........

woensdag 6 februari 2008



Een paar dagen voor het kwartiermakers-vertrek - en er moet tussen de bedrijven door nog heel, heel erg veel gebeuren voordat het zover is. Spullen kopen die mee moeten voor de vrienden daar, koffers pakken, de gegevens van contactpersonen rond de mogelijke woningen voor het eerste jaar eens een keer niet vergeten, nog even contact met de ambassade in Den Haag, de mensen in Singapore, etc. en nog een paar dagen de laatste training verzorgen - vrijdagavond thuis, zaterdagmorgen vroeg weg. Hans (mijn vader) kom vrijdagavond hier, samen halen we zaterdagochtend Dolf (de vader van Steffie) op. En om 11.15 vliegen we. Met Jos (mijn maatje in Sanur) al afgesproken dat we de eerste dagen even geen moordend tempo aanhouden, maar perlahan2 doen. " Als ik haast heb ga ik zitten", mijn standaard kreet uit trainingen projectmanagement nu zelf eens gaan toepassen. Hiernaast overigens een foto van de grond (althans: de kustlijn) die we misschien, heel misschien, gaan kopen....

Peter