zaterdag 30 augustus 2008

Een dagje uit

Nee, geen stukje deze keer. Dat kun je pas maandag weer verwachten; we gaan met z'n allen (behalve Rojuna) een weekendje rondcrossen over het eiland- het noorden doen en zo.

Waarom hij niet meegaat? Omdat het vandaag Kuningan is, dus upacara's. En, denk ik, Sari.

Fijn weekend!

BTW: gisteren is de 2000ste bezoeker gepasseerd; we naderen de 6000 "hits", met inmiddels gasten uit 25 landen waaronder Brazilië, Canada, Zweden, Chili, Singapore, Hong Kong....met België, Nederland en de VS in die volgorde op kop.

vrijdag 29 augustus 2008

Even bijpraten over onroerend goed

Alon alon vinden wij wel een belangrijk Balinees woord. Het betekent hetzelfde als het Indonesische “hati hati” en het betekent: voorzichtig.

Dat zijn we dan ook, zeker waar het zaken betreft van groot (financieel) belang, zoals het kopen van grond. Dat laatste is in Indonesië voor buitenlanders toch al onmogelijk; het “naakte eigendomsrecht” heet hier Hak Milik en dat is voorbehouden aan Indonesiërs. Je kunt dus hoog en laag springen, maar het volledig eigendom kun je hier niet verkrijgen tenzij je Indonesiër wordt.

En let op: een Indonesische die trouwt met een buitenlander, verliest dat recht tenzij ze voor het huwelijk huwelijkse voorwaarden heeft laten opmaken.

Als je hier dus iets koopt, koop je als buitenlander alle overige rechten (gebruik, bebouwing, verhuur etc.) van die grond en dat dan ook voor een in beginsel beperkte periode.

Die kun je vervolgens met handigheidjes praktisch onbeperkt verlengen, je kunt het Hak Milik door een Indonesiër laten kopen die je vervolgens met contracten en –vooral- een torenhoge hypotheek juridisch in de tang houdt, maar simpel is het niet.

En op Bali komt daar nog wat bij. Balinese vrouwen mogen geen land hebben, dat is voorbehouden aan mannen – en door de clan-structuur van de Balinese maatschappij kan een stuk grond meerdere eigenaren hebben. Iets kopen van de één kan betekenen dat je wel je geld kwijt bent. Maar nog steeds geen grond hebt omdat die andere 28 mensen ook nog eens betaald moeten worden.

Zoals een ervaren vriend van ons hier zei: “Zeker kun je redelijk rijk worden op Bali. Maar dan moet je steen-rijk komen.” Waarmee hij maar wilde aangeven dat er hier vele dromen zijn gesneuveld en mensen berooid en bestolen van Bali weer naar huis zijn gegaan.

En dat leek ons niet de bedoeling voor ons.

Dus hebben we, toen we grond konden kopen, besloten om een paar dingen te doen. Ten eerste: geen enkele vorm van aanbetaling, voordat is onderzocht of alle aspecten van die grond kloppen: mag er wel op gebouwd worden, is er geen hypotheek op, is de eigenaar wel de enige eigenaar etc. etc.

En ten tweede: dat door een echt goed bureau laten onderzoeken. Lijkt als je dit leest misschien simpel, maar geloof me: we hebben hier dingen gezien van buitenlanders die in vakantiestemming blindelings vertrouwen geven, ongelofelijk. Met als dieptepunt wel het stel dat onlangs vertrok en over een jaar terugkomt, met de gedachte dat op de rond die ze hebben gekocht (dwz hebben betaald) over een jaar een prachthuis staat omdat die zo aardige en vertrouwen wekkende verkoper heeft beloofd er één voor ze te bouwen.

Naïef? Och......als je weet dat in een straal van een kilometer van dat idyllische plekje wat ze “hebben” geen electriciteit en water aanwezig is, laat staan telefoon, moeten de goden flink aan hun basistaak: wonderen verrichten.

Maar goed: wij onze adviseur ingeschakeld, een echte notaris erbij (want ook die deugen lang niet allemaal) en wat bleek, toen deze de verkoper opzocht: de verkoper werd boos en stelde een ultimatum. Binnen drie dagen 10% voorschot anders gaat de deal niet door.....

....en laat hij nou niet de eigenaar zijn, maar als gevolmachtigde optreden van zijn...moeder...die als Balinese geen eigenaar KAN zijn....en zij heeft niet getekend omdat ze niet kan schrijven, dus is haar duimafdruk haar handtekening......die je terwijl iemand slaapt van haar kan afnemen, zo was ons al verteld...en hij heeft vijf zoons, die nog geen accoord hebben gegeven....maar die 10% wilde hij maar vast in de hand hebben, in depot bij de notaris was onvoldoende...

Kortom: het geld voor de adviseur leek ons uitstekend besteed: kost wat, maar hij heeft ons wel beschermd tegen een transactie die ons een berg geld zou hebben gekost en geen land opgeleverd. Want we hebben de deal afgeblazen. Mooie locatie, prachtige grond – maar niet voor ons bestemd.

Als je van plan bent om op Bali iets te kopen: doe jezelf een plezier en bespaar niet op advieskosten. Het is het dubbel en dwars waard. Hiernaast staat trouwens een link naar een interview met Rainy Hendriany, een notaris die het hele verhaal rond grondeigendom en mogelijkheden helder uit de doeken doet.

Maar goed, je kunt je voorstellen dat ik flink de pest in had. Dus sprong ik op de brommer om een paar Balinese kindertjes aan te rijden. Er zijn er tenslotte genoeg!

Tijdens mijn jacht op onoplettende kleuters kwam ik echter een schitterend stuk grond tegen.....en later nog een stuk...en nog een.....allemaal in Sanur. Een serene glimlach sierde mijn gebronsde knappe gelaat. Muziek begon spontaan te spelen. Vogels kwinkeleerden in het zwerk. Meisjes wierpen zich aan mijn voeten. De zon begon......o nee. Die deed het de hele dag al.

En mijn slechte humeur leefde zo lang als een sneeuwvlokje in de Balinese zon.

Dus misschien gaan we dan hier, in Sanur, maar iets doen. Zoals Willem, een van onze vrienden, gistermorgen zei achter een kop koffie: “julie hebben één enorm voordeel voor je werken: tijd. Het hoeft niet in een paar weken.” Dus ach, we zoeken maar eens relaxed verder tussen het genieten door.

donderdag 28 augustus 2008

Bibie does Midden-Bali

Gisteren ben ik met Jos Midden-Bali gaan verkennen. Zoals dat dan hier aan toe gaat, werd ik dus netjes om 9 uur opgehaald door Jos met chauffeur en zijn we richting Ubud gereden. Zodra we de bypass (zeg maar dé snelweg hier, 4-baansweg, maar harder dan 70 wordt er hier bijna nergens gereden – da’s dus wel een hele aanpassing voor mij, alhoewel op 2 wielen 70km/uur al een behoorlijke vaart is) verlaten hadden, merkte ik al dat we hoger gelegen regionen zouden opzoeken want de eerste heuvelruggen met de ongelooflijk fraaie rijstterrassen traden al aan. Achter de huisjes weliswaar, want aangezien de overheid enkel de hoofdwegen aanlegt en geen afgetakte wegen, woont dus iedereen langs de hoofdweg, waardoor dus steeds meer en meer van de achterliggende landschappen gecamoufleerd worden.

Maar eerst natuurlijk een stop gemaakt voor een koffietje, in het Maya Resort & Spa. Ik kon mijn ogen niet geloven, maar midden in de jungle rijst er ineens een prachtige hotel lounge uit de grond. Ons natuurlijk wel effe aanmelden en pretenderen dat we toeristen zijn die nog een hotelletje zoeken voor volgende week! (Het kwam er dus gewoon op neer dat we eventjes wilden rondneuzen en een koffietje drinken)! Gelukkig hadden ze nog een deluxe room beschikbaar voor een verliefd stelletje ☺ zoals Jos en ik a rato van meer dan Europese tarieven!

Achter de lounge liepen we verder door naar het dal en vooraleer je het goed beseft, kijk je uit over een steil rivierdal met onderin het borrelende water prachtig omgeven door ongelooflijk mooie groene vegetatie van palmbomen en rijstvelden, met daarnaast ineens een lift midden in de rimboe! Die bracht ons 30 m lager tot aan het overloopzwembad omgeven door prachtige paviljoenen die als restaurant, spa en bar fungeerden. Dit was echt één van die plaatsjes waar ik uren zou kunnen blijven zitten hebben, luisterend naar het kabbelende water, de geuren opsnuivend van het echte Bali, genietend van de rust en de prachtige omgeving.

Maar aangezien er nog meer te verkennen viel op ons daguitstapje hebben we toch ons ritje maar verder gezet doorheen Ubud, waar je overdonderd wordt met de honderden shops met schilderijen, houtsnijwerk, meubels, decoratiemateriaal, kinderspeelgoed, etc.

En dan vraag je je af, ik heb hier toch nog geen fabriek gezien?!? Neen dat klopt krijg je dan als antwoord, want die zijn er ook niet. Alles wordt met de hand gemaakt, door de locale bevolking bij hen thuis. Zo krijgt de één een opdracht om 500 huisjes in elkaar de lijmen/nagelen, de ander om aan de hand van een patroon, 1000 tekeningen uit te zagen uit hout, nog een ander om die dan weer in een kleurtje te zetten, weer een ander om 200 pinnokio’s te verpakken, etc. Ik heb ze met mijn eigen ogen gadegeslagen en kan jullie echt verzekeren, hier wordt gewerkt door de vrouwen, terwijl de mannen zitten te ouwehoeren! En dan passen ze tijdens het werken door ook nog eens op de kinderen. Wat trouwens ook opvalt is dat je hier geen huilende kinderen hebt, want de ouders zijn gewoon veel meer met hen bezig! Deze 8 maanden oude ukkepuk die lachend op mijn schoot zat getuigt hiervan!

Na de lunch met uitzicht over alleen maar prachtige sawa’s (de rijstterrassen), waar je buiten een vrouwtje dat met sprokkelhout op haar rug voor de enige beweging in het landschap zorgde voor een uur, zijn we doorgereden naar Tegallalang waar we uitgenodigd werden (door onszelf) om de vredige brahmaanse brontempel van de Sebatu te bezichtigen. Magnifiek!

De terugweg leidde ons langs Sukawati langs de kust waar ik de eerste locale markt heb bezocht. Soms is het jammer om de geuren hier niet te kunnen vastleggen op deze weblog, in dit geval zouden jullie er mij dankbaar voor zijn! Manden met bloemblaadjes, mandjes, fruit, groenten, gedroogde vruchten en noten, vis, vlees, huishoudmateriaal, vis, vlees, tonnen bananen, kledij, …. Je kan het je gewoon niet voorstellen! Dan lopen we door zo’n overdekte galerij en is Jos daar met alle vrouwen achter de kraampjes aan het socializen en schieten ze daar ineens allemaal in de lach en voelde ik gewoon dat er echt wel om mij gelachen werd! Tja, hij was wel zo netjes om me te vertellen wat ie gezegd had en het kwam erop neer dat ze allemaal onder de indruk waren van mijn grote gestalte en Jos had erachter aan gebrabbeld, niet alleen groot van gestalte maar ook grote borsten(Foei Jos!!!!) want ze houden hier allemaal graag zo van die schunnige, op het randje van, zinspelende prietpraat. Zorgt natuurlijk wel voor wat leven in de brouwerij!

Maar Jos heeft het goed gemaakt door me ’s avond nog mee uit eten te nemen naar Kayu Manis! Voor de verandering nog eens een meer Europees/Italiaans geïnspireerde kaart! Njamie, njam!

Mijn kaars was helemaal uit van alle indrukken die mij die dag heel erg diep geëmotioneerd hadden en tot in mijn kern hadden geraakt , maar we zijn toch nog een afsluitertje gaan drinken in de On-On, nog eentje (lees telkens meer dan 1) thuis zodat we weer te laat in ons bed lagen en ons dat vanmorgen serieus beklaagd hebben toen we een nieuwe poging tot joggen ondernamen langs het strand! Chapeau Peter!

dinsdag 26 augustus 2008

Vrijdag dus, zijn we gaan eten bij Bert en Anneke. Dat was heel gezellig, ook erg lekker en.......leerzaam. Zij zitten inmiddels ruim twee jaar in Sanur, hebben hier een huis gebouwd (wat ze nu uitbreiden) en dat is voor ons natuurlijk ideaal: zo leer je van de ervaringen van anderen en kun je tenminste een paar valkuilen vermijden.

Één van die valkuilen zit ‘m trouwens in precies wat we die avond gedaan hebben: lekker eten, een biertje of glas wijn erbij, nog maar wat eten want het is zo lekker – en voor je het weet zie je er heel anders uit.

Steffie heeft dat probleem inmiddels aangepakt met de aanschaf van een crosstrainer (dwz niet alleen de aanschaf, maar ze gebruikt hem iedere ochtend en dat gedurende steeds meer tijd) maar ik dus nog niet. Ja, ook een keer op die crosstrainer maar dus nog niets structureel.

Maar goed: zaterdag zijn we dus gaan shoppen (de drie dames, met Arjubrecht en mij op sleeptouw) en dat heeft geleid tot enerzijds rokende ATM’s en dansend winkelpersoneel (vooral bij Ralph Lauren, die Stephanie Hermans aka Bibi een persoonlijke bedankbrief heeft gestuurd) en anderzijds tot Iets Nuttigs.

Gisteren is bij ons een Home Gym afgeleverd.

Want de martelpraktijken van mevrouw Hermans, die me gisteren tot aan de rand van de totale uitputting heeft gebracht met die hardloop-manie van haar (en dat morgenochtend weer wil doen) gaan nog niet ver genoeg. Naast het uithoudingsvermogen van een Duracell-konijn wil ik ook mijn lichaam van 20 jaar geleden terug. Of iets wat daar bij benadering op lijkt, in de schemering op 50 meter afstand zonder bril. En dat wordt, gegeven bovenstaande valkuil, nog een hele opgave maar we gaan ervoor.

Dus ook voor logé(e)s: naast de cross trainer en die home gym komt er ooit een container met daarin een home trainer, zodat je je conditie tussen het luieren door kunt handhaven. Als je niet zwemt of hardloopt natuurlijk.

Zondag hebben de dames zich gestort op het vervaardigen van osso bucco op de wijze van Steffie, met risotto enzovoort. Heerlijk, her werd ook erg laat en gezellig (met dank aan de praatstoel van Jos, die hij speciaal had meegenomen) en ook Robrecht was er weer bij. Overdag was hij aan het hangjongeren (daarom de foto blijkbaar op z'n kant) met wat Balinese vrienden in een winkelcentrum in Denpasar. En we hebben kunnen Skypen met David en Jolanda, die gelukkig konden melden dat het met ons derde kind heel goed gaat – al kijkt ze hier wat droevig op de foto.

En Elise....heeft veel huiswerk, meer dan in België en dan ook nog alles in het Engels. Aan het eind van iedere week is ze ook echt moe; toch gaat ze iedere dag met een onverwoestbaar goed humeur naar school, ze heeft het echt naar haar zin. Denken we. Binnenkort maar weer eens interviews?

Verder....ga ik nog een pakkende roman schrijven over wat we meemaken bij het verwerven van een plek voor ons huis en straks het bouwen daarvan. Soms doen we hier nl. nog wel eens iets en we leren iedere dag weer bij. Maar we willen het pas delen met jullie zodra alles achter de rug is. In ieder geval is er vanmiddag weer een nieuwe aflevering.

maandag 25 augustus 2008

Contrasten…. (Stephanie Hermans)

Voor de verandering eens een Belgske aan het woord! Ik vertoef nu ondertussen een weekje bij de Herfkens en ben zeer vereerd op deze ondertussen welbefaamde weblog een paar eerste indrukken en ervaringen met jullie te mogen delen.

Het zijn wel degelijke eerste indrukken en ervaringen want een nieuw werelddeel, land, cultuur, andere populatie, geloof, politiek en economische leven etc. kan je niet in een paar dagen tot in de ziel doorgronden, mijns inziens, wel be- en doorleven.

Bovendien heb ik ook nog maar een klein stukje Bali, het Oosten, ontdekt waarmee ik vooral het binnenland bedoel, de minder toeristische plaatsjes (zie ons tripje van woensdag), want zon, zee en strand heb je natuurlijk nog wel op meer plaatsen op deze aardbol!

Alhoewel ook hier de stempels van het hart van de Indonesische archipel duidelijk gezet zijn! Bijvoorbeeld, de hartelijke mensen die je allemaal even vriendelijk (oprecht gemeend ook nog!) begroeten in tegenstelling tot iedereen die je bij ons strak voorbij loopt zonder ook maar een krimp te geven, je niet laten oversteken of parkeren en ga zo maar door. En bij ons zie je op het strand nu ook niet bepaald als het circa 30 graden is, de kinderen met een wollen muts en een jas met een bontkraag aan in het zand lopen spelen…☺ Euh, ’t is hier winter mochten jullie dat nog niet weten!

En terwijl moeder de vrouw centjes verdient met een pedicuurtje en een massage op het strand, zorgt papa voor de kids! De vrouwen werken zichtbaar meer dan de mannen (dus laat me voorlopig nog maar geen uitspraak doen over het onzichtbare werk van de mannen☺ ), want ze baten ook de winkeltjes en de warungs (soort eettentje waar je ook eten kan kopen) uit, verdienen de kost als pembantu (huishoudster die kookt, wast, strijkt, schoonmaakt, boodschappen haalt => Manusje van alles dus!)

Het leven hier dan… In de Kempen begint een dag doorgaans met een bo’ke met choco of confituur, hier met een bordje nasi campur (een bordje met rijst en van vanalles een beetje). Ook bij ons gisteren want we zijn gaan ontbijten bij Batu Jimbar. The place to be voor de bulehs (buitenlanders), maar ze hebben er vooral lekkere cappuccino!

Ondertussen ben ik het lamballen ook al aardig gewoon in contrast met Bibie die in België van hier naar daar rent en zichzelf voorbij loopt!

Zaterdag zijn we een dagje gaan shoppen en ocharme, ik had echt medelijden met Arjuna en de gastheer des huizes ! Als jullie dit plaatje zien, begrijpen jullie wel waarom. Dan denk je aan een dagje shoppen zoals in Wijngem shopping center of zo , MAAR vergis je niet!

Peter kreeg tijdens het shoppen ineens ook de kriebels te pakken om mijn sportieve voorbeeld te volgen en ’s morgens met me mee te gaan joggen langs het strand (heerlijk by the way maar er staat hier wel een serieus windje!), maar hij moest daar natuurlijk de gepaste outfit nog voor kopen. De echte Reebok schoenen kosten hier toch al gauw een slordige 30 euro, dus die had ie al gevonden, maar daar moest natuurlijk nog een shirtje en een broekje bij! Zo hadden we een vrouw gezien met HET shirtje wat we zochten (eentje zonder mouwen) in haar hand, dus wij met zijn allen grabbelen in de bakken op zoek naar nog zo’n shirtje! En wat denk je, natuurlijk geen tweede meer te vinden! Maar deze lieve vrouw had ons gade geslagen en kwam spontaan naar Peter toe om hem het shirtje te overhandigen met de boodschap: “Als jij het shirtje wil, mag jij het meenemen; als jij het niet koopt, neem ik het mee.” Bij ons kan je je zoiets toch niet voorstellen!!! De kooplustige zou met dat ene shirtje in de hand, half weggestopt, zo snel een spurt naar de kassa maken dat ze het zeker zou hebben!

Deze anekdote illustreert voor mij helemaal hoe de mensen hier zijn en daardoor begrijp ik nu ook, waarom Steffie, Peter , Robrecht en Elise - zelf zo’n warme, gastvrije, oprechte en lieve mensen - de beslissing genomen hebben om naar dit kleine paradijs te verhuizen! OK,OK, je gunt je vrienden sowieso alle geluk, steunt hen in de beslissingen die zij nemen, omdat je van hen houdt om wie zij zijn, maar toch was het voor mij niet zo gemakkelijk om mijn ex-buurtjes deze weg te zien volgen want ik kon me absoluut geen voorstelling maken van leven op Bali! Ik was er tenslotte nog niet geweest. Daarom vind ik het nu echt super om zelf te proeven van het leven hier en kan ik Peter dan nu ook helemaal bijtreden over dat alles hier zo snel gaat, zo gestructureerd en logisch is!

Een paar staaltjes !

Bibie haar scootertje bijvoorbeeld! Ik had eerst een oud scharminkel meegekregen (op maandag) en zou de volgende dag een spiksplinternieuwe onder mijn kontje krijgen. Dus wij de volgende dag terug om de andere op te pikken, maar wat dacht je, hij zou er pas de volgende dag zijn! Dus volgende dag een nieuwe poging, was ie er nog niet! Een paar dagen later was het dan zo ver maar ondertussen was het dus al vrijdag en geen dinsdag meer! Zo gaat dat hier dus niet alleen met de jaccuzzi schoonmaken, internet aansluiten, container inklaren, etc, maar met alles!

Het begon zelfs al zo bij aankomst op de luchthaven! Een visum regelen is ook zo gebeurd! Je staat braaf 2 uur in de rij te wachten, ben je bijna aan de beurt, verzet een pipo een paaltje omdat een printer het begeven heeft en ineens sta je in een rij, waar er niets meer gebeurd. Dan denk je: “effe andere print cartridge steken en opgelost!” Nee hoor, die hadden ze dan weer niet, dus een andere printer zoeken dan maar, maar naast die printer stonden er al 3 andere die het ook niet meer deden! En dit alles onder toeziend oog van 5 van die ambtenaarachtige uniformdragende supervisors! Al goed dat vrouwelijke charmes hier gelukkig wel werken en ik lieflachend voorgelaten werd in de rij naast me, anders had ik er waarschijnlijk nog gestaan!

Zo is hier alles ook zo logisch! Aan het strand van de Hoek van Holland staan van die windmolens die de boze geesten die van de zee afkomen moeten tegenhouden. Dan vraag je je af: “En wat met de andere lopende kilometers waar die dingen niet staan?”

Anderzijds moet een tempel dan weer vrij staan naar zee toe, want de goede geesten/goden moeten natuurlijk wel de tempel kunnen bereiken! Allemaal heel logisch!

En feit dat de hindoes geloven dat ze reïncarneren, verklaart ook waarom ze als een gek rijden, geen rijles krijgen, maar gewoon een rijbewijs kopen en met 6 man op zo’n ding gaan zitten, want als ze verongelukken komen ze toch terug!
Jullie horen het, er zijn toch wel een paar contrasten met de Kempen, maar sommige dingen zijn gelukkig hetzelfde, zoals de heerlijke ossobucco die Steffie gisteren had klaargemaakt! Die smaakte net zo heerlijk als in de Koekoekdreef!

Vanochtend was het dan zo ver, deze slavendrijver, heeft Peter schonekens mee aan ’t joggen gekregen! Een fotootje om af te sluiten, eentje before the battle, en eentje after the battle, want we hebben het voor de rest van de dag nog oh zo druk met het bureau herinrichten voor het fitnessmarteltuig dat ze vandaag leveren, dan moeten we ook nog eens het huishouden doen (Nyoman loopt hier weeral rond!)en moeten we zelf uit het zwembad kruipen naar ons ligbedje…..

Over contrasten gesproken…..

zaterdag 23 augustus 2008

Opsporing verzocht


Gisteren zijn we gezamenlijk naar Bert en Anneke geweest. Met "we" bedoel ik dan niet Robjuna, want die trekt zijn eigen plan - gisteren weer naar een upacara, deze keer met/bij ene Citra.

's Avonds kwam er in plaats van onze zoon deze Balinees binnen.

Wie Robrecht onlangs gezien heeft, vragen wij om snel contact op te nemen met zijn ongeruste ouders.

Een update volgt snel.

donderdag 21 augustus 2008

Updateke....

Zo, dat is even geleden. Alweer donderdag vandaag, dus tijd voor een uitgebreide update.

Om te beginnen: Stephanie is zaterdag bij ons aangekomen; ze zal hier een paar weken logeren en zij die haar kennen weten dat dàt garant staat voor een paar weken “gedaan met de rust”. Wèl hebben we haar dwingend uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan het weblog, zodat jullie ook eens kunnen lezen hoe het hier werkelijk is – en je niet uitsluitend een beeld hoeft te vormen op basis van die geromantiseerde vertellingen van yours truly.

Zaterdagavond hebben we dus besteed aan uit eten (Ryoshi) en kroeg (Onon). Je wilt tenslotte iemand van haar jet lag afhelpen en hoe kan dat nou beter dan die persoon zo lang mogelijk slaap te ontzeggen? Nou dan.

Zondag bijtijds op, want een lange strandwandeling met Jos stond op het programma. En een middagje zwembad, gevolgd door maar weer eens uit eten. Deze keer bij Coriander – leuk maar weinig bijzonder. We deden het vooral omdat we het gevijven lopend konden: omdat we niet met vijf personen in een taxi passen en omdat het op twee motoren voor ons wel knellen wordt. Balinezen kunnen met maximaal zes personen op zo’n ding, voor ons blijkt drie toch best problematisch.

Hetgeen Stephanie verleidde tot de volgende gedachte: “hee, dan huur ik toch ook zo’n apparaat? Als je thuis in een Porsche rondscheurt, kan het Balinese verkeer toch niet zo lastig zijn, ook al doe je dat dan op slechts twee wielen in plaats van vier.”

Maandag dus naar de verhuurder, die door verschillende emoties die om de voorrang vochten werd overmand. Ik noem: hebzucht (“Huren voor drie weken? Daar ga ik meer voor vragen dan wat die Peter hier betaalt voor een maand!”), angst (“Mijn nieuwe motor! En zij kan daar helemaal niet op rijden! Die krijg ik kapot terug.....”), hartstocht (“Lekker ding hoor! Als ik een keukentrapje haal kus ik die meid zo op haar mond”), nog meer angst (“Stik. Mijn vrouw is erbij. Wat nu?”) en uiteindelijk berusting (“Okee, je krijgt ‘m. Voor niet veel. En zij mag er op rijden. Zonder mij.........”)

Na het oefenen op een parkeerterrein in de buurt kreeg onze Vlaamse haar motor mee – nog even een oudere, want het gewenste exemplaar (in stijlvol roze) zou pas de volgende dag uit de verhuur terugkomen. Met een helmpje dat haar visueel omtoverde tot......nou ja, in ieder geval iets aparts. Een kruising tussen Beyoncé en Attila de Hun komt misschien het dichtste in de buurt.

Vervolgens een late lunch op het strand, een bezoekje aan Hoek van Holland en ’s avonds eten bij La Pau want het is tenslotte maandag. Live goede muziek! Laten we het er op houden dat de saxofonist zijn dag niet had en de rest van de spelers ook niet zo. Behalve de gitarist dan, maar die was zijn gitaar kwijt want daar zat Robrecht op te spelen. Beetje jammer, maar met Jos en Leo erbij hielden we het toch goed vol. En Elise kon vast oefenen met eten in de outfit die ze vanaf morgen altijd van mij moet dragen zodra ze de deur uit gaat. Maar om half twaalf naar huis want moe.

Dacht ik. Want de twee Stephanies hadden bedacht dat zo’n jacuzzi best leuk is om te gebruiken, vooral ’s nachts met een glaasje champagne. We hebben drie (3) uur in dat ding gezeten. Drie uur. In de volgende editie van het Guinness Book of Records staan we eervol vermeld met een record dat voorlopig niet verbroken zal gaan worden.

Dinsdag vroeg op (Elise naar school brengen, me afvragend wanneer ik nou eens volwassen wordt en op tijd naar bed ga, zodat ik niet zo ellendig wakker wordt) en daar zijn twee vrouwen die klagen over pijn aan hun ruggetje en bipsje omdat ze te lang hebben zitten badderen. Mooi! Dat zal jullie leren.

Elise, die het heel erg naar haar zin heeft op die school trouwens. ’s Morgens als ik om 7 uur beneden kom, al fris gewassen en gekamd in haar uniform ontbijtend, klaar voor vertrek. Toch een heel verschil met die treuzelkont die in België altijd op het allerlaatste moment de deur uit werd gesleurd, hoewel ze het daar op school toch ook erg leuk vond met haar vriendinnen.
’s Middags een collectieve siësta, gevolgd door een rondje Vlaamse keuken: patatten met lookkaas , groentjes en kip. En een flesje rode wijn. Twee, eigenlijk. En eens vroeg naar bed, want woensdag is het Galungan: Elise heeft een vrije dag, wij ook en dus gaan we er op uit.

Dat “vroeg naar bed” geldt trouwens niet voor Arjuna aka Robrecht, want die is weer naar een upacara en dat zal hij de komende dagen ook doen.

Woensdagochtend kwart voor negen staan Jos en Wayan met een busje op de stoep. Tijd voor actie! Waarbij we van Jos overigens vernemen dat ook bij hem in de straat Robrecht al wereldberoemd is; Jos wordt tenminste door meisjes daar aangesproken met de vraag wanneer Arjuna nou eens bij hun komt......


Eerst naar Goa Lawah, de vleermuistempel. Daar is het uiteraard druk op zo’n religieuze topdag als vandaag, alle mensen op straat zijn ook op hun mooist gekleed en dat zal de hele dag zo blijven. Na koffie c.q. kokosmelk moeten we snel door.

(vervolg)







Naar Tenganan, een dorpje van de Bali Aga, de oorspronkelijke Balinezen. Tenganan staat bekend om het unieke textiel dat ze daar maken, geringsing dubbel ikat weefwerk.Erg leuk; Stephanie heeft een antiek(?) batik-doek gekocht, Steffie een mooie sjaal, en we hebben kennis gemaakt met een aantal bewoners, waaronder de muzikant op de foto en het dorpshoofd.





Maar we moeten verder! Naar Tirtagangga, het in 1947 gebouwde heiligdom dat gewijd is aan het heilige water – uit de Ganges, vandaar de naam. Hoewel die Ganges natuurlijk hier niet stroomt. Daar was het, voor lokale begrippen, druk. Erg druk. Zo druk, dat wij het niet zo druk vonden. Wie Bobbejaanland en de Efteling kent, schrikt nergens van. Gegeten en verder, verder!

Want we moeten nog naar Klungkung, waar de Taman Gili wacht: de tuin met water en de twee vergaderzalen in dat water, met prachtig beschilderde plafonds. We zijn er vaker geweest, maar dankzij het slechte weer (bewolkt, zelfs een spatje regen) is het er nu eens niet bloedheet. Helaas was de expositie van het werk van Emilio Ambron in verband met Galungan gesloten, net zoals de Pasar Umum, de religieuze markt. Daarvoor komen we terug.

....en dan terug naar huis. ’s Avonds nog even met de dames een terrasje aan het strand gepikt; Robrecht is weer naar een upacara, deze keer met een Barong-dans in het programma geloof ik. We gaan het horen.

Was dat alles?

Bijna. Voordat we naar Goa Lawah gingen zijn we nog even gaan kijken naar “onze” grond. We hebben inmiddels een advocaten / notarissen kantoor in de arm genomen om ons te helpen met de legale aspecten van de zaak; van het opmeten van de grond (“Staan de kadasterpaaltjes wel zoals het hoort?”) tot aan de uiteindelijke eigendomsconstructie gaan zij ons helpen. Het is dus menens en dat is leuk, maar ook spannend.

zondag 17 augustus 2008

Een dag in het Balinees huishouden tijdens de tempelverjaardag

Allereerst een paar scheldwoorden omdat hier geen foto’s bij zitten; Ik was namelijk het fototoestel vergeten, maar aan de andere kant zou ik er dan toch als een toerist bijlopen, en als een echte inwoner kan dat natuurlijk niet. Dus jullie zullen het moeten doen met woorden en eigen verbeelding. Wat op zich ook wel leuk kan zijn.

De voorbereidingen
Om 7 uur opgestaan, vlug iets gegeten en dan lustig op pad. Te voet, want de Upacara was bij ons in de straat, en wandelen is een leuke afwisseling met alleen maar snel rondscheuren op een brommer. Dus ik kwam om ongeveer 8 uur aan bij het huis van Tu Niang, de grootmoeder van Winda, de dame die mij had uitgenodigd. Zijzelf was er nog niet, want ze geeft les in Denpasar, en vandaag was geen uitzondering. Maar ondanks dat werd ik al meteen aan het werk gezet om met anderen (Want grootmoe woont hier natuurlijk niet alleen: vriendinnen, dochters, zonen, neven en nichten) dingen voor te bereiden; Mandjes maken, eten, offers maken, eten, offers brengen, eten, drinken en eten. Qua gastvrijheid zit het echt wel snor, alleen jammer dat ik een bulè = buitenlander ben, want dan hoor je er toch niet helemaal bij. De familie doet heel normaal tegen je, maar tegen echte inwoners toch iets…normaler. Maar toch veel dingen gedaan en gezien, die je anders nooit tegen komt. Zoals:

- Het huis. Ik moest heel erg aan onze familie denken, vooral aan opa Dolf; Waarom weet ik niet, maar het gevoel was er wel. Ondanks dat alles buiten gebeurde voelde het er heel knus aan. Nogmaals: Ik baal verschrikkelijk dat ik geen foto’s heb kunnen nemen.

- Het eten. Naast de Nasi Kuning en andere Balinese lekkernijen heb ik voor het eerst Bubur gegeten…gadverdamme. Een bruine bonenpap zwemmend in warme melk is het voor mij toch niet helemaal.

- Lawaai. Dan bedoel ik niet schreeuwen of luide muziek, maar waar wij bescheiden achter onze hand niezen, schreeuwen zij alsof ze vlak erna hun been hebben gebroken op twee plaatsen. Verder rochelen, spugen en boeren ze erop los alsof ze elkaar willen overstemmen; Op het Holtus-zeilkamp was ik al wel wat gewend, maar als Ibu (met maar 1 tand) een lekkere groene rakker vlak bij je slippers op de grond legt terwijl je Bubur aan het eten bent; Een dunne pap met harde stukjes, allebei.

- Het tempo. Ik heb gezien dat het Gamelanorkest (waarover straks meer) het daadwerkelijk heeft gepresteerd om 2 uur te doen over het inparkeren van een pick-up. Ik heb gezien dat het Gamelanorkest (waarover straks meer) het daadwerkelijk heeft gepresteerd om 2 uur te doen over het inparkeren van een pick-up. Het feit dat het hier 2 keer staat benadrukt het feit dat het zeer speciaal is. Op zijn Indonesisch uiteraard: Eerst de auto dwars over de weg zetten, dan door de familie (bij ons) uitgenodigd worden voor koffie en wat te eten; anderhalf uur praten en lachen over hoe je het zou kunnen doen; uiteindelijk met zijn allen helpen. Dat wil zeggen: 1 achter het stuur, 1 op de passagiersstoel, en de rest (stuk of 20) erom heen met de armen over elkaar met genoeg commentaar. De ceremonie begon om 4 uur, dus toch genoeg tijd, geen haast.
Zo rond drie uur kwam neef Wayan thuis met een sarong speciaal voor mij, omdat je natuurlijk wel degelijk voor de goden moet verschijnen. Voor de laatste keer: Het is zeer vervelend dat ik geen foto’s heb kunnen nemen.

De ceremonie
Om 4 uur zou alles beginnen, dus begon het om 5 voor 6. Maar vooraf veel gepraat met mensen, voor zover mijn gebrekkige Bahasa dat toeliet. Wel telkens hetzelfde: Hoe heet je, waar woon je, waar kom je vandaan; Maar ondanks dat kreeg ik het gevoel dat ik er ook bij hoorde. Meer als bij de voorbereidingen. Tijdens de ceremonie doet de hele Jalan Kesari mee, en toevallig is dat ook allemaal familie van elkaar, dus kent iedereen…eh…iedereen. Dat is ook wat Winda tegen mij zei: de ceremonie is eigenlijk een bijzaak. Het is veel leuker om iedereen weer eens te zien bij elkaar. En ze heeft gelijk. Alle stuk of 50, 60 waren ze blij en enthousiast, en waar mensen in de kerk stilletjes bidden is het hier gewoon feest, zoals het hoort.
Maar voordat het 5 voor 6 was, heb ik ook mogen spelen op het Gamelan; een hele eer. Maar voor iemand die 8 jaar gitaar speelt is het toch verrekkes moeilijk om op zo’n koperen trommel te slaan. Een tip: speel zo onregelmatig mogelijk. Er zit absoluut geen maat in, maar toch spelen ze op een onregelmatige manier dat het goed klinkt. Vreemd. Verder ben ik ook diep geraakt door het feit dat te midden van het helse lawaai (en “helse lawaai” gebruik ik in zijn volledige context) op de schoot van een muzikant een 4-jarig kindje vredig lag te slapen.

Maar, uiteindelijk, na gespeeld, gepraat, gelachen en gegeten te hebben (het blijven Indo’s, je zou wel eens honger kunnen hebben; nee toch?) was het zo ver. Onder de muziek en gezang van ouwe mannen werd iedereen gezegend met water en bloemen, onder wie moi. Eerst gekeken hoe het moest, en dan zelf gedaan. Eerst drie keer bidden, met je handen boven je hoofd en bloemblaadjes tussen je vingers en achter je oor. Die blaadjes moeten per gebed wel vervangen worden, dus er gingen grote schalen rond met kleurrijke bloemen. Daarna werd iedereen 1 voor 1 gezegend; dus met (heilig) water besprenkeld worden, daarna drie slokjes ervan drinken, een keer je handen laten vullen om het water zelf over je hoofd heen te gooien (of je haar nog eens goed achterover te strijken), daarna nog eens besprenkeld worden en dan natte rijst op de grond gooien, op je hoofd en beide slapen plakken, en een paar korreltjes eten. In die volgorde. Ik moet zeggen: Als heiden voelde ik me zeer vereerd (bij gebrek aan een beter woord) om mee te mogen doen, en ik ben er echt nog steeds van onder de indruk.

Trouwens, nog een typisch beeld: Tijdens het bidden werd er nog steeds vrolijk gepraat en gelachen. Wat zijn christenen eigenlijk SAAI…

Daarna dit alles (wat 5 minuutjes duurde) nog eens praten, lachen, drinken en (allemaal in koor) eten. Grote schalen rijst, groente, kip, en er bleef nog over, ondanks dat de hele straat mee at. Er is mij een paar keer gevraagd of het niet te pittig was, maar dat viel wel mee. Er stond een kleiner schaaltje met sambal, maar die heb ik toch stiekem laten liggen. Daarna gepraat met wat oudere vrouwen met hun dochters, en ik voel me zeer trots te zeggen dat die moeders mij graag zouden willen adopteren als hun zoon. De dochters zouden dat liever niet willen, omdat het zo raar is om met je eigen broer te trouwen. (Ja sorry hoor, maar dit is toch iets wat ik niet weg kan laten…)

Daarna was het tijd voor de eindceremonie. Dus allemaal in het zand voor het altaar rond een vuurtje zitten, en met offers en water boven je hoofd de goden eren. Dit alles weer onder het gezang van ouwe mannen en het gemompel van diezelfde man die het (heilig) water serveerde. Het enige ‘barbaarse’ in mijn ogen is dat er bloed nodig was om de offers mee te besprenkelen. Bloed van kleine kuikentjes, die ter plekke werden geslacht. Aiai…

Daarna weer naar huis, afscheid genomen van iedereen (yep, IEDEREEN. Verhalen doen hier als een lopend vuurtje de ronde, dus iedereen kent je. Serieus 0% privacy, wat op zich ook wel zijn charmes heeft). Maar daarna nog eens afscheid genomen van Winda, en dan om half 9 ’s avonds terug naar huis.

Nabeschouwing? Je zou voor minder al spontaan Hindoe worden, al was het alleen maar om vrienden te maken. En feest, religieus als het mag zijn, is hier ook echt feest. Geen moment verveling, alles in mooie kleuren, en ik ben zeer, zeer trots om mee te mogen doen. Als afsluiter zeg ik u:

“Is u geestelijk verdicht? De hindoe helpt u naar het licht!”

zaterdag 16 augustus 2008

Verzekerd!

Inderdaad. Vanaf vrijdag kan ons met de motor niets meer gebeuren als we een klein beetje oppassen, want daar waar Interpolis en consorten zich bezig houden met het afwikkelen van schades van ongevallen, zijn ze op Bali veel verder.
Want waarom zou je, in plaats van betalen na een ongeluk, niet gewoon voorkomen dat er ongevallen optreden? Dat scheelt een hoop ellende.

En voor dat voorkomen (klemtoon op de tweede lettergreep aub) zorgen de goden. Gewoon, omdat ze dat kunnen.
Nu moeten ze het nog willen natuurlijk, en daarvoor zijn er weer ceremonies die bij aanschaf moeten plaatsvinden en jaarlijks tijdens Tupek Landep (zie het stuk van 3 augustus worden herhaald.


Dus moest onze motor er ook aan geloven. Zie de foto’s. De offers vallen er vanzelf een keer af; alleen van toeristen (duh, wij zijn na zes weken natuurlijk he-le-maal toerist “af”-not) krijgen we vreemde blikken tijdens het rijden. Balinezen vragen alleen maar of-ie nieuw is en steken hun duim op bij een bevestigend” ja”.

Dus àls het nu nog mis gaat, is dat de wil van de goden – en daar kun je toch niets aan doen als gewone sterveling. En het is een heel stuk goedkoper dan een all risk polis, zegt de zuinige Hollander in mij zachtjes.

Nu, met twee motoren voor de deur, hebben Arjuna/Rob en Steffie Elise gisteren van school gehaald. Steffie heeft doodsangsten uitgestaan – niet voor zichzelf, maar kijkend naar Robrecht die met hoge snelheid de Bypass onveilig maakte.
De goden hebben blijkbaar overuren gedraaid, maar het is goed afgelopen. Ik vind overigens dat hij prima rijdt, maar door de ogen van een moeder ziet dat er toch anders uit. Ik krijg in ieder geval met terugwerkende kracht veel begrip voor de mijne, die me destijds van een Suzuki 750 afpraatte en in een auto. Veiliger.

Wat we vergeten zijn te vermelden: de Gooische Vrouwen, waarvan Steffie de eerste 3 seizoenen meekreeg op DVD, zijn hier nu een hit. Met dank aan de geefsters in België: jullie hebben een enorme bijdrage geleverd aan de culturele verrijking van een deel van de Nederlandse gemeenschap hier. Uit overwegingen van privacy laten we de namen onvermeld, maar er zijn er een paar die zes (6) uur onafgebroken hebben gekeken. Ik bedoel maar.

Stephanie komt vanmiddag uit België hier aan; zij zal één en ander bij terugkomst kunnen bevestigen.

En Robrecht is, nadat we gisteravond nog even zijn gaan biljarten, vanmorgen voor dag en dauw vertrokken naar een upacara, de tempelceremonie waarvoor hij is uitgenodigd. Ik hoop, mèt fototoestel. Wij zijn erg benieuwd naar zijn ervaringen.

O, voor ik het vergeet: we hebben wat links toegevoegd hiernaast. Links naar de websites van een paar van onze vrienden hier. Het is in België en Nederland toch rotweer, hebben we begrepen: dan is het vast wel leuk om daar eens door de digitale tropen te grasduinen.....veel plezier!

donderdag 14 augustus 2008

En soms gaan dingen dan onverwacht snel.

Een voorbeeld: waar de schoolkleren van Elise pas over een week klaar zouden zijn (zei de mevrouw die ik eergisteren belde om te vragen waar het toch bleef) liggen nu klaar; we kunnen ze over twee uur ophalen.

De plat nommor van ons motorfietsje zou nog heel lang op zich laten wachten, zei men eergisteren. Dus vanmorgen hebben we ons zilveren monster, inclusief de nummerplaten, opgehaald.

Het Balinese personeel van het parkje hier is unaniem in hun mening: de kleur is p-r-a-c-h-t-i-g. Kijk trouwens zelf maar. Wij vinden het ook mooi en fans van Jan Cremer weten natuurlijk waarom het een zilverkleurige moest zijn. Het is dan wel geen Harley, maar het idee is er. Had ik al verteld dat Stef en ik ons 17 voelen? Kijk zelf maar.

Morgen wordt de verzekering er op gezegend. Wij zijn benieuwd.

Verder is Robrecht pardon Arjuna momenteel de hort op; hij is door Winda, een Balinese mevrouw (en natuurlijk eentje uit de hoogste kaste, meneer doet niet minder) uitgenodigd om zaterdag met haar familie een of andere belangrijke tempelceremonie bij te wonen. Daarvoor moet hij natuurlijk de juiste kleding hebben: niet alleen een sarong en een wit overhemd, maar ook een kain poleng, d.w.z. een zwart/wit geruite “over-sarong”, een sjaal (saput) en een hoofdband (udeng). Wij zijn erg benieuwd waarmee hij thuiskomt.

Zodra we Robrecht en Elise trouwens terughebben, maken we foto’s van ze in hun nieuwe kleding.

En verder durf ik het niet te geloven, maar gisteren was ik bij Citra en die vertelde dat onze Kitas klaar is en dat, misschien, volgende week de werkvergunning binnen is. Dat zou betekenen dat ze in Surabaya kunnen gaan inklaren......maar dat gaat vast niet door. Dit is om ons te testen. Vast.

Maakt het iets uit? Nee, eerlijk gezegd niet. We zien wel. Het is uit onze handen en dus niet de moeite waard om je druk over te maken. Nog even, en ik kan cursussen gaan geven vanuit een diepe innerlijke rust.

Ohm santi santi santi ohm

woensdag 13 augustus 2008

Woensdag - een update

Maandag ben ik met Jos op stap geweest; eens praten met mensen in de warung en in de omgeving van het stuk grond dat we willen hebben. Tenslotte zou het vervelend zijn als je terecht kom in een dorp waar men niet zit te wachten op buitenlanders – je bent sneller weggepest dan je “hoe maakt u het” kunt zeggen, als het een beetje tegenzit.En hoe kun je dat beter doen dan er maar eens heen te rijden (15 minuten vanaf centrum Sanur, op de brommer) en Jos zijn contactuele talenten te laten aanspreken?

En natuurlijk kune je dan ook nog even checken of de prijzen wel kloppen, hoe het zit met water, electriciteit, telefoon, toestemming om te bouwen....

Dat lijkt er allemaal wel goed uit te zien: er worden vlakbij nog vier villa’s gebouwd, er wonen al een paar bulehs (buitenlanders), de weg is publiek, dus geen jaarlijkse (stijgende) bijdrage aan de banjar voor het gebruik van hun weg – dus nu nog maar eens kijken naar de formele kant van de zaak.

Met Dolf zijn we al een het praten geweest hoe een huis er ongeveer uit zo kunnen zien; hij heeft er al een paar gebouwd in de 20 jaar dat hij hier woont en weet waar je op moet letten. En dat zijn toch wel weer andere dingen dan in België of Nederland. Om maar eens iets te noemen: waar “tocht” een vloek is in de perfect geïsoleerde huizen in onze streken, is het hier een zegen: zorg ervoor dat het kan doorwaaien in je huis. Houdt wel rekening met de windrichting, als je het terras van je huis vol op de wind zet in de droge moesson (nu), krijg je bij harde wind je eten in je gezicht. Wind van opzij, beschutting etc. is dus handig.

En liever geen zonnig terras, nee. Schaduw, daar gaat het om.

En als je dan ook zeezicht wil (en dat willen wij natuurlijk) stelt dat meteen eisen aan je locatie.

Dit zijn er maar een paar; zo kregen we nog wel wat meer langs, waar –in ieder geval ik- eens mens niet zo snel aan denkt. Ligging van het zwembad, guesthouses, tuin.... we gaan ons niet vervelen.

Robrecht/Arjuna ook niet. Hasron was hier, en de mannen hebben afgesproken dat Arjuna eind september meegaat naar de familie van Hasron op Sumatra. Dan is het Leboran (Idul Fitri), het einde van Ramadan. Heel veel Indonesiërs die ver van huis werken, gaan dan naar hun familie en in deze volksverhuizing gaat dus een Herfkens mee. Met de bus (!!) van Denpasar over zee naar Java, het eiland over naar Jakarta en dan even rust (logeren bij Hasron). En dan van Jakarta met de bus over zee naar Sumatra, meer specifiek: naar Minangkabau, in het westen dus. Voor de ouderen onder ons: de Padangse Bovenlanden (zie kaartje hiernaast, daar waar de blauwe lijnen elkaar kruisen is het ongeveer).
Daar gaat hij dus in de kampong logeren en in oktober keert-ie, deze keer per vliegtuig, van Padang terug. Hasron zegt dat het een hele leerzame ervaring voor hem wordt. Ik ben de laatste om dat te ontkennen. Als hij maar niet getrouwd terug komt.

Elise gaat hier fluitend naar school; gisteren vertelde ze wel dat het toch wel heel erg heftig was, al die nieuwe ervaringen en indrukken. Wij kunnen ons daar van alles bij voorstellen: in ruim vier weken afscheid nemen van je oude school en vriendinnetjes, emigreren en meteen naar een nieuwe school waar het er totaal anders aan toegaat – het is ook niet niks. Vanmiddag krijgt ze bijles Indonesisch, ze schijnt wat achter te lopen op haar klasgenootjes. Vinden wij niet zo vreemd. Met wiskunde is ze de beste, dus haar zelfvertrouwen zal er niet onder lijden.

En het is ook wel erg gezellig, ’s morgens om 7 uur drinken we samen thee, om half 8 breng ik haar op de brommer naar school. Zo hoor ik nog eens wat, de vorige jaren was ik altijd al lang weg tegen de tijd dat de dag van de kinderen begon. En nou kan Steffie ook eens buiten de dagelijkse tredmolen van dingen “moeten”.

Brommer? Nee, maak je geen zorgen, we hebben ‘m nog steeds niet. Ik heb de huur van ons tijdelijk exemplaar maar een maandje verlengd. Want: de motor staat klaar, de papieren zijn in orde, het kenteken ook. Maar nu is het politiebureau door de voorraad nummerplaten heen, dus kan de plat nommor niet gemaakt worden. Gaat nog wel even duren.
Zo gaat het overigens met alles hier: er worden geen spullen besteld als ze dreigen op te raken, maar pas als ze echt helemaal op ZIJN. Zoals ons huis pas in orde werd gemaakt toen we er waren, en geen moment eerder, gaat hier alles. Het went, ik maak me op het moment eerlijk gezegd nergens meer druk om. Helpt toch niet, we zien het wel. Benieuwd of dat blijft, het zou een zelfoverwinning van Olympische proporties zijn.

Die Spelen gaan ons hier trouwens volledig voorbij; ik hoorde dat een Indonesische mevrouw brons heeft gehaald bij het gewichtheffen en de Nederlandse 4x100 vrouwenzwemploeg heeft goud.

Veel belangrijker: 14 augustus Balinese feestdag, 17 augustus Indonesische onafhankelijkheidsdag en volgende week begint Galungan. Dat is leuk en lastig, want Nyoman, onze pembantu, heeft dan net als de rest van Bali vrij. Zelf poetsen en wassen dus....

Ik ga ermee stoppen, het is momenteel een beetje paniek in de tent: er is een waterlekkage op Robrecht’s slaapkamer, Nyoman komt doorweekt beneden – er is een leiding gesprongen dus komen er nu een man of acht binnen. Dat betekent waarschijnlijk dat er zo meteen één een nieuw stuk leiding gaat halen, een andere een stuk gereedschap, de derde zet het weer in elkaar en die andere vijf zijn gewoon ook heel erg nodig. Voor de morele ondersteuning.

maandag 11 augustus 2008

De motorfiets in Bali

Het stukje over onze ervaringen in het Balinese verkeer leverde een reactie op van onze vriend Dolf Versteegh. Hij stuurde een stukje uit zijn boek 'Bali Impressions', dat we met zijn toestemming hier graag overnemen.

Het ergste is, dat het volkomen waarheidsgetrouw is.

Dolf, the floor is yours.

----------------------------------------

De motorfiets in Bali

De brommer is de gezinsauto van de Balinezen,
Er kunnen maximaal zes personen op plaats nemen
en hij haalt honderd kilometer per uur,
in een paar seconden,
sneller dan zo’n vadsige Bee em wee.
De overheid heeft de fabrikanten verplicht
ze geluidsarm te maken,
maar dat is met een vijltje gauw verholpen.
Helmen zijn verplicht,
sinds kort zelfs die van astronauten,
maar je hoeft ze niet vast te maken,
het is dan ook steeds een getob,
hem terug te vinden na een aanrijding.
Bij ceremonies hoef je er ook geen op,
want dan ben je automatisch door de goden beschermd,
kinderen zitten ook in die verzekering..
Met zo’n machine mag je overal rijden,
van hot naar her en tussendoor,
De ogen van de bestuurder zitten ongeveer een meter
achter het voorste punt van het vervoermiddel
en de gebouwen staan meestal tot de hoek van een kruispunt,
dus zet je eerst je brommer op de weg
en daarna kijk je of het had gekund...
De totale breedte van het voertuig
inclusief het volk erop is maar vijftig centimeter
en dat is precies de afstand tussen twee auto’s...
De aanbetaling is maar een maandsalaris
en de rente is vijfen dertig procent,
je betaalt hem dus twee keer,
maar met zoveel man erop,
heb je dat er zo weer uit.
En dan de laadcapaciteit,
die is enorm.
Bijna alles wat niet in je auto past kan op een brommer,
van schilderijen tot twee meter breed,
negen waterflessen van twintig kilo,
een varken tussen je in,
twintig kippen of eenden aan je stuur
en ga zo maar door..
Vrouwen mogen schrijlings achterop zitten,
want met een sarong kan het niet anders
en zonder sarong ben je het zo gewend.
Kinderen leren het al vanaf een jaar of twee,
bij hun vader op schoot
of staande als een windvanger.
Natuurlijk heeft iedereen liever een auto,
maar je moet er niet aan denken als het zover is,
je pakt nu al een brommer als je ergens snel moet zijn...

Fietsen doen ze hier alleen maar aan de vlakke kust,
in het binnenland zijn de wegen te steil.
Alleen oudere mensen, handelaren en voddenrapers –pemuluh-zie je er op. Hele oude hollandse fietsen van voor de oorlog,
het zijn bijna allemaal “Pongers”-Fongers.
Er is een club van welgestelden
die ze hebben laten restaureren en opnieuw verchromen
en soms maken die een rit met z’n allen door de stad,
uitgedost in prachtige kleren uit de oude tijd,
een geweldig gezicht,
iedereen stopt dan om te kijken.


Het Sanur Village Festival

is gisteren geëindigd, onder andere met een vliegerwedstrijd die de hele dag en avond (vliegers met verlichting, looplichtjes etc.!!!!) heeft geduurd en waar in verschillende categorieën harde strijd is geleverd. Ademloos gekeken. Om je een idee te geven: de staarten van die 5 gelijkvormige vliegers die je in de lucht ziet op de laatste foto, zijn ca. 80 meter lang.

Beelden zeggen meer dan woorden. Veel plezier met de foto's die Jos maakte.












zaterdag 9 augustus 2008

En wat hebben we de afgelopen dagen gedaan?

Eindelijk eens niet zo veel – d.w.z. dat we nu twee keer naar het Sanur Festival zijn geweest: met de opening natuurlijk, maar ook de volgende dag – want ik trof ineens een mailtje aan in de post van Vincent en Wendy – ze bleken getrouwd, op huwelijkreis....en in Sanur!

Dus afgesproken, het festival bezocht (maar wel ver van het podium, gelukkig) en daarna wat gaan eten en thuis op het terras, waar ook Hasron aansloot, bijgepraat. Helaas moesten ze vrijdag al weer terug naar Nederland....

Elise kwam vrijdag volkomen afgedraaid van school – een week met zoveel nieuwe indrukken hakte er wel in, ze was echt doodop. Maar ze vindt het gelukkig nog steeds erg leuk!

De opening van de Olympische Spelen hebben we op de Indonesische TV mogen aanschouwen. Ongeveer de helft van de tijd werden we blij gemaakt met reclames, waarbij zeker 14 keer een of andere directeur van een zeecontainer-bedrijf een kletsverhaal ophing. Kortom: vandaag op Youtube nog maar eens gekeken. De Olympische Spelen zijn hier amper te volgen (het gaat niet zo lekker tussen Indonesië en China) en dus probeer ik via een proxy NBC te krijgen maar dat gaat nog niet. Eens zien dat we een expert kunnen inschakelen....

Ja, we zijn nog steeds met die grond bezig. Maar heel erg voorzichtig, want we willen liever niet bij de grote groep mensen horen die hier flink bij de poten is genomen. De eigenaar is daar niet bij mee. En daar geef ik niets om. Puh. Het zal wel, hoe goed je je ook voorbereidt: op eigen houtje gaan wij hier geen verplichtingen aan, geen voorschotten betalen etc. Tot alles perfect is uitgezocht en goedgekeurd door een hele goede notaris gebeurt er helemaal niets.

Gelukkig krijgen we hulp van onze vrienden hier; gistermiddag en vanochtend hebben we bij Dolf en Carin al een eerste indruk gekregen hoe het er uit zou kunnen gaan zien (en afschuwelijke verhalen gehoord van Nederlanders die even niet zo goed opgelet hadden). En Jos blijft natuurlijk onmisbaar met zijn inzichten en contacten hier; ik ga met hem binnenkort onderzoeken of de lokale gemeenschap nou wel zo blij zou zijn met onze eventuele komst en andere addertjes onder het gras - of eerder: pythons onder het alang alang.

Vanavond gaat onze Arjuna op stap naar het Festival met Sari. Wij mogen niet mee – en dat willen we ook niet, Hasron komt dadelijk en blijft tot maandag, da’s ook gezellig.

O ja; sinds gisteren doet de jacuzzi het ècht. Wij wisten het niet, maar dat ding blijkt verwarming te hebben zodat je niet in koud water van zo’n 29 graden hoeft te bubbelen, maar ‘m gewoon tot een lauwe 40 graden kan opstoken. Vanmiddag geprobeerd- 34 graden is ook best lekker. Een graad voor elke dag dat we hier waren zonder functionerend bubbelbad – en we hebben het niet eens gemist. Wat kun je toch wennen aan primitief leven.......

Het verkeer.....

Inmiddels rijden we nu een paar weken rond met een motorfietsje. Nog niet de definitieve, want de kentekenplaat is nog niet af (zou een week duren, we gaan nu dus naar week 3) maar met een gehuurd exemplaar.

Nou ja, motor....het is zo’n scootermodel waar in Nederland bi-culturele kansenjongeren in prachtwijken op rondscheuren, zonder helm natuurlijk want dat moet mogen van de buurtregisseur omdat-ie anders geen respect heeft.

Maar dan wél 125 cc, dus 100 haal je er op je sloffen op. En dat is hier heel, heel erg hard. Waarom?

Ten eerste gebruiken Balinezen hun spiegels uitsluitend om te zien of hun haar goed zit; achter zich kijken doet hier niemand. Het is eigenlijk net skiën: kijk voor je, alles wat er achter je gebeurt lost de persoon achter je maar op.

Dat betekent natuurlijk ook, dat invoegen een stuk eenvoudiger wordt: je kijkt uitsluitend naar de plek waar je heen wilt en draait het gas open. Het kijken naar het aanstormend verkeer is niet bedoeld om te zien of het kan, maar om te tonen dat je ze hebt gezien en er dus ruimte voor je gemaakt dient te worden.

Ik moet zeggen: het werkt.

Verder rijdt iedereen hier natuurlijk links. In België en Nederland deed ik dat trouwens ook altijd, maar voor anderen kan het wennen zijn.

Dat doen Balinezen overigens met een (fl)air alsof ze al rijden sinds ze kunnen lopen en meestal is dat ook zo. Wees dan ook niet verbaasd als je hier een jongetje van een jaar of negen op zo’n motor ziet scheuren met 3 vriendjes achterop. Rijlessen heeft hier niemand gehad, een rijbewijs koop je gewoon op het politiebureau na het afleggen van een testje en zonder testje kan het ook maar dan is het iets duurder.

Snelheidslimieten zijn een onbekend fenomeen, digitale flitskasten, radarcontroles en struikrovers met laserguns dus ook. Je gaat gewoon zo snel als je durft. Op twee wielen kan dat leiden tot grappige verrassingen, omdat kuilen in de weg diep kunnen zijn, putdeksels soms een centimeter of 10 uitsteken, er grote keien op de weg kunnen liggen en ook tegenliggers inhalen wanneer ze daar zin in hebben – en niet wanneer er ruimte is. Want die ruimte maak jij dus, zeker als die tegenligger een hele dikke auto is. Het recht van de sterkste.

Te langzaam rijden is ook niet fijn, want dan wordt je links en rechts ingehaald door lieden die vervolgens vlak voor je laten zien dat ze de kunst van het “snijden” tot in de perfectie beheersen.

Wegsignalering is eveneens een beetje anders. Waar ik me vroeger wel eens ergerde aan een versmalling op de snelweg, van drie rijstroken naar één, en dan kilometers pylonnetjes omdat er ergens een stukje vangrail uitgedeukt wordt door twee kantonniers, ben ik hier van die ergernis verlost.
Een tak met een lap, eventueel met een bordje “hati hati – ada projek” erbij, betekent dat ca. 40 centimeter daarna een stuk weg is verdwenen of dat er vier mensen op hun hurken de rijbaan versperren omdat ze een wiel verwisselen van een vrachtauto die nog eigendom is geweest van Multatuli.

Valhelmen zijn verplicht, maar ook erg warm. Dus doe ik (dom, ik weet het) die alleen op als we over de snelweg moeten want daar is-ie verplichter dan elders. En nodiger, trouwens. Zonder helm stoppen bij een agent om de weg te vragen leidt tot een zonnige glimlach en de juiste richting. Geen woord over je butsmuts, heerlijk.

En verder is het afsnijden van bochten een nationale sport; bijgaande plaatjes vond ik op Internet en ze geven exact weer hoe men rijdt. Vandaar dat je de toeter ruimhartig gebruikt, zeker bij het naderen van een onoverzichtelijke bocht. Dat waarschuwt de wegpiraat aan de andere kant dat je er aan komt en hij/zij niet binnendoor de bocht moet komen; en als je zelf niets terughoort, kun jij dus ook mooi kort door die bocht. Een kapotte toeter is dus heel erg gevaarlijk.

Vooral omdat er nog een hele belangrijke fundamentele regel is: bij een aanrijding is de buitenlander schuldig.

En vaak is dat ook zo: waar Balinezen een vloeiende manier van rijden hebben ontwikkeld en er dus toch (ongeschreven) regels bestaan, hebben sommige buitenlanders in hun overmoed het idee dat geen regels betekent: leef je maar uit. Zie bijgaand filmpje http://nl.youtube.com/watch?v=kZ0V15Ic8cc&feature=related . Het zal je niet verbazen dat er dus wel eens wat mis gaat hier...