zondag 31 mei 2009

All work and no play...

...makes Robert a dull boy. Daarom even iets anders.
Want naast het studeren zijn er nog andere dingen aan de hand.

Audities. Jaja. En niet zomaar audities. Neenee.
University's Drama Society (UDS) heeft voor volgend semester 2 stukken op het programma staan, en yours truly gaat proberen om in beiden te spelen.

De eerste is getiteld "Us Kings", een komedie over 2 studenten die een derde housemate zoeken. Een komedie met veel sexuele referenties, alcohol, drugs...afijn. Leuk leuk leuk.

De tweede gaat met de naam "Tower to the sun", een drama over een wetenschappelijke firma met een supercomputer. Gelegen in Antarctica, de karakters voelen zich geisoleerd, en na een ondenkbare gebeurtenis gebeuren er...eh...dingen.
(een karakter van dit spel heet Robert, en raad eens? Hij is security guard!)

Voor meer info, zoek op Facebook naar de titels, en voila. (als je geen Facebook hebt, tough beans. Zoals ik, zoek een vriend die wel Facebook heeft :D)

Maar, ijdel zijnde, is toneel niet genoeg.
In september is het de U-film festival! Maak je eigen film-festijn! Al druk aan het schrijven en denken en organiseren, Yugo ook, en samen proberen we iets unieks, iets groots, iets revolutionairs op het doek te zetten waar Stanley Kubrick's mond van open valt.

Verder ben ik helemaal weg van en into Led Zeppelin. Probeer liederen van hen na te spelen, wat wel aardig lukt, en Yugo zingt gezellig mee, (Stairway to Heaven [alleen die verrekte solo kan ik nog maar half], Black Dog, Babe I'm gonna leave you, Dazed and Confused, Immigrant song, whole lotta love, heartbreaker, dancing days, bring it on home). Al heb ik zo het idee dat het met mijn elektrische gitaar veel beter klinkt. Ik mis het ding dan ook heel erg.

Tot zover de creativiteit van het rechterbrein. Ondanks al het leuke wat nog moet komen, zal ik eerst door de rijstebrij berg van de linkerbrein heen moeten eten (examens dus).

Over een week begint het feest.

Onze kleine, grote vriend.

Hij is er weer!
Hasron,onze grote vriend uit Sumatra.

D.w.z. oorspronkelijk uit Sumatra, want Hasron is reisgids en vergezelt groepen Nederlandse toeristen (altijd Nederlanders omdat hij vloeiend Nederlands spreekt) die een tour over Java maken en eindigen op Bali voor een paar dagen rust waarna hij ze weer naar het vliegveld Denpasar brengt om naar huis te gaan.

Steeds als hij op Bali aankomt, komt hij gezellig bij ons logeren voor de laatste dagen van zijn tour. Niet dat we hem dan veel zien want op het kantoor van het reisbureau heeft hij nog altijd veel administratief werk te doen en niet te vergeten het afscheidsdiner met zijn groep.
Gelukkig kan hij wel af en toe met ons mee eten en tijdens die momenten leren we ongelooflijk veel van hem.

Het is n.l. zo dat op Sumatra ABI (Algemeen Beschaafd Indonesisch)wordt gesproken. Het is een enorme leerschool om met hem Bahasa Indonesia te mogen spreken. Hij is enorm geduldig en heel af en toe kunnen we hem ook nog es een woordje Nederlands bijleren maar echt nodig is dat niet meer bij hem.
Dit in tegenstellig tot het merendeel van de Balinezen die over het algemeen erg graag Engels willen leren en waar ik om een boek over layang-layang vraag, ik niet begrepen wordt en pas na enige uitleg incl. de nodige genante gebaren, er wordt gezegd "oooooh, kite!".
Fantastische mensen hoor, die Balinezen, maar om de taal te leren is een Sumatraan toch beter.

Hasron dus.
Hem hebben we jaren terug leren kennen als onze persoonlijke reisgids toen wij als gezin een tour over Java wilden doen.
Hij was net afgestudeerd en wij waren zijn "eerste toeristen".
Samen met chauffeur Adi heeft hij ons Midden- en West Java laten zien.
Begonnen in Jokyakarta eindigde na de eerste week het officiele reisgedeelte in Semarang.
Het klikte zo goed dat we de beide heren hebben gevraagd nog een weekje langer bij ons te blijven want wij wilden nog verder reizen naar Surabaya, Malang, Tretes, Bromo enz.
In Semarang op de laatste officiele dag na de lunch heeft Hasron zijn "werkkleding" uit gedaan en ingeruild voor zijn casual.
Met z'n zessen hebben we toen nog veel plekken bezocht op Oost-Java en er waren er ook bij waar Hasron zelf nog niet geweest was, wat weer goed was voor zijn job.
Uiteindelijk hebben we Hasron in Surabaya op het vliegtuig gezet naar Jakarta, waar hij woont. Sindsdien zijn we altijd contact blijven houden en is hij zelfs al een keer bij ons in België geweest.

Vandaag nog gezellig met hem kunnen ontbijten, nu is hij nog aan het werk, vanavond nog samen eten, muda-mudahan, en morgenochtend is Hasron weer vertrokken naar Jakarta.

De volgende keer als hij komt zal het in een ander huis zijn!

vrijdag 29 mei 2009

Bureaucrazy (let op: dit kost even tijd....)

We zijn hier nu al weer bijna 11 maanden en dat betekent dat we onze verblijfs- en werkvergunningen moeten gaan verlengen want dat moet ieder jaar.

In de naïeve veronderstelling dat zoiets een kwestie was van paspoorten inleveren en betalen (want onze vingerafdrukken liggen tenslotte al lang vast) ging ik naar Citra, onze vriendin bij Bali Idé.

Maar zo eenvoudig kwam ik er niet af! Nee, de regels waren inmiddels gewijzigd. Waar je vroeger het toch al substantiële bedrag van 1200 US dollar per persoon voor een werkvergunning bij Citra kon betalen door het voortvarend trekken van een creditcard, is dat tegenwoordig anders.

Je moet (let op) die 1200 dollar cash betalen. In dollars. Alleen biljetten van 100 dollar, kreukvrij. I shit you not, echt waar. Dan rijst natuurlijk de vraag: waar vind ik 100-dollar biljetten, kreukvrij?

Het antwoord daarop is heel simpel: in de USA natuurlijk. Even op en neer en Bob’s your uncle! Wie zegt er hier dat Indonesische ambtenaren het je onnodig moeilijk maken? Nou? Nou?

Lui als ik ben, had ik daar geen zin in. Bovendien KAN ik helemaal niet naar de USA omdat mijn visum nog maar ruim een maand geldig is en ik dus geen exit-vergunning krijg. En mijn paspoort ligt trouwens bij de Immigratiedienst. Wat nu? Even bellen met het Informele Circuit...........

Juist. Het kan ook anders: geld storten op de rekening van de Immigratiedienst met twee speciale formulieren die bij de Bank Negara Indonesia te krijgen zijn. Ik heb die formulieren netjes ingevuld en hup: naar mijn BNI filiaal.

Helaas: “U kunt hier niet met uw creditcard 2400 dollar storten. “

“Hoezo? Er staat een veel grotere limiet op die creditcard dan 2400 dollar!”

“Ja, maar wij hebben onze eigen limiet van 350 dollar. U moet naar een groter BNI-kantoor”.

Vol gas naar het BNI hoofdkantoor in Sanur, waar zich het volgende gesprek ontspon:

“Helaas, u kunt hier niet met uw creditcard 2400 dollar storten. “

“Hoezo? Er staat een veel grotere limiet op die creditcard dan 2400 dollar!”

“Ja, maar wij hebben onze eigen limiet van 350 dollar. U moet naar het Bank Indonesia International kantoor in Denpasar, daar kunt u cash opnemen en dan komt u met cash geld terug. Wij storten dan rupiahs tegen de dagkoers van vandaag dus haalt u 2400 dollar of 25 miljoen en nog wat rupiahs dan komt alles goed. Ik bewaar uw formulieren”.

“Taxi! Naar BII in Denpasar!”

Daar mocht ik een nummertje trekken (niet zelf, dat deed een geüniformeerde meneer) en wachten. Net zoals de taxichauffeur op mij deed.

En het volgende gesprek, toen ik aan de beurt was:

“Helaas, u kunt hier niet met uw creditcard 2400 dollar storten. “

“Hoezo? Er staat een veel grotere limiet op die creditcard dan 2400 dollar!”

“Ja, maar u heeft een kopie van uw paspoort bij u. Wij moeten het origineel hebben”.

“Dat ligt bij de Immigratiedienst! Dáár heb ik nou net dat geld voor nodig!”

“Het is me wat. Wij hebben een daglimiet van 350 dollar of 5 miljoen rupiah, die kunt u trouwens hier uit de ATM halen. Dus als u nou een week lang iedere dag terugkomt, is alles voor elkaar.”

“Taxi! Naar Bali Idé in Sanur!”
Onderweg bellen: “Citra, heb jij mijn paspoort nog of ligt dat al bij Immigratie?”

“Nee Peter, dat ligt hier. Kom maar halen.”

Bij binnenkomst: “O nee, het ligt hier niet. Ik laat het brengen, binnen tien minuten is het hier.”

Dus kon ik 40 minuten later mèt paspoort de strijdkreet: “Taxi! Naar BII in Denpasar!” aanheffen.

Daar aangekomen mocht ik een wéér een nummertje trekken (niet zelf, etc.) en weer wachten. Net zoals mijn inmiddels goede vriend de taxichauffeur op mij deed.

Het volgende gesprek, toen ik aan de beurt was:

“Helaas, u kunt hier niet met uw creditcard 2400 dollar storten. “

“Hoezo? Er staat een veel grotere limiet op die creditcard dan 2400 dollar!”

“Ja, maar u stond in de verkeerde rij. U mag een nieuw nummertje trekken bij mijn collega aan de andere kant van het gebouw.”

Trekken. Wachten. Lang wachten. Na drie kwartier:

“Helaas, u kunt hier niet met uw creditcard 2400 dollar storten. “

“Hoezo? Er staat een veel grotere limiet op die creditcard dan 2400 dollar!”

“Ja, maar u kunt hier alleen rupiahs krijgen dus koopt u met uw Euroos dollars, die krijgt u niet maar daarvoor kunt u weer rupiahs kopen en die wisselen wij weer in tegen dollars die u ook niet krijgt maar die storten wij dan voor u op de Immigratierekening van BNI.”

“ Dus drie keer koersverlies? Denk jij dat ik gek ben?”

“Ja. Eigenlijk wel. O pardon: nee, maar zo zijn de regels. Maar u kunt natuurlijk ook gewoon rupiahs opnemen en het bij BNI proberen. Bent u al getrouwd? U zou een Balinese moeten hebben.”

“Doe mij graag 25 miljoen rupiahs? Ik vind u ook heel aardig maar mijn vrouw is erg jaloers.”

“Alstublieft (na 10 minuten, 3 handtekeningen van mij en eentje van de directeur en deze dame). U kunt nu uw geld ophalen bij dat loket waar u net zo lang stond te wachten. Trekt u nog eens een nummertje?”

“Nee. Ik ga voordringen.”

Zo gezegd, zo gedaan en na het voordringen kreeg ik het geld. Zomaar! Al na drie uur!

En toen: “Taxi! Naar het BNI hoofdkantoor in Sanur!”

Onderweg een telefoontje van Citra: “Peter, de regels zijn gewijzigd. Een Indonesisch personeelslid van jouw bedrijf moet als sponsor optreden. Heb jij Indonesisch personeel?”

“Nee.”

“O, dan gaat alles niet door vrees ik.”

“O, wacht. Ik heb er toch eentje!”

“Goed zo. Copie identiteitsbewijs meenemen en hier handtekeningen laten zetten, okee?”

“Ja. Goed”. *zucht*

Binnengekomen bij het BNI-hoofdkantoor (na een hartverscheurend afscheid van mijn goede vriend de taxichauffeur) bleken mijn formulieren verscheurd en in de prullenbak. Na zachte dwang van mijn kant heeft De Baas ze er weer uitgevist en netjes overgeschreven. Het waren er in totaal 20 (twintig), waar twee legale zegels en 33 (drie-en-dertig, ik heb ze echt allemaal geteld) stempels op moesten. En toen mocht ik betalen, eindelijk. Veel geld hè, 25 miljoen?


Onze pembantu Nyoman hebben we inmiddels via volledig illegale ronselpraktijken personeel gemaakt van Lef en ze heeft de sponsor-overeenkomst bij Citra getekend. Daar heb ik ook de documenten van de bank en mijn paspoort ingeleverd....en het was goed! Na 5 uur hollen was het voor elkaar!

Volgend jaar mag ik weer, maar dan moet er waarschijnlijk cash in nieuwe Zloty’s worden betaald, in coupures van 500 en Origami gevouwen, gewisseld bij een blinde bedelaar uit Vuurland. Ik kijk er naar uit.

woensdag 27 mei 2009

Historie van Bali en Harderwijk

Hieronder een stukje tekst van E.B. Kielstra uit 1893:

"De O.I. Compagnie onderhield veelvuldige handelsbetrekkingen met Bali. Zijne bewoners waren langen tijd lastige naburen, maar dit veranderde toen, in 1777, Java's Oosthoek geheel onderworpen en te Banjoewangi een fort gesticht werd. De commandant van dit fort, en in latere jaren de adsistentresident van Banjoewangi, hield toezicht op de handelingen der verschillende Balische vorsten; hij stond met hem in gestadige briefwisseling, en aan zijne vorderingen tot uitlevering van ‘gevluchte wegloopers en onruststokers’ werd geregeld voldaan.

De Gouverneur-Generaal Daendels (rechts) was de eerste, die het voornemen opvatte, vasten voet op het eiland Bali te verwerven, doch de omstandigheden beletten hem, aan zijne plannen uitvoering te geven. Tijdens het Britsche tusschenbestuur werd eene expeditie onder generaal Nightingale naar Bali gezonden ter bestraffing van de vorsten van Boeleleng en Karang Assem, wier onderhoorigen gewelddadigheden gepleegd hadden in Banjoewangi, terwijl een gouvernements-kruisprauw door den vorst van Karang Assem was aangehouden. In Mei 1814 bezette Nightingale, zonder tegenstand te ontmoeten, de hoofdplaats van Boeleleng, en de beide vorsten haastten zich, schuld te bekennen en gijzelaars te stellen als waarborg voor hun toekomstig gedrag.
"

Vind je dit interessant? Op http://www.farelli.info/bali_historie/bali%27s_history.htm vind je ongeveer 1200 pagina's met historische informatie, inclusief oude schoolplaten, over Bali en Indonesië. Dolf heeft ze op zijn site gezet; als je geinteresseerd bent kun je daar wel een paar uur terecht. De link staat ook hiernaast.

Over Bali en Indonesië gesproken: wist je dat vroeger, in de koloniale tijd, het Sodom en Gomorrha van Nederland te vinden was in ......... Harderwijk?

Harderwijk was namelijk de plaats waar het Koloniaal Werfdepot (in de volksmond tijdens de 19e eeuw aangeduid als "het Riool van Europa") was gevestigd - en het uitschot van Nederland tezamen met het schuim der Europese naties (Letterlijk! Alleen uit Ierland, IJsland en Turkije kwamen geen vrijwilligers) dreef daarheen om een toekomst te vinden als militair in de overzeese gebiedsdelen - Indië dus.

Het moge helder zijn, dat Harderwijk toen een poel van verderf was - vagebonden, dieven, belastingambtenaren en moordenaars bevolkten drankgelegenheden van uiterst twijfelachtig allooi in afwachting van hun verscheping naar de Oost, waarbij zij de tijd trachtten te doden in de armen van dames met een discutabele moraal en onderhandelbare affectie.

Die drankgelegenheden zijn verdwenen en vervangen door gereformeerde kerken. Ik neem aan, dat ook de demografie der bevolking is gewijzigd.

In ieder geval: ja, wij hebben familie in Harderwijk en mijn daar woonachtige nichtje Moniek en haar (niet koloniale) militaire echtgenoot Wim zijn op dit moment op Bali. We hebben ze gisteren opgepikt in hun hotel en hebben tot vrij laat Sanur onveilig gemaakt - en vandaag is Moniek jarig dus we zouden het op prijs stellen als je NU even met ons een gemeend, volledig maar vooral heel luid 'Lang zal ze leven" aanheft. Maakt niet uit waar je bent; reken op het begrip van je omgeving.

O ja: en vind je niet dat zo'n bloemetje Wim schattig staat?

maandag 25 mei 2009

Yellow Submarine

Gisteravond (zaterdag), zo tegen een uur of half elf, zijn Steffie en ik nog even iets gaan drinken. Elise zou om 11 uur naar bed gaan – want we hadden afgesproken om vanmorgen om half 10 bij Batujimbar te zitten dus om 8 uur op. We zouden één, echt waar, één drankje gaan halen want anders zouden we niet fris zijn de volgende dag. En je kunt niet van Elise vragen om om 8 uur op te staan op haar vrije zondag als je dan zelf te laat bent. Toch?

Binnengekomen bij TKS raakte Stef direct in gesprek met een Australiër die luisterde naar de naam Crow. Aardige vent van een metertje of twee, waar we veel Australisch (een taal die in de verte wel iets weg heeft van Engels) van hebben geleerd. Een paar uitdrukkingen, met de Nederlandse vertaling ernaast:

Wil je iets drinken? - Wannabeer, mate?

Ik ben blij voor je - Good on ye, mate

Mijn bankpasje is gestolen - No worries, mate

Er gaat iets niet goed - No worries, mate

Je haar staat in brand - No worries, mate

We storten neer! - No worries, mate

Je bent een gelukkig mens - You've been kissed on yer dick, mate

Kortom: een interessante vent. Dat gold al helemaal voor Francisco, een 61-jarige Oostenrijker van ongeveer anderhalve meter die op krukken binnenstrompelde – deze gehandicapte man is al 10 maanden in zijn dooie eentje door Azië aan het reizen! Overal geweest, wil hij nu wel weer eens terug naar Oostenrijk – en dan weer snel op pad.

Het werd zodoende een interessante avond met – mede dankzij Crow – vrij veel bier. En omdat ik aan de bedrijfsleider van TKS vertelde Beatles-fan te zijn, ook vrij veel (lees:uitsluitend) Beatles-muziek die door alle aanwezigen (de baas voorop) werd meegebruld. Zodat wij ook mochten leren dat je “We all live in a yellow submarINE” met vooral heel veel nadruk op de laatste lettergreep moet zingen.

Het werd ook laat – we lagen tegen een uur of vier in bed. Elise was om acht uur op. Stef om negen uur, vertelde ze later. Ik werd pas om half twaalf wakker en toen waren de dames al terug van Batujimbar– ik schaam me diep.

O ja: vorige week hadden we tot meubelweek uitgeroepen toch? Nou dat heeft dus twee weken geduurd en we zijn nog niet klaar. Maar de oogst van deze week: twee hemelbedden voor Elise en Robrecht, kleerkasten voor hun kamers en een antieke (.....) bank.

Die kleerkasten en bedden, dat was een feest op zich. Oorspronkelijk was de bedoeling om de kamers van de kinderen uit te rusten met een betonnen inrichting: zowel bed als kasten. Dat heeft voordelen qua schoonhouden, ventilatie en ongedierte. Maar onze eigen twee ondieren hadden bedacht dat ze toch liever flexibel waren in hun inrichting dus zijn we daarvan afgestapt – voor hun kamers dan toch.

En nu hebben we dus kasten gevonden die weliswaar optisch dicht zijn, maar wel ventileren omdat de panelen van rotan zijn. Erg mooi en ook nog praktisch. Maar toen nog bedden...

Na enige omzwervingen over het halve eiland hebben we ze gevonden. In een winkel bij ons om de hoek natuurlijk. En daar stond bovendien een mooie, op het oog lang gebruikte, doorleefde houten bank. Wel mooi bewerkt, maar niet overdadig. En die hebben we nu ook!

Wat? De auto? Ja. Die heeft een ingrijpende operatie ondergaan en wat mij betreft nu echt te laatste. De ontsteking is vervangen door een electronische, er zit een nieuwe bobine in en het moet gezegd: hij rijdt als nooit tevoren. Direct starten, loopt mooi soepel bij een koude motor, meer vermogen....volgens Wayan is nu alles goed en grondig gerepareerd en wij hopen dat dat ook zo is. Anders staat er binnenkort één te koop.


Robrecht hebben we gisteren, zo goed en zo kwaad als dat ging omdat de verbinding heel slecht was, gesproken. Hij heeft het heel erg druk, zelfs geen tijd om zijn sollicitatie af te ronden. Volgende week heeft-ie geen colleges om thuis te kunnen studeren, de week daarna twee examens. Dan weer een week vrij, weer twee examens en dan zit dit semester er al weer op. Hij weet alleen niet of hij begin juli al naar huis komt in verband met audities; dat zou later kunnen worden. Wij hopen natuurlijk dat-ie komt, we hebben hem nu vier maanden niet gezien en we missen hem hier. Behalve Elise natuurlijk (duh), die trouwens volgende week op duikkamp gaat en dan ook nog maar een week school heeft.

Elise, die na ons gesprek op school twee maanden geleden nu niet achter loopt met haar huiswerk en assignments, maar vóór. En het dus erg naar haar zin heeft, hele goede cijfers haalt en steeds meer Engels door haar taal gooit. Gisteren, toen ik iets heel leuks zei (vond ikzelf dan) kreeg ik “ik stak bijna een inappropriate finger op” als antwoord. Maar dat kan ook aan mijn onwettige afwezigheid om 8 uur vanochtend hebben gelegen natuurlijk........

dinsdag 19 mei 2009

Tijd? Wat is tijd?

Nog maar 1,5 maand en we zitten al een jaar op Bali.
Nog maar een week of 4 en Elise's 1e jaar op de BIS zit er alweer op.
Ongelooflijk.
En er is zo ontzettend veel gebeurd!

Elise heeft wat moeite gehad om haar huiswerk bij te houden maar na een goed gesprek met haar juf en een kleine maatregel gaat het nu uitstekend en wil ze zelfs vooruitlopen op haar assignments, maar ja, die heeft ze nu niet meer tegen het eind van laatste semester.

De muzieklessen op haar geliefde drumstel zijn begonnen (van Pak Nyoman...wan, toe, srrree, fór....ik weet het niet maar tellen in muziek op z'n indonesisch klinkt echt niet satu, dua, tiga, empat...)en daar zijn ze bij ons op de compound ook blij mee.
Over 2 weken gaat onze meid op kamp met school naar Tulamben Noord-Bali om te gaan duiken. Geweldig, want duiken stond bovenaan haar voorkeurslijst. Nummer 2 en 3 waren music-camp en survival.

(Het is Elise trouwens opgevallen dat haar oren naar achteren gaan staan als ze trots is op haarzelf...?????)
Het is mij trouwens opgevallen dat ze erg geinteresseerd is in geschiedenis en vraagt ons de oren van ons hoofd over Marco Polo, wat op dit moment het onderwerp is bij haar.

Ondertussen heeft ze ook de neiging ontwikkeld om Peter en mij te verbeteren in het Bahasa Indonesia wat zeer irritant is want 9 van de 10 keer heeft ze gelijk!
Als ik moeite heb met engels vraag ik haar om advies en als ik zit te vloeken achter de computer omdat er iets niet gaat zoals ik dat wil drukt zij zuchtend op 1 knop en is het verholpen.

Om over Robrecht nog maar niet te spreken! Hij is bezig met een studie die mijn verstand helemaal te boven gaat.

Ik bedoel maar. Waar is die tijd waarin je kinderen jou om advies komen vragen i.p.v. andersom?
Gelukkig blijven Peter en ik er jong bij en worden alleen de kinderen ouder.

Peter en ik kunnen inmiddels al aardig onze weg vinden in en om Sanur en rijden vrijwel overal zelfstandig naar toe wat hier niet zo vanzelfsprekend is!
We leren (vooral Peter)af en toe wat Balinese zinnetjes bij wat enorm helpt bij het afdingen.
Even tussendoor ben ik erg blij dat Elise, net als wij, geen engels spreekt tegen Indonesiërs maar Indonesisch, zelfs als ze in het engels wordt aangesproken.

Wij zien mensen komen en ook weer gaan, wat een beetje een raar gevoel geeft nog steeds.
Voorheen waren wij degene die altijd weer naar huis moesten.
Als ik mensen hier hoor zeggen dat ze "even" op vakantie gaan (naar Singapore, Vietnam, Thailand, Australië, kortom dat soort afgrijselijke oorden)heb ik daar toch een vreemd gevoel bij. Je bent toch al op vakantie?
Inderdaad, bij mij zit nog steeds dat vakantiegevoel.
Maar ik kan me wel voorstellen dat als je hier langer zit dat gevoel misschien wel weg gaat en alles gewoon gaat vinden.
Ik hoop dat dat nog heel lang gaat duren bij mij. Ik ben vertrouwd met mijn vakantiegevoel, het hoort bij mij en misschien heb ik dat mijn hele leven wel gehad.
Wil niet zeggen dat ik niet op moet passen open te staan voor het gevoel van bijv. Elise die er zeker af en toe "uit" moet.
Eerst maar verhuizen...

De periode breekt nu aan dat we weer mensen over de vloer krijgen. Ik kijk er erg naar uit. Ook omdat dit in ons nieuwbakken huis gaat gebeuren.
Was het trouwens niet Maart pas dat de laatste zijn geweest?

Spannende periode ook.
Elise's eindrapport, Robrecht's 1e examens én vooral weerzien met hem in Juli, deadline in de bouw, Keusjes in Juli, nog meer familie in Juni al, verhuizing, misschien dan toch eindelijk Chica deze kant op!?
O ja, ik ga ook een baantje zoeken....

maandag 18 mei 2009

Donderdag was het weer eens raak.

Op verschillende terreinen.

’s Morgens nog redelijk rustig, we waren even gaan kijken op de bouw, toen Oka belde. Hebben jullie vanmiddag tijd om matrassen te gaan kopen? Dat hadden we, dus om twee uur afgesproken bij het bouwproject. En toen op pad.

We hebben nu matrassen, voor een kwart van de prijs die we in een winkel kregen aangeboden – en daar was toen al 40% korting af! Van die 25 cm dikke Amerikaanse dingen, binnenvering met latex. Dat moet ook wel, want van lattenbodems en zo zoals wij die kennen hebben ze hier nog nooit gehoord. Als je Auping zegt, krijg je als antwoord dat die Chinees al jaren geleden is verhuisd.

En dat niet alleen: we hebben een eettafel! Jaja....een plak uit een boom, tussen de 1 en 1.20 meter breed, 4 meter lang, massief uit één stuk dus, op twee houten blokken als poten. Hij moet met 12 mensen op zijn plaats worden gezet, dus het is te hopen dat Stef ‘m dan niet na een paar weken toch aan de andere kant wil hebben. De foto hierbij geeft een idee van de tafel; het is 'm overigens niet maar iets dergelijks wordt het.

Ook hier was het weer een financiële slachting: de eerste winkel vroeg 3 keer zoveel als we bij de tweede winkel uiteindelijk uitonderhandeld kregen. In die tweede winkel hadden ze trouwens prachtige bedden (leuk voor Elise), nog een schitterende tafel voor de keuken (leuk voor Steffie) en een verkoopster die steeds aan me zat (leuk voor mij) tot ergernis van Stef (nog leuker voor mij) en hilariteit van Oka (leuk voor Oka).

Bij terugkomst maar eens naar Hoek van Holland – en daar gaf de Toyota de geest. Natuurlijk, want het ging al weer bijna twee twee weken goed. Hij stopte er gewoon mee, midden op het pad achter de Treo Bar en was niet meer te starten. Voordeel: niemand kon er nog met de auto uit, dus er waren vrijwilligers genoeg om het kreng op een parkeerplek te duwen. Daar heeft-ie voor straf een nacht moeten staan.

Vrijdag heeft mijn inmiddels goede vriendin Wayan (ik spreek haar vaker dan Steffie) de Toyota naar de bengkel gehaald. Het is het oude euvel: de nog steeds niet vervangen as waar een versleten nokje op zit die de contactpuntjes open en dicht doet is nu zo ver op, dat die contactpuntjes te lang dicht blijven. In combinatie met een niet meer zo lekkere condensator levert dat veel slijtage van die puntjes op en de bobine is om te beginnen al niet origineel maar Indonesische troep en nu dus ook aardig aan zijn eind. Kortom: geen vonken meer aan de bougies.

Oplossing: electronische ontsteking er in en een nieuwe bobine. Dan zijn we gelijk van die contactpuntjes verlost. En tussen de nummerplaten ontstaat langzaam een geheel nieuwe Toyota.

Terugrijdend vanaf de bengkel nam ik een korte route: 50 meter spookrijden op de Bypass scheelt veel tijd. Deze keer ook, maar dat kwam omdat de eerste die ik tegenkwam toen ik de Bypass op wilde draaien een motoragent was. Ik had ook geen helm op. En het belangrijkste vergrijp: ik was een buleh en dan is het kassa. Nadat we het uitgebreid hadden gehad over de gevaren van het rijden zonder helm en tegen het verkeer in op de Bypass tuffen, mocht ik gewoon door zonder helm en tegen het verkeer in. Want (ik citeer de agent): “het is inderdaad maar een klein stukje”. Ik heb wel voor zijn lunch betaald, misschien had dat ook invloed.

Maar: zonder Toyota kon ik dus niet Jos wegbrengen naar het vliegveld. Hij gaat drie weken naar Nederland en heeft vrijdag de droeve tocht naar Ngurah Rai airport alleen moeten maken. Ik ben erg benieuwd naar zijn ervaringen, na 3 jaar Bali voor het eerst weer in de hectiek van ons land – misschien is-ie over een week al weer terug.....

Zaterdag wilden we met Elise naar het apenbos in Ubud. Omdat we geen vervoer hebben, hebben we dus Gede maar weer gebeld en zo zijn we vertrokken. We hoefden Elise in dat bos niet achter te laten, we hebben de bewakers ervan kunnen overtuigen dat ze toch echt min of meer menselijk is. En erg slecht voor het milieu, dat hielp ook. Het was er overigens mooi, niet zo groot, erg warm (het koude seizoen moet er al een maand zijn maar is denken wij opgehouden bij de douane) en er zat een buitengewoon viezig en nat aapje dat ons aan iemand deed denken die toevallig hier ergens onder een boom staat.











Daarna naar Sukawati en zowaar: daar hebben we stoelen gevonden voor de eettafel. Ze komen ze brengen als de tafel er is en maken ze op maat qua hoogte bij ons thuis. Voor een vriendenprijs (na enig aandringen van onze kant, dat wel), voor de prijs van één zo’n stoel in België hebben we er nu twaalf. Zelfs Gede vond dat we een goede prijs hadden, we beginnen het te leren.

Gisteren lamballen; Batujimbar voor het ontbijt, ik weer naar de bengkel om te horen dat de electronische ontsteking uit Surabaya moet komen en we de auto dus wat langer kwijt zijn – en verder luieren. Vandaag wordt het druk, want we moeten terug naar Kerobokan, naar de winkel waar onze tafel vandaan komt. Nog twee bedden en een keukentafel met krukken, dan zijn we voorlopig klaar. O nee: nog ligbedden voor aan het zwembad. Tuinstoelen. Zucht.

vrijdag 15 mei 2009

Voor de storm...

...is er stilte gewenst. Over 3 weken beginnen de examens, en ik ben al druk bezig met leren. Afgezien daarvan zijn er nog allerlei feestjes die mijn aanwezigheid verzoeken en dan wordt alles wel heel druk.

Zoals gisteren ben ik op stap geweest met ene Robert Greene. We zitten samen in Psychology en Critical Thinking, en op de vraag: Hey, wanna go out tonight? There's cocktailnight in 1907 (een plaatselijke club). Heb ik gezegd: Well, I have to learn actually, but...ok.

Dus, eerst naar zijn huis gegaan, zijn vriend Brad en vriendin Allison ontmoet, enkele biertjes (eentje maar. Of twee...of...) genuttigd en dan op pad. In 1907 andere vrienden ontmoet met intelligente namen zoals Box, Fuzzy, Crusher en Luke-Geoffrey.

Als laatste stop even naar een chinees restaurant geweest (genaamd 'Uncle Billy's'...niet te geloven) en dan met de taxi naar Robert's huis, want Allison had zijn auto gejoept en zelfstandig naar huis gereden. Ik heb de nacht bij Robert spendeerd, en om 3 of 4 uur vielen mijn oogleden dicht en mijn lichaam op het logeerbed.

Volgende dag (vandaag) om 8 uur naar huis gebracht, en het belangrijkste: Ab-so-luut niks geen last van een kater. Wauw...

Oh ja, examens. Veel te doen, even een kleine lijst van wat ik moet leren:
Psychology - Veel basis, hoe werkt het brein, hoe werken onze zintuigen (biologie, blêh) maar ook: hoe en waarom leren mensen? Hoe reageren mensen op waarnemingen? En: Is er een realiteit?

Philosophy - Ethiek, vrije wil en de zin van het leven. Zwaar, veel maar ontzettend interessant. Dus dat zwaar en veel maakt dan niet veel uit.

Philosophy - Nog eens? Ja, maar dan Critical Thinking. Hoe maak je een goed argument, hoe herken je een slecht argument, wat voor fouten kan je maken in een argument (Kortom, "Hoe win ik een discussie?" Zeer belangrijk voor een Herfkens)

Linguistics - Taal en communicatie. Wat is taal? Wat is een woord? Wat is een symbool? Wat is een zin? Meer de aspecten van taal dan communicatie worden behandeld, wat wel jammer is. Maar ja.

Al met al is het veel, zwaar, soms moeilijk, soms heel moeilijk.
Ach...Daarvoor ben ik hier, denk ik...

De 6de van Juni begin ik.

woensdag 13 mei 2009

De Inrichting

Nee, niet die Inrichting waar we horen, maar de inrichting van het huis. Deze week hebben we uitgeroepen tot meubelweek, want anders komt het er vrees ik niet of veel te laat van. Hard werken dus!

Maandag zijn Stef en ik met Frans Berting op stap geweest. Frans heeft een meubelfabriek in Cirebon op Java en een winkel in Sukawati. Nou ja, meubels: eigenlijk alles wat je maar kunt maken van rotan, pitriet, bamboe etc. dus niet alleen meubels maar ook allerlei soorten manden en mandjes, rekken, kamerschermen...te veel om op te noemen.

Na een ochtendje met de mond open te hebben rondgekeken kwam natuurlijk dat verschrikkelijke moment waarop je weet: we kunnen nu weggaan en volgende week terugkomen, maar ook dan zullen we moeten kiezen – dus doe dat nou maar meteen.

En dan de afweging: die ene stoel vinden we het mooist, maar die andere zit het lekkerst. Wat nu? Gelukkig waren we het niet met elkaar eens, zodat Frans ook wat te lachen had.

Uiteindelijk heeft één van ons gewonnen. Maar toen kwam de volgende vraag: welke kleur bekleding dan? Ha! Die strijd werd ook door iemand gewonnen, zodat het de stoel wordt op de tweede foto. De eerste vonden wij samen mooier maar die zat toch minder lekker. Voorlopig hebben we een bank en drie stoelen gekocht, dan kunnen we in ieder geval zitten straks en verder zien we wel als we in ons nieuwe huis wonen – we hebben nog geen idee hoe het nou echt gaat worden. Ja, groot. Zegt Frans, die vooraf naar de bouw is gegaan om een goed advies te kunnen geven.

Wat we nog meer hebben gekocht? Och...50 mandjes voor in de kasten. 5 wasmanden. Manden voor de Donald Ducks van Elise, voor thee, voor drankflessen, voor weet ik veel wat maar je weet maar nooit. En twee kamerschermen, kei-mooi want een beetje doorzichtig.

Gisteren waren we van plan van alles te doen maar dat is er niet van gekomen: het droge seizoen is aangebroken dus heeft het vanaf 12 uur ’s middags continu geregend. En hàrd! Ik was bij Bali Idé om onze visa te verlengen toen het begon; ik ben onderweg naar huis bijna verdronken. Op de Bypass stonden auto’s stil omdat ze niet meer durfden te rijden; volgens mij heb ik kikkers gezien met een snorkel en duikmasker maar dat kan suggestie zijn.

Gisteravond (met Bert en Anja die vanuit Siyut de regen trotseerden omdat ze ons a.s. huis graag wilden zien) gegeten bij de slechtste Japanner uit mijn ervaring. Te erg. Het was Teppanyaki (“hakchinees”) maar echt alles was mis: het eten was beroerd, de bediening nog slechter want praktisch afwezig en de eigenares hebben we anderhalve fles saké soldaat zien maken terwijl ze vuil naar ons keek – maar ze kan ook scheel van dronkenschap zijn geweest natuurlijk.

Alleen het meubilair, dat was prima. Als je beide benen amputeert, kun je zelfs op de stoelen zittend in de buurt van je eten komen. Maar aan de smaak daarvan kon ik wel afleiden dat dat eigenlijk niet de bedoeling was. Maar gezellig was het wel en zo heb je weer eens wat te lachen.

Vandaag dus verder! Op naar Jalan Sulawesi in Denpasar, met Jos. Allerlei stoffen gekocht voor Elise’s kamer: tijger, luipaard en zebra als belangrijkste motieven. Een doodshoofd: “keep out!”. Ceremonie-kleding voor mij. Voor Steffie gaan we terug, dat kost meer tijd. Nog eens naar de verlichtingszaak, zien wat de mogelijkheden zijn met LED om het milieu te ontlasten. Straks naar Elises school, ze heeft een uitvoering en speelt Glockenspiel.

Morgen komt de gordijnen-man met stalen op het project. We gaan matrassen kopen. Een eettafel. Stoelen.

Druk.

Overigens niet alleen wij: ook Robrecht. Hij heeft binnenkort examens, moet essays inleveren en moet ook nog veel feesten af. Duim voor'm.

zaterdag 9 mei 2009

Waar in 't bronsgroen jatihout *)

't hangparkietje zingt;
Over 't malsche sawahveld
't lied des malkohas klinkt;
Waar de hoorn des bemos schalt
langs der kali’s boord:

Daar is mijn tweede Vaderland,
Balimburgs dierbaar oord! (bis)

Ja. Echt waar, het bestaat.

Er wonen nogal wat Nederlanders op Bali, zoals je inmiddels wel weet. En in Nederland kennen we verschillende bevolkingsgroepen, met de bijbehorende verschillende dialecten – een bekende is bijvoorbeeld het Saksisch Nederlands, dat als een schuine band door Nederland van Zeeland naar Drenthe en Groningen loopt, het gebied waar de laatste “n” van een woord niet wordt vergeten uit te spreken, maar juist benadrukt (dus “lopen” niet wordt uitgesproken als “lopuh” maar als “loop’n”).

Is dat zo in heel Nederland?

Nee... niet in heel Nederland. In het uiterste zuiden biedt een dorpje (herstel: provincie) hardnekkig weerstand. Daar leeft nog een volk dat haar taal niet spreekt maar zingt. In een eigen soort gladgewreven en ingevet Duits. Deze mensen wonen in de heuvels en als ze niet in een fanfare of harmonie rondmarcheren vieren ze carnaval, biljarten ze in een café, eten vlaai of drinken bier. En ze zingen daar liedjes bij die meestal beginnen met “johoo, johoo” maar dat is nog een overblijfsel uit de tijd dat ze ondergronds naar zwart goud groeven.

Je vindt ze meestal:
- bij elkaar;
- in heuvelachtig landschap, liefst met een rivier;
- met uitzicht op een mijnsteenberg en mooie natuur
- etend, drinkend, zingend en musicerend (minstens één, soms alle vier de activiteiten gelijktijdig want gastvrijheid en gezelligheid is een must)



Ze heten Limburgers .............en je vindt ze ook op Bali.

Gisteren zijn we, tezamen met Jos en Barbara, naar Bert en Anja gegaan: de laatsten zijn namelijk twee Limburgers die zo’n 25 jaar geleden naar Bali zijn gekomen en daar jaarlijks veel tijd doorbrengen.

En (zie bovenstaande definitie): ze hebben een plek gevonden met uitzicht op de Agung-vulkaan, in de heuvels en aan een rivier. Het enige dat er duidelijk nog aan ontbrak was een roedel Limburgers. Dus zijn ze hard aan het werk gegaan en nu staan daar 5 magnifieke villa’s, bevolkt door een steeds wisselende groep van zuiderlingen. En mooi dat het daar is...mooi....wij stonden met de mond open.

Bij gebrek aan vlaaien in Sanur had Stef appeltaart gemaakt die met koffie ernaast vrij snel in die open monden verdween. Gevolgd door bier, wijn en natuurlijk een bezoek aan andere Limburgers, twee villa’s verderop. Nog meer bier, wijn en gezelligheid – Elise hebben we niet meer gezien, die was biljarten.

Terug naar huize Bertanja: heerlijk eten, gevolgd door bier, wijn en een tegenbezoek van een paar van de mensen eerder op de avond. Omdat we het gevaar van een doorwaakte nacht met heel veel drank en “johoo, johoo” zagen aankomen, zijn we toen toch maar vertrokken. Want, net als in Nederland: Limburgers wonen mooi, maar wel erg ver weg. We moesten nog even rijden dus.

Het was kortom een prachtige middag en avond....geweldig. Een mooie plek met mooie mensen. Om met Bert te spreken: "hè jongens, gezellig!"

-----------------------------------------------------------------------------------
*) Naar de eerste regels van het Limburgs volkslied:
Waar in 't bronsgroen eikenhout,
't nachtegaaltje zingt;
Over 't malsche korenveld
't lied des leeuwriks klinkt;
Waar de hoorn des herders schalt
langs der beekjes boord:

Daar is mijn Vaderland,
Limburgs dierbaar oord! (bis)

donderdag 7 mei 2009

Onthaasten....

Dat had je dus gedacht.

We zijn, zoals denk ik aan het bouwblog wel te zien is, hard aan de slag om dingen te regelen voor het nieuwe huis. Niet alleen de bouw zelf, maar ook de meubels, gordijnen etc. etc. moeten we nu toch wel gaan regelen.

Daarnaast is er natuurlijk ook nog het normale leven: de dagelijkse gang naar de bengkel met een defecte Toyota, om maar eens iets te noemen. De eeuwige dilemma’s rond het existentiële vraagstuk: “wat en waar zullen we eens gaan eten?”. Het naar school brengen van Elise. Het van school halen van Elise. Ja, een dag is hier zó om.

Vandaag zijn we met Jos wezen shoppen in Kuta. De arme jongen moet volgende week naar Nederland en hij heeft geen fatsoenlijke kleren meer - dat wil zeggen: die heeft-ie wel, maar dan voor andere temperaturen dan in Nederland gebruikelijk. Vandaag heeft hij dat in 3 minuten en 42 seconden geregeld. Ik kan volgens Stef snel shoppen, maar met deze benchmark ben ik gewoon traag.

In Kuta hebben we trouwens ook andere zaken gekocht: onder andere een Speedo-zwembrilletje want straks gaan er natuurlijk Pieter van den Hoogeband-achtige tijden worden gezet in ons nieuwe zwembad en daar hoort een bril bij. En een snel zwempak, maar daar wachten we nog even mee. Eerst mijn buikomvang weer naar de vroegere 70 en de borst naar 100. Die maten heb ik nu ook hoor, maar dan andersom.

En Stef en ik hebben een trotse Elise van drumles gehaald. Van de leraar kreeg ze de tekst mee: “Wat jij in twee lessen hebt geleerd, daar doen ze normaal twee maanden over!”. Elise’s reactie naar ons: “Als ik trots ben op mezelf, dan staan mijn oren verder naar achteren!”

We hebben haar verteld dat die daarheen geduwd worden door haar mondhoeken.

De onze overigens ook.

P.S. Vanavond hebben we gezondigd tegen onze belangrijkste uit-eten-regel: "Ga nooit, maar dan ook nooit - nee, ook dan niet sukkel - dus ECHT nooit eten in een warung waar verder niemand zit."

We hebben bij een uitgestorven (sic) warung hier vlakbij op de Bypass gegeten. Er stond een aquarium waar vissen een stervende soortgenoot aan het opeten waren. Ik denk dat de oudere broer van die soortgenoot door mijn nasi goreng seafood zat. De babi kecap van Elise smaakte naar een aan rabies overleden of in ieder geval behoorlijk bedorven hond. De nasi goreng seafood van Steffie zag er volkomen anders uit dan de mijne: obstipatie-rood tegen lijkbleek.

Als we morgenochtend halen zonder de nacht tussen-pan-en-pot op het toilet te hebben doorgebracht - dan zijn we echt aangepast.

10 - 9 - 8 - 7 - 6 - 5......

Elise's school...












Zoals bekend (Vlaams: geweten) zit Elise op de BIS, de Bali International School. Daar heeft ze ook haar drumlessen en Steffie heeft wat plaatjes geschoten van de lokatie: Elise's klaslokaal, het groen daarvoor (waar ook de lunchruimte is, lekker buiten onder de bomen), het schoolplein. Er zitten een paar honderd kinderen op, van preschool (4-5 jaar) via primary (6-10) tot secondary school (11-17) en van 41 verschillende nationaliteiten.




Maar er is maar één Indische Nederbelg bij, natuurlijk. Nog een week of zes en dan zit haar eerste jaar (6th grade, eerste jaar secondary school dus) er op: wat vliegt de tijd......

Jammer is wel dat ze Indonesisch leert. En het inmiddels beter spreekt dan wij.



dinsdag 5 mei 2009

Terug op Bali

Na twee weken België en Nederland weer in de tropen. Maar wat een weken....

Om te beginnen mijn excuses aan iedereen die ik niet heb opgezocht of zelfs maar gebeld. Ik was het van plan, echt – maar er was zoveel te doen in maar zo weinig tijd, dat ik af en toe niet wist waar te beginnen.

Als je ’s nachts staat te strijken heb je wel tijd om over dingen na te denken – dat wel.

Om er maar even een persoonlijke noot in te gooien: het valt niet mee om twee weken alleen te zitten in een huis waar je zoveel mooie herinneringen aan hebt, waar de tuin in bloei staat, waar de vogeltjes je ’s morgen wakker maken.....ik heb wel momenten gehad waarin de twijfel “doen we daar nou wel goed aan om op Bali te gaan wonen” toesloeg. Thuis voelen in Vlaanderen terwijl je nog geen thuis hebt op de nieuwe plek, daar ga je last van krijgen als je op je oude stek bent.

Maar dan nu weer terug hier: het voelt als lang weggeweest en toch weer heel vertrouwd. En ik merk hoe “hyper” ik al weer ben na die twee weken, een paar dagen om de spanning van het “snel, snel, snel” er weer uit te krijgen lijken wel nodig. Hoewel: misschien een paar uur want ik moet de visa gaan verlengen, nog belasting betalen, de auto weer eens wegbrengen (die deed het twee weken prima maar door de emotie van mijn terugkomst overmand stottert de motor nu), met Dolf naar de bouw, 187 (echt waar) mailtjes verwerken.....

Gisteren hebben Stef en Jos me opgehaald – de reis verliep weer eens prima, Hans bracht me naar een heel druk Schiphol en in een ¾ vol vliegtuig zaten we zo in Singapore. Vandaar naar Bali met het traditioneel krijsende kindje naast me (tot nu toe nog vrijwel iedere keer, echt waar) waar ik echter dwars doorheen heb geslapen.

Douchen, Elise van school halen (ze sprong niet zo hoog als Chica maar toch best wel hoog) en meteen naar het bouwproject – want ik was nieuwsgierig natuurlijk! Op de bouw-site ga je de komende dagen zien wat er allemaal gebeurd is, ik stond in ieder geval versteld.

Daarna strand, borrelen en sashimi eten. En om 10 uur ging echt het licht uit.