zaterdag 13 februari 2010

Nog een paar doodgewone dagen – deel 2

Steffie en ik zijn, samen met Hasron die weer een paar dagen bij ons logeert, op pad geweest om een bosmaaier te kopen. Daarvoor moet je, naar ik inmiddels heb geleerd, eerst in schoenenwinkels zoeken en op terrasjes zitten en cappuccino drinken omdat het best kan zijn dat ze daar zo’n ding komen brengen.

Als al deze logische benaderingen van het probleem hebben gefaald, is er nog een laatste redmiddel: je gaat naar een hardware-store zoals Ace, waar die dingen in het rek  schijnen te liggen.

En ja hoor: we hadden er eentje gevonden. De verkoper deed zijn uiterste best om ons een andere te verkopen die wij niet wilden omdat het geen bosmaaier was maar een strimmer, zo’n ding met enkel een nylon-draadje en geen mogelijkheid om er messen op te monteren.

Wij hielden halsstarrig vol.

Hij ook.

Wij weer net iets meer.

Hij ook.

Wij dreigden met een nieuwe editie van de pacificatie van Aceh, maar dan op Bali.

Hij boog – net op tijd.

En toen bleek dat er geen bosmaaiers meer op voorraad waren, en wij dus het gekoesterde exemplaar-dat-al-in-elkaar-was-gezet wilden hebben; vandaar de weerstand. En het feit dat die andere veel duurder was en minder kon dus meer verkocht moest worden (“selling up”-technieken, ik heb er les in gegeven maar dat wist deze jongeman natuurlijk niet).

Maar goed:wij naar huis, met onze hiernaast afgebeelde vers veroverde nieuwe aanwinst. Waar ik snel benzine, 2-takt olie en trechters (dat heet cerongcong, mooi woord he? Net geleerd) heb gekocht. Mengsmering maken, bosmaaier vullen, starten....hij liep in één keer.

En sloeg daarna af om niet meer te starten.

Ik heb me een verzwikte rug staan trekken aan dat startkoord, waarbij mystieke bezweringen uit mijn mond ontsnapten waar een matroos van zou blozen.

Terwijl ik daar zo stond te zweten kwam Sukur aanrijden; hij wilde even kijken naar de grond van Jos en kwam daarna weer terug om te helpen.

Ook Sukur heeft met veel enthousiasme en zonder resultaat het startkoord gehanteerd; alleen bleef hij er vrolijk bij.

Samen hebben we de brandstoftoevoer gedemonteerd, de zaak weer net zo in elkaar gezet als toen we begonnen, starten.....en het kreng liep! Zomaar!

Nou ja, zomaar: er stond een mij onbekende buleh die langs liep te kijken. Een man die vijf minuten eerder al vertelde dat hij ons huis zo mooi vond en nu op de terugweg van waar hij heen liep even stopte. Misschien dat zijn aura hielp om de bosmaaier tot starten te bewegen.

Sukur had inmiddels de maaier al op zijn rug gehesen en ging  enthousiast het gras te lijf; de buleh stelde zich voor als Don en had een voor de hand liggende vraag, zo eentje die je dagelijks wordt gesteld:

“zou u met uw Toyota mijn heftruck los kunnen trekken?”

Wat bleek: hij werkt bij Hatten Wines en Hatten heeft achter aan het pad naast ons huis een opslagplaats. Daar was een splinternieuwe, vooruit: drie dagen oude vorkheftruck naast de verharding geraakt en weggezakt; dat vier ton zware monster was met geen mogelijkheid meer los te krijgen.

Maar dat was buiten ons eigen monster gerekend. Ik heb de Toyota meegenomen (intussen Sukur dolblij in een wolk van rondvliegend gras achterlatend) en we hebben ‘m met een kabel aan de heftruck vastgemaakt.

Eerst in two wheel drive: geen beweging.

Four wheel  drive: geen beweging, hoewel Don op de heftruck gas gaf – en de heftruck dus dieper wegzakte.

Four wheel drive, lage gearing: grof geweld! En dat leidde tot....kabelbreuk.

Krijgsraad:  enkele mannen groeven de heftruck uit, d.w.z. zorgen voor bodemvrijheid; Don haalde staalkabels. Ik hield een peptalk tegen de Toyota en wees er op, dat Japan hier nog iets goed te maken had.

De Landcruiser knikte.

Nadat de nieuwe kabels (twee deze keer en van staal) waren bevestigd, hebben de Toyota en ik elkaar eens diep in de koplampen gekeken, een high five gegeven en we zijn er voor gegaan.

Het is gelukt; zij het dat er zoveel geweld door de wielen van de auto is geproduceerd dat er delen van de wegverharding zijn verdwenen. Op de foto hiernaast zie je zo'n gat, inmiddels al weer gevuld met wat stenen. Geeft niet: de heftruck is losgeraakt!

En wij hebben, naast de dank van Don, van hem ook nog twee flessen  Hatten-champagne gekregen. En waar hun wijn niet te drinken is, is die champagne echt fan-tas-tisch.

Thuisgekomen, zagen we Sukur aan het werk, geholpen door Gatot die het gras opruimde. Zodat er van mijn voornemen om zelf gras te maaien, weinig terecht is gekomen. Maar goed, soms lopen dagen net even anders dan je had gedacht....

3 opmerkingen:

Puck zei

En ik maar denken: Wat is een bosmaaier? Nooit van gehoord. Op het plaatje ziet het er ingewikkeld uit. Maar hoe, moet je daar een bos mee maaien? Nou ja, zal wel aan mij liggen. In ieder geval was je weer een dagje lekker aktief, uit de kroeg, en nog nieuwe vrienden gemaakt ook.
Hier komt maar geen einde aan de winter.Ik heb er schoon genoeg van.Groetjes, P.

Anoniem zei

Goede morgen vanuit een besneeuwd Eindhoven.Wat heb je toch weer een mooi verhaal,wij genieten altijd zo van jou schrijven.
Ik wilde even laten weten dat ik Griet 1 Maart in Leuven geopereerd word aan m,n long de rechter .
Ben dus enige tijd uit de rolatie.
Maar Frans houd mij op de hoogte van jullie welzijn.
Groeten van Gtiet en Frans Lebens

Peter zei

@Griet en Frans dank jullie wel, en natuurlijk sterkte met de operatie! En een mail is naar jullie onderweg.....