donderdag 13 augustus 2009

Twee dagen crematieceremonie achter de rug.

Afgelopen dinsdag hebben Stef en ik ons in ceremoniële kleding gehesen en zijn naar Keramas gereden, meer specifiek: banjar Maspait, de banjar waar Nyoman oorspronkelijk vandaan komt en waar haar vader die vorige week zondag plotseling overleed, zal worden gecremeerd.

Die dinsdag werd vooral gevuld met dat, waar Balinezen heel goed in zijn: eten, kletsen, eten, offertjes maken en op de grond kwatten. Daar hebben wij vrolijk aan meegedaan (behalve dat spugen dan); we hebben kennis gemaakt met Nyoman’s moeder, haar broers en zussen en hebben daar in ons beste Indonesisch flink op los mee zitten ngobrollen (=kletsen, ja). Made, haar man en Made, haar dochtertje kenden we natuurlijk al.’s Middags zijn we vertrokken met de belofte ook woensdag van de partij te zijn want dan zou daadwerkelijk de crematie plaats vinden.








Woensdag terug dus en op tijd, want na 10.00 uur zou het lastig worden om de straat nog in te komen. Aangekomen stond de ceremoniële stier, waar vader al een paar dagen in lag, buiten vergezeld door Made, onze kleine vriendin. En een clubje jongens zat indachtig het oude punk-adagium “iedereen kan f***-ing muziek maken” er al vrolijk op los te spelen.

Ik ook, want ik kreeg iets te drinken aangeboden dat brem (spreek uit: brum) bleek te zijn, Balinese wijn. Gelukkig wel verdund, maar helaas was het verdunningsmiddel arak dus na één glas was ik reuze muzikaal. Tot ze mijn trommeltje afpakten dan toch. Dan maar naar binnen, met Made op de foto en koffie drinken. En ngobrol, natuurlijk.

Na een uurtje werd de stier met vader erin (en op zijn rug een klein jochie) opgehesen en wild door de straat gedragen, onderweg flink natgegooid met water (net als de dragers) en begeleid door het orkest dat er nu pas echt zin in kreeg. Vervolgens naar de purah, waar met water gegooid en bier gedronken werd. En tenslotte naar de crematieplaats waar het erg druk was, want er waren meer mensen op het idee gekomen om vandaag eens iemand te verbranden.

Het was inderdaad een volgens de hindoe-kalender goede dag voor een crematie: er stonden 4 koeien/stieren klaar voor de ceremonie, tezamen met nog een drietal kistjes met resten van mensen die al eerder waren begraven tot er genoeg geld was voor deze toch behoorlijk dure plechtigheid. Hoe duur? denk aan 40 tot 50 miljoen rupiah, inclusief het voeden van de familie de dagen voorafgaand aan de verbranding. Dat is zo'n 3000 tot 3500 Euro; een enorm bedrag als je weet dan een maandsalaris hier hoogstens 70 Euro is. Dat bedrag moet door de zoon/zonen worden opgebracht, omdat de (getrouwde) dochters in een andere familie zijn opgenomen.

Dat was om ongeveer 12 uur; de volgende uren hebben we in de brandende hitte gekeken naar priesters die allerlei ingewikkelde dingen deden met offers, geluisterd naar gebeden die van lontars (bamboe-bladen, vaak al heel erg oud) werden opgelezen door een andere priester die dat elektronisch versterkt deed (denk aan een muezzin die oproept tot het gebed vanaf een minaret, maar dan veel harder en afgewisseld met binnensmonds maar niet minder hard gemompel, dan heb je een beetje het sfeerbeeld te pakken), geluisterd naar muziek van de gamelan-van-dienst, nieuwe gebeden, nieuwe muziek.....uren-lang. Dat niet iedereen dat volhoudt, na al dagenlang dag en nacht in touw te zijn geweest, kun je wel zien.

Om half drie moesten wij echt weg, want Elise moest natuurlijk ook nog van school gehaald worden. Op dat tijdstip was men net bezig om de feitelijke crematie voor te bereiden – waarschijnlijk zo om een uur of vijf zou er dan toch eindelijk mee begonnen worden. Wij waren daar niet meer bij, helaas.

En vanmorgen om 5 uur is het hele gebeuren vervolgd met het verstrooien van de as in zee, waarmee na 10 dagen ceremonie de crematie is afgerond. Toch wel even wat anders dan die pakweg twee uur die men in Nederland heeft voor het afscheid van een dierbare.

Ook hebben we weer een hoop meegekregen over de manier waarop Balinezen met elkaar omgaan en hoe je in alles ziet wat het belang is van de familie in het leven van de mensen hier. Centraal punt in het huis is bijvoorbeeld de bale gede, bij de familie van Nyoman een hele grote met 12 pilaren. Deze bale is de plek waar alle belangrijke dingen in het leven van een Balinees gebeuren: het vijlen van de tanden, het huwelijk, het opbaren na het overlijden. Deze schitterende bale is al meer dan 100 jaar oud, inclusief de prachtige houtsnijwerk-Garuda. En, niet verbazend: al vele toeristen hebben ‘m willen kopen om mee te nemen naar huis. “Real Balinese, you know, they serve the meat of their enemies in that thing”. Je hoort het ze zeggen in Texas.

Al met al een paar mooie, maar wel heel vermoeiende dagen.

En die werden afgerond met:

Een stroomstoring van een paar uur in onze wijk, waarbij onze genset niet blijkt te werken en Mahnab met Gatot de hele avond aan het werk is geweest – nu werkt alles een beetje, maar nog niet goed genoeg, zaterdag gaan ze verder.

Een karateles, gevolgd door een woeste rit op zes motoren door Denpasar omdat Made-mijn-vriend-de-beroepsmilitair ons na afloop meenam naar de kazerne waar o.a. Elise en ik volgende week examen gaan doen. Met onze witte karatebroeken aan en stapvoets rijdend met de koplampen uit moesten we daar naar de slagboom, omdat er anders wel eens gedacht kon worden dat we terroristen zijn en dan reageert de wacht nogal assertief. Met kogels, blijkbaar. In ieder geval: we weten nu waar het is en de volgende keer (overdag) mogen we binnen.

Geweldig land, Indonesië. Nooit saai.

2 opmerkingen:

Hans zei

Je begint al een echte Balinees te worden. Nog een beetje bijbruinen.
En Stef zal helemaal niet meer opvallen als een Buleh. Leuk dat jullie zo integreren. Hoe reageren de balinezen daarop?
Groetjes, pa

Puck zei

Wat een leuke en mooie ervaringen.Dat je geweldig op de drum kan spelen kan ik zelfs hier horen als ik de foto zie.Die man op de foto kijkt ook met veel bewondering naar je op.
Ben erg benieuwd naar jullie karate-examen.Succes.We horen het wel.P.