zaterdag 9 mei 2009

Waar in 't bronsgroen jatihout *)

't hangparkietje zingt;
Over 't malsche sawahveld
't lied des malkohas klinkt;
Waar de hoorn des bemos schalt
langs der kali’s boord:

Daar is mijn tweede Vaderland,
Balimburgs dierbaar oord! (bis)

Ja. Echt waar, het bestaat.

Er wonen nogal wat Nederlanders op Bali, zoals je inmiddels wel weet. En in Nederland kennen we verschillende bevolkingsgroepen, met de bijbehorende verschillende dialecten – een bekende is bijvoorbeeld het Saksisch Nederlands, dat als een schuine band door Nederland van Zeeland naar Drenthe en Groningen loopt, het gebied waar de laatste “n” van een woord niet wordt vergeten uit te spreken, maar juist benadrukt (dus “lopen” niet wordt uitgesproken als “lopuh” maar als “loop’n”).

Is dat zo in heel Nederland?

Nee... niet in heel Nederland. In het uiterste zuiden biedt een dorpje (herstel: provincie) hardnekkig weerstand. Daar leeft nog een volk dat haar taal niet spreekt maar zingt. In een eigen soort gladgewreven en ingevet Duits. Deze mensen wonen in de heuvels en als ze niet in een fanfare of harmonie rondmarcheren vieren ze carnaval, biljarten ze in een café, eten vlaai of drinken bier. En ze zingen daar liedjes bij die meestal beginnen met “johoo, johoo” maar dat is nog een overblijfsel uit de tijd dat ze ondergronds naar zwart goud groeven.

Je vindt ze meestal:
- bij elkaar;
- in heuvelachtig landschap, liefst met een rivier;
- met uitzicht op een mijnsteenberg en mooie natuur
- etend, drinkend, zingend en musicerend (minstens één, soms alle vier de activiteiten gelijktijdig want gastvrijheid en gezelligheid is een must)



Ze heten Limburgers .............en je vindt ze ook op Bali.

Gisteren zijn we, tezamen met Jos en Barbara, naar Bert en Anja gegaan: de laatsten zijn namelijk twee Limburgers die zo’n 25 jaar geleden naar Bali zijn gekomen en daar jaarlijks veel tijd doorbrengen.

En (zie bovenstaande definitie): ze hebben een plek gevonden met uitzicht op de Agung-vulkaan, in de heuvels en aan een rivier. Het enige dat er duidelijk nog aan ontbrak was een roedel Limburgers. Dus zijn ze hard aan het werk gegaan en nu staan daar 5 magnifieke villa’s, bevolkt door een steeds wisselende groep van zuiderlingen. En mooi dat het daar is...mooi....wij stonden met de mond open.

Bij gebrek aan vlaaien in Sanur had Stef appeltaart gemaakt die met koffie ernaast vrij snel in die open monden verdween. Gevolgd door bier, wijn en natuurlijk een bezoek aan andere Limburgers, twee villa’s verderop. Nog meer bier, wijn en gezelligheid – Elise hebben we niet meer gezien, die was biljarten.

Terug naar huize Bertanja: heerlijk eten, gevolgd door bier, wijn en een tegenbezoek van een paar van de mensen eerder op de avond. Omdat we het gevaar van een doorwaakte nacht met heel veel drank en “johoo, johoo” zagen aankomen, zijn we toen toch maar vertrokken. Want, net als in Nederland: Limburgers wonen mooi, maar wel erg ver weg. We moesten nog even rijden dus.

Het was kortom een prachtige middag en avond....geweldig. Een mooie plek met mooie mensen. Om met Bert te spreken: "hè jongens, gezellig!"

-----------------------------------------------------------------------------------
*) Naar de eerste regels van het Limburgs volkslied:
Waar in 't bronsgroen eikenhout,
't nachtegaaltje zingt;
Over 't malsche korenveld
't lied des leeuwriks klinkt;
Waar de hoorn des herders schalt
langs der beekjes boord:

Daar is mijn Vaderland,
Limburgs dierbaar oord! (bis)

2 opmerkingen:

Puck zei

Doe mijn groeten aan Anja en Bert. Ik ben kei-jaloers op hun mooie uitzicht.Trouwens leuk,dat limburgs volkslied.Weet je dat ze nu weer bezig zijn om een brabants volkslied te kiezen.Guus Meeuwis zegt:ïk wacht gewoon af".Ik zelf vind zijn lied het mooist.Het zegt veel over de mensen in de brabantse cultuur.Dat was het weer.Doei.Puck.

Miehieltje zei

Nou weet ik waarom jullie naar Bali wilden...
Voor de Tjendol Sjoes
en de Limburgse Kwee

By the way:
(das limburg voor, "Daar bij die harde weg")
Jullie huisje wordt erg stoer!

Haajeeh,

Miehiel