Maandag ben ik met Jos op stap geweest; eens praten met mensen in de warung en in de omgeving van het stuk grond dat we willen hebben. Tenslotte zou het vervelend zijn als je terecht kom in een dorp waar men niet zit te wachten op buitenlanders – je bent sneller weggepest dan je “hoe maakt u het” kunt zeggen, als het een beetje tegenzit.En hoe kun je dat beter doen dan er maar eens heen te rijden (15 minuten vanaf centrum Sanur, op de brommer) en Jos zijn contactuele talenten te laten aanspreken?
En natuurlijk kune je dan ook nog even checken of de prijzen wel kloppen, hoe het zit met water, electriciteit, telefoon, toestemming om te bouwen....
Dat lijkt er allemaal wel goed uit te zien: er worden vlakbij nog vier villa’s gebouwd, er wonen al een paar bulehs (buitenlanders), de weg is publiek, dus geen jaarlijkse (stijgende) bijdrage aan de banjar voor het gebruik van hun weg – dus nu nog maar eens kijken naar de formele kant van de zaak.
Met Dolf zijn we al een het praten geweest hoe een huis er ongeveer uit zo kunnen zien; hij heeft er al een paar gebouwd in de 20 jaar dat hij hier woont en weet waar je op moet letten. En dat zijn toch wel weer andere dingen dan in België of Nederland. Om maar eens iets te noemen: waar “tocht” een vloek is in de perfect geïsoleerde huizen in onze streken, is het hier een zegen: zorg ervoor dat het kan doorwaaien in je huis. Houdt wel rekening met de windrichting, als je het terras van je huis vol op de wind zet in de droge moesson (nu), krijg je bij harde wind je eten in je gezicht. Wind van opzij, beschutting etc. is dus handig.
En liever geen zonnig terras, nee. Schaduw, daar gaat het om.
En als je dan ook zeezicht wil (en dat willen wij natuurlijk) stelt dat meteen eisen aan je locatie.
Dit zijn er maar een paar; zo kregen we nog wel wat meer langs, waar –in ieder geval ik- eens mens niet zo snel aan denkt. Ligging van het zwembad, guesthouses, tuin.... we gaan ons niet vervelen.
Robrecht/Arjuna ook niet. Hasron was hier, en de mannen hebben afgesproken dat Arjuna eind september meegaat naar de familie van Hasron op Sumatra. Dan is het Leboran (Idul Fitri), het einde van Ramadan. Heel veel Indonesiërs die ver van huis werken, gaan dan naar hun familie en in deze volksverhuizing gaat dus een Herfkens mee. Met de bus (!!) van Denpasar over zee naar Java, het eiland over naar Jakarta en dan even rust (logeren bij Hasron). En dan van Jakarta met de bus over zee naar Sumatra, meer specifiek: naar Minangkabau, in het westen dus. Voor de ouderen onder ons: de Padangse Bovenlanden (zie kaartje hiernaast, daar waar de blauwe lijnen elkaar kruisen is het ongeveer).
Daar gaat hij dus in de kampong logeren en in oktober keert-ie, deze keer per vliegtuig, van Padang terug. Hasron zegt dat het een hele leerzame ervaring voor hem wordt. Ik ben de laatste om dat te ontkennen. Als hij maar niet getrouwd terug komt.
Elise gaat hier fluitend naar school; gisteren vertelde ze wel dat het toch wel heel erg heftig was, al die nieuwe ervaringen en indrukken. Wij kunnen ons daar van alles bij voorstellen: in ruim vier weken afscheid nemen van je oude school en vriendinnetjes, emigreren en meteen naar een nieuwe school waar het er totaal anders aan toegaat – het is ook niet niks. Vanmiddag krijgt ze bijles Indonesisch, ze schijnt wat achter te lopen op haar klasgenootjes. Vinden wij niet zo vreemd. Met wiskunde is ze de beste, dus haar zelfvertrouwen zal er niet onder lijden.
En het is ook wel erg gezellig, ’s morgens om 7 uur drinken we samen thee, om half 8 breng ik haar op de brommer naar school. Zo hoor ik nog eens wat, de vorige jaren was ik altijd al lang weg tegen de tijd dat de dag van de kinderen begon. En nou kan Steffie ook eens buiten de dagelijkse tredmolen van dingen “moeten”.
Brommer? Nee, maak je geen zorgen, we hebben ‘m nog steeds niet. Ik heb de huur van ons tijdelijk exemplaar maar een maandje verlengd. Want: de motor staat klaar, de papieren zijn in orde, het kenteken ook. Maar nu is het politiebureau door de voorraad nummerplaten heen, dus kan de plat nommor niet gemaakt worden. Gaat nog wel even duren.
Zo gaat het overigens met alles hier: er worden geen spullen besteld als ze dreigen op te raken, maar pas als ze echt helemaal op ZIJN. Zoals ons huis pas in orde werd gemaakt toen we er waren, en geen moment eerder, gaat hier alles. Het went, ik maak me op het moment eerlijk gezegd nergens meer druk om. Helpt toch niet, we zien het wel. Benieuwd of dat blijft, het zou een zelfoverwinning van Olympische proporties zijn.
Die Spelen gaan ons hier trouwens volledig voorbij; ik hoorde dat een Indonesische mevrouw brons heeft gehaald bij het gewichtheffen en de Nederlandse 4x100 vrouwenzwemploeg heeft goud.
Veel belangrijker: 14 augustus Balinese feestdag, 17 augustus Indonesische onafhankelijkheidsdag en volgende week begint Galungan. Dat is leuk en lastig, want Nyoman, onze pembantu, heeft dan net als de rest van Bali vrij. Zelf poetsen en wassen dus....
Ik ga ermee stoppen, het is momenteel een beetje paniek in de tent: er is een waterlekkage op Robrecht’s slaapkamer, Nyoman komt doorweekt beneden – er is een leiding gesprongen dus komen er nu een man of acht binnen. Dat betekent waarschijnlijk dat er zo meteen één een nieuw stuk leiding gaat halen, een andere een stuk gereedschap, de derde zet het weer in elkaar en die andere vijf zijn gewoon ook heel erg nodig. Voor de morele ondersteuning.
woensdag 13 augustus 2008
Woensdag - een update
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten