zaterdag 16 februari 2008

Siapa namanya?

Of: “ hoe heet jij?” is één van de meest gestelde vragen die je in Indonesië en dus ook op Bali hoort. ...en als je de vraag zelf stelt, krijg je maar enkele mogelijke antwoorden.

97% van de Balinezen behoort namelijk tot de kaste van de sudra (of ook wel jaba). Het is een eiland waar het Hindoeïsme de grootste religie is, en er zijn vier kasten: de Brahmanen, de hogere adel, de lagere adel.....en de rest, die 97% dus.

En daar hanteert men niet het grote namenboek, met bijbehorende discussies, lijstjes en twijfels, zodra er een kleine op komst is zoals bij ons in Nederland en België. En hoeft men dat ook niet twee keer te doen (“stel nou dat het geen meisje wordt maar een jongetje dan moeten we toch ook een naam hebben?”). Of te vernoemen naar opa’s en oma’s omdat het anders in de relationele sfeer wel heel koel wordt. Of worden in een vlaag van verstandverbijstering kinderen Bruce en Whitney genoemd. Of Rolls en Royce (lach maar, Emile Ratelband heeft het gedaan).

Nee, dat gaat op Bali veel simpeler. Het verschil tussen jongens- en meisjesnamen bestaat niet en het eerste kind heet altijd Wayan. De tweede krijgt de naam Made (spreek uit: Madé, het is geen vliegenlarfje), de derde heet Nyoman en de vierde Ketut. En toen waren de namen op, dus heet de vijfde weer Wayan. Enzovoort.

Krijg je (zeldzaam) te maken met een Raha, Putu of Kompian(g), dan is dat de oudste van één van de drie hogere kasten. Nummer twee heet Raj, de derde Aka, de vierde Alit. Nummer vijf dus ook weer Raha etc.

Namen die je ook hoort als Ngurah, Ida, Agung en Gusti zijn in feite de adellijke titels van deze mensen – zodat Ida Raha een Brahmaan is, en wel de oudste van het gezin. Handig, niet?

Het zal de aandachtige lezertjes daarmee wel duidelijk zijn, dat er hier geen sprake is van een meritocratie: je kunt niet omhoog of omlaag in de maatschappij door je prestaties of het gebrek daaraan. De klasse waarin je geboren bent, is de jouwe. Je leven lang.

Alle mensen met een andere naam zijn dus niet Balinees. Zoals Yanthi, wat een Javaanse naam is. Die toebehoort aan de (beeldschone, had ik dat al vermeld?) mevrouw waarmee ik onderhandel over ons huis. Ons? Ja, want inmiddels is de verhuurder al wat opgeschoven en lijkt het er enigszins op dat we er uit gaan komen – het gaat nu nog over kleinere verschillen. Morgen hoop ik er definitief een klap op te kunnen geven (maar ja: dat weet je natuurlijk nooit....) en dan komen er foto’s en nadere informatie.

Vandaag hebben Dolf, Hans en ik een bezoek gebracht aan het winkelcentrum achter de tax free Bali Galeria. Dit andere winkelcentrum is echt heel mooi, ruim en rustig en verbonden met Matahari, een warenhuis. Daar hebben we batik overhemden gekocht, boeken, CD’c en DVD’s en verschrikkelijk lekker en veel gegeten in een superluxe warung – even anders als die van gisteren.

En Dolf heeft zich een pak aan laten meten bij Anika, de beste kleermaker van Kuta, waar de onderhandelingen weer behoorlijk scherp waren. Net zoals Dolf straks, want het is prachtige stof en hij heeft een mooi model uitgezocht. Zodra het klaar is, laten we hem poseren.

De rest van de dag doen we het heel kalm aan, want morgen gaan we bij Leo de verjaardag van Jos vieren. Riemen vast, want ik vrees dat het daar helemaal los gaat: de koks zijn al dagen aan het koken in enorme hoeveelheden, als ik het mag geloven passen overmorgen mijn kleren niet meer. Een Selamatan Besar!

Geen opmerkingen: