dinsdag 15 juli 2008

Layang layang

is het Indonesische woord voor vlieger. En die hebben ze hier van klein tot groot, groter, nog groter, grootst.

Afgelopen zondag was er een vliegerwedstrijd op het strand van Padanggalak (iets ten noorden van Sanur), waar verschillende banjars het tegen elkaar opnamen. Dagen tevoren hadden we daar al “last” van, want de vliegers moesten van verschillende plaatsen via de openbare weg naar het lanceerplatform worden vervoerd.

Dat gaat per vrachtwagen, die omringd is door motorfietsen die op hun beurt weer worden bemand door über-enthousiaste banjar-leden. Zo’n vrachtwagen rijdt op het midden van twee rijstroken, want de vliegers zijn al snel zo’n zes à zeven meter breed. Zodat iedereen aan de kant moet – en wandelaars bij voorkeur een beetje bukken op de wat smallere stukken.

Het gaat dus niet snel – en als je er achter rijdt, ga jij ook niet snel.

Het zal niemand verbazen, dat het spitsuur het optimale moment is voor vliegertransport. Maximum exposure, heet dat in marketing termen – je bereikt de meeste mensen en dat kun je in dit geval heel erg letterlijk nemen. Op deze momenten is het nut van een valhelm heel evident, zeg maar.

Op de dag zelf zijn wij naar Padanggalak afgereisd, tezamen met enige duizenden Balinezen. Op het strand was het gezellig druk: de deelnemers, de kijkers, de verkopers van allerhande etenswaren, de verkopers van petjes en zonnebrillen en vliegers, de verkopers van nutteloze dingen, de verkopers van ècht nutteloze dingen......en dat alles bij een flinke zon en op een zwart strand. Druk en bloedheet dus.


En opletten, want nu zijn de vliegers van de vrachtwagen af en worden ze gedragen naar het veld waar ze worden opgelaten. Uiteraard niet in een rechte lijn, maar onder begeleiding van muziek met een omweg door zoveel mogelijk publiek. Omdat de meeste Balinezen kleiner zijn dan wij, over hun hoofden heen. Omdat wij groter zijn dan de meeste Balinezen.......juist. Bukken.



Als ze omhoog gaan, is het een prachtig gezicht. Sommigen hebben een traditionele vorm, andere zijn het resultaat van een creatieve benadering zodat je ogen tekort komt. Vooral als er iets niet goed gaat, want dan gaat niet alleen de vlieger omlaag maar ook het touw, dat heel strak staat en vlak over je heen komt. Als je Balinees bent. En omdat wij groter zijn.......juist. Bukken maar weer.


Had ik al verteld dat er zoveel kracht op die vliegers staat dat er tussen de 10 en 20 mensen bezig zijn om het ding vast te houden? Nee? Nou, dat is dus zo en dan heb ik het nog niet over de hele grote die een kilometer verderop in de lucht hingen en die wij maar niet zijn gaan bekijken (volgend jaar hebben we dan ook nog wat) want daar schijnen er wel 100 aan te hangen. Hebben we gehoord, (nog) niet gezien.

Maandagochtend zijn we naar Carin en Dolf geweest, mensen die hier al 20 jaar wonen. We hebben een rondleiding door hun huis en tuin gehad.....prachtig gewoon. Ogen tekort gekomen en ik kan hier nou wel proberen om dat allemaal te gaan beschrijven, maar kijk zelf maar: http://www.villa-in-bali.com/sanur/nederlands/farelliresidence.htm

Ze doen van alles, een voorbeeld van “je hoeft je hier geen moment te vervelen”. Inspirerend.

’s Middags naar Nusa Dua, want Koen en Ellen zitten daar met hun kinderen. Zij zijn Belgische kennissen van ons waarmee we hadden afgesproken elkaar hier op Bali te treffen; zo gezegd, zo gedaan – en vrijdag komen ze bij ons.

Intussen van alles (nog) aan het regelen; ongelofelijk hoe je toch nog tijd tekort kunt komen. Het onthaasten gaat langzaam.
Robrecht is zijn plannen aan het maken om de komende weken op eigen houtje het eiland te gaan verkennen, Elise komt af en toe uit het zwembad maar ligt er het liefst 24/7 in en Stef zou Stef niet zijn als ze niet vrijdag haar eerste dingen met andere vrouwen hier zou gaan doen.

Heel, heel langzaam beginnen zich de contouren af te tekenen van een leven hier dat niet “vakantie” heet.

Geen opmerkingen: